Prof. Dr. Monika Schwarz-Friesel. Foto TU Berlijn
“Israël, het symbool voor Joods overleven en aangeboren Joodse existentie, is de doorn in de moderne antisemitische geest”, stelt prof. dr. Monika Schwarz-Friesel (TU Berlijn).
Sinds de stichting van de Joodse staat vermengen zich alle bestaande varianten van antisemitisme in antizionisme en Israëlhaat, zo blijkt uit jarenlang grondig onderzoek van de Duitse hoogleraar. Vandaar haar constatering: “Tegen Israël gericht antisemitisme is antisemitisme en niets anders.”
Hoe zich dat heel openlijk manifesteert, maakte Schwarz-Friesel enige jaren terug mee tijdens een podiumdiscussie in Keulen over actueel antisemitisme. Tijdens dat publieke gesprek legde zij uit op welke wijze antisemitische Israël haat zich articuleert. Op het eind sprong een BDS-activiste tussen de aanwezigen op en riep: “Nou goed, dan ben ik maar een antisemiet!”
In het tijdperk van na de Holocaust willen linksgeoriënteerde en goed opgeleide personen eigenlijk niet als antisemiet worden gezien, vervolgt de onderzoeker. Op het internet en in de duizenden berichten aan de Centrale Raad van de Joden in Duitsland alsmede aan de Israëlische ambassade in hetzelfde land komen intussen regelmatig bekentenissen voor als deze: “… gisteren op arte-tv… Wie alle berichten over uw misdaden leest, ziet en hoort, moet gewoon antisemiet zijn”.
Dat laatste schreef een arts in 2014 aan de Israëlische ambassadeur. “U en de uwen maken ons immers tot antisemieten”, voegde een linkse activist de Centrale Raad van de Joden toe.
Let wel, reeds de eerste Israëlische ambassadeur in Duitsland, Asher Ben-Nathan, ontving tussen 1965-1969 antizionistische schrijfsels, waarin hij als “satan”, “Saujude” ofwel “Joods zwijn” en “Ambassadeur van een misdadigerstaat” werd aangevallen.
“Als de Israëli’s zich voor de laatste wereldoorlog precies zo tegen hun medemensen hebben gedragen zoals nu tegen hun buurlanden, wordt mij het wereldwijde antisemitisme duidelijk”, heette het in 1969 aan het adres van Ben-Nathan. En van een ander hoorde hij: “Als jullie Joden toch eens zouden begrijpen dat jullie het gif van de wereld zijn.” 1969, lange tijd voor de escalatie van het Israëlisch-Palestijns conflict in de eerste en tweede intifada.
Commentaar van Schwarz-Friesel op deze lastertaal naar puur antisemitische snit: “Joden zijn verantwoordelijk als men ze haat”, luidt het credo dat sedert twintig eeuwen wordt gereproduceerd.
Een meer recent voorbeeld van deze lastertaal kreeg de Centrale Raad van de Joden op 15 mei 2021 per e-mail binnen: “Ik ben geen antisemiet! Hoe zo reageert de Centrale Raad van de Joden niet? Of moet ik bang zijn dat mijn huis wordt gebombardeerd en mijn familie vermoord? Israël is een rechts-radicale nationaal-socialistische staat… Israël is erger dan het Derde Rijk van 1933-1945… Mijn naam is XY… en ik ben geen antisemiet… laffe moordenaars… IK BEN GEEN Antisemiet.”
De volstrekte irrationaliteit van deze mail behoeft geen nader betoog. Wanneer echter alle empirische studies van antisemitisme-onderzoekers sinds jaar en dag tot de ondubbelzinnige conclusie leiden dat tegen Israël gericht antisemitisme de dominante manifestatie van hedendaagse Jodenhaat vormt die in alle politieke milieus voorkomt, dan klinken regelmatig tegenstemmen. Schwarz-Friesel noemt die onomwonden “wissenschaftsfeindlich” (vijandig jegens de wetenschap).
Deze tegenstemmen over heersende Israël haat variëren van volledige ontkenning tot volmondige, zelfs gerechtvaardigde (!) acceptatie. Daar tussenin beweren anderen dat dit nog onderzocht moet worden… of spreken van “eigenlijk slechts politieke kritiek” respectievelijk “vrijheid van meningsuiting”.
Vanwaar deze volstrekte negatie van op feiten gebaseerd wetenschappelijk onderzoek over vigerende Jodenhaat, vraagt prof. Schwarz-Friesel zich volkomen terecht af. Met medische bevindingen gebeurt dat toch grosso modo allerminst! Waarom worden zij en vakgenoten voor “leugenaars”, “verdraaiers van de waarheid” en “charlatans” uitgemaakt? En dat ook al sinds jaren.
Een kras voorbeeld van deze ontkennende houding levert de tweet die een journalist van een kwaliteitsmedium in 2020 achterliet: “Overigens is het ‘antisemitisme inzake Israël’ (als zogenaamd vaakst voorkomende vorm van antisemitisme) gewoon bedacht om kritiek op zionisme verdacht te maken.” Snedig commentaar van Schwarz-Friesel: “Het verstand is hier stilgezet.”
Voor het ontkennen of verdoezelen van antisemitisme met de Joodse staat als onmiskenbaar mikpunt bestaat een waar standaardrepertoire aan schijnargumenten. Ter illustratie een paar voorbeelden: “Kritiek op Israël wordt onderdrukt”; “maar kritiek op Israël moet toch toegestaan en mogelijk zijn” en “legitieme kritiek wordt niet geoorloofd”.
Die laatste beschuldiging volgt regelmatig na de uitspraak: “Vanzelfsprekend is legitieme kritiek op Israël toegestaan”. Wie de dagelijkse berichtgeving over Israël wereldwijd volgt, doorziet de holheid van deze tegenwerpingen op ontmaskerde Israël haat. Zij vloeien voort uit een sterke emotionele basis van het antisemitisme en diens toxische irrationaliteit, analyseert prof. Schwarz-Friesel.
Haar glasheldere weerwoord op de verdedigers of goedpraters van Israël haat vat zij samen in een aantal “ja’s” en “neens”:
*Nee, kritiek op Israël is niet per se antisemitisch. Ja, antisemitisme dat Israël op de korrel neemt, is niet alleen de vaakst voorkomende vorm van Jodenhaat, maar ook de kleefstof die alle antisemitische milieus verbindt;
*Nee, gerechtvaardigde kritiek op Israëls optreden wordt niet per reflex als antisemitisme afgeweerd. Ja, onder het voorwendsel politieke kritiek te uiten, wordt vaak loepzuiver antisemitisme verbreidt;
*Nee, er heerst geen taboe op kritiek jegens de Israëlische politiek, noch houden zich Duitse media bij dit thema terug. Ja, de Israëlische politiek wordt in de pers en het publieke debat zelfs bijzonder vaak en scherp bekritiseerd;
*Nee, het conflict in het Midden-Oosten is niet de oorzaak voor Israël haat. Ja, het conflict fungeert als voorwendsel om deze haat te legitimeren;
*Nee, rechtse Jodenhaat is niet het “ware” antisemitisme. Ja, exact de acceptatie van vijandschap jegens Israël zet de deur wagenwijd open voor antisemitisme in de samenleving.
“Joden zijn verantwoordelijk als men ze haat”, dit historische fenomeen constateerden we al. Hetzelfde geldt ook voor een van de hoofdargumenten van de vijanschap jegens de Joodse staat. Daarin heet het Midden-Oostenconflict de oorzaak en katalysator voor de haat. Een valse beschuldiging, die onderzoeker Schwarz-Friesel krachtig van de hand wijst: “Israël wordt echter gehaat om wat het is, omdat het als Joodse staat existeert, omdat het voor antisemieten van iedere kleur de rol van de “collectieve Jood” bekleedt. En daaraan zou ook een vergelijk met de Palestijnen niets veranderen.”
Bas Belder, historicus
コメント