“Israël heeft ook onder zonder Russische toestemming meer opties voor operaties in Syrië dan vaak wordt voorgesteld.” Deze interessante uitspraak doet Midden-Oostenspecialist Jonathan Spyer in het Duitse opinieblad Jungle World.
Het magazine strikte de Brits-Israëlische auteur/analist voor een interview over de Russisch-Iraanse betrekkingen, een jaar na de militaire invasie van het Kremlin in Oekraïne. Daarmee komen tegelijkertijd de diepgaande gevolgen van deze antiwesterse alliantie voor de regio (Israël!), ja de gehele wereld in beeld.
Voor Spyer staat het vast dat Poetins oorlog grote effecten sorteert in de verhoudingen tussen Rusland en de Islamitische Republiek Iran. Beschouwde het ayatollahregime eerder Rusland als een poort naar het Westen, een communicatiekanaal naar de internationale gemeenschap, vandaag de dag is Rusland evengoed een pariastaat als Iran.
Fungeerde Teheran voor Moskou eerder als een juniorpartner in de regio, vandaag is de Islamitische Republiek een belangrijk onderdeel van de Russische oorlogsinspanningen. Denk aan de leveranties van Iraanse drones aan Poetin en de consolidatie van het Assad-regime in Syrië door Iran nu Rusland zich militair moet concentreren op Oekraïne.
Juist de Russische oorlog in Oekraïne en de Iraanse hulp daarbij hebben het experts en diplomaten gemakkelijker gemaakt om Europa te wijzen op het gevaar van het Iraanse regime en zijn Revolutionaire Garde, betoogt Spyer. In Europa erkende men weliswaar het gevaar van Iran voor Israël en de Golfstaten, maar schatte de Islamitische Republiek niet als een werkelijk gevaar voor het eigen continent in. “Thans spreekt niemand in Europa meer op deze wijze”, observeert Spyer. “Sinds de oorlog in Oekraïne maakt Iran deel uit van een wereldwijde antiwesterse alliantie, die een duidelijk gevaar vormt voor de Europese veiligheid.”
Het resultaat van deze gewijzigde Europese houding versus Iran is een serieuze discussie over het op de terreurlijst plaatsen van de Islamitische Revolutionaire Garde, de machtige ruggengraat van de Islamitische Republiek. Voor Spyer lijdt het geen enkele twijfel: de EU en haar lidstaten moeten eindelijk krachtig en effectief optreden tegen de Revolutionaire Garde. “Het is incoherent alleen Hezbollah te verbieden, maar de Revolutionaire Garde, let wel haar moederorganisatie, niet.”
Een actuele noot plaatst Spyer ook bij de relatie Israël-Rusland: “In Israël dacht men lang dat Rusland zou kunnen helpen om de Iraanse invloed in Syrië te reduceren. Goede betrekkingen met Rusland zouden daarbij nuttig zijn. Vandaag gelooft niemand dat meer. De toenadering tussen Iran en Rusland is van globale betekenis, want voor het eerst sinds het einde van de Koude Oorlog tekenen zich de contouren af van een internationale alliantie tegen de VS, de NAVO en de internationale orde van ruim de laatste dertig jaar.”
Als alternatief voor het feit dat sancties Rusland noch Iran van een agressieve politiek afhouden, beveelt Spyer aan de vijanden van Poetin en Khamenei militair te steunen en zo te zorgen dat zij hun doelen niet bereiken. Prompt kreeg de analist de vraag voorgelegd: waarom spreekt Israël zich niet klip en klaar uit over de Russische aanvalsoorlog?
Spyer wijst in eerste instantie op een duidelijkere Israëlische opstelling. In februari bracht minister van Buitenlandse Zaken Eli Cohen een bezoek aan Oekraïne. “En er was een vermoedelijke Israëlische aanslag op een Quadrocopterdronesfabriek in Isfahan, waarvoor de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken zijn dank uitsprak via een Tweet.” Zeker, zo onderstreept Spyer, Israël levert geen militaire hulp aan Oekraïne, maar in elk geval wel civiele hulpgoederen zoals een alarmsysteem tegen luchtaanvallen.
Saillant is vooral wat Spyer opmerkt over de Israëlische positie op het Syrische slagveld, van zo’n existentieel belang voor de Joodse staat vanwege de niet aflatende Iraanse pogingen om zich daar vaste militaire steunpunten te verwerven.
Welnu, Israël staat er in Syrië allesbehalve hulpeloos voor, puur afhankelijk van het Kremlin, stelt Spyer. “Rusland kan niet eenvoudig besluiten het Syrische luchtruim voor Israël te sluiten. Israël beschikt over F-35-gevechtsvliegtuigen. Het is niet duidelijk of de Russische S-400-luchtafweerraketten daartegen effectief zijn. Waarschijnlijk wil Rusland dat niet in een secundair conflictgebied testen. Want het zou een grote tegenslag zijn, wanneer zou blijken dat de Russische luchtafweer tegen de modernste vliegtuigen nutteloos is. Per slot van rekening wil Rusland dit wapentuig wereldwijd verkopen. Israël heeft dus ook zonder Russische toestemming meer handelingsmogelijkheden in Syrië dan vaak wordt voorgesteld.”
In Spyers optiek zijn de Abraham-akkoorden tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten van 2020 een belangrijk begin voor de vorming van een alliantie contra de regionale ambities van Iran. Inmiddels worden die aangevuld met andere diplomatieke en militaire initiatieven waarbij ook de VS en India zijn betrokken. Maar het is nog te vroeg om van een sterke alliantie te spreken, meent Spyer.
De vraag of China zich definitief gaat aansluiten bij een antiwesterse alliantie, beantwoordt hij identiek. Echter, “de wijze waarop China zijn invloed wereldwijd uitbreidt, werd lange tijd te welwillend bekeken.” Naast de Russische les, de Iraanse les, dus evengoed een Chinese les voor ’s wereld democratische rechtsstaten, waaronder Israël!
Bas Belder, historicus
Comments