Screenshot YouTube
“Zoals reeds in 1937 het antisemitisme religieus werd opgeladen om de eerste kans op een compromis in het Midden-Oosten te verijdelen, zo wordt nu opnieuw het islamitisch antisemitisme geactiveerd om de pogingen tot normalisering te torpederen en Israël te vernietigen”, aldus politieke wetenschapper en historicus dr. Matthias Küntzel.
De Duitse onderzoeker trekt deze historische lijn in een nieuwe publicatie over “Islamitisch Antisemitisme”, alweer de vierde uitgave van de “working papers” van het bijzonder productieve Centrum voor Antisemitisme en Racisme Studies (CARS) te Aken.
Küntzel start zijn studie met de actualiteit. Dit voorjaar werden de uitkomsten van een peiling naar antisemitisme in Duitsland bekendgemaakt. Zij toonden aan dat anti-Joodse ressentimenten onder een aanzienlijk deel van de bevolking voorkomen. Dat bleek sterker onder moslims en bijzonder sterk onder degenen die dikwijls naar de moskee gaan.
Twee voorbeelden om dit gegeven te verduidelijken: Met de uitspraak “Joden zijn verantwoordelijk voor veel economische crises” stemde 11 procent van de gehele bevolking in en 33 procent van de moslims, respectievelijk 46 van bijzonder religieuze moslims. De beschuldiging dat Joden de Holocaust voor eigen voordeel gebruiken, geloofde 33 procent van de totale bevolking, 54 procent onder moslims en 65 procent onder frequente moskeebezoekers.
Dit bewijs van een samenhang tussen de graad van religiositeit en Jodenhaat onder moslims in Duitsland spoort overigens met de conclusie van een identieke Franse peiling uit 2014.
Als gewetensvol analist wil Küntzel de specifieke kenmerken van islamitisch antisemitisme blootleggen. Op deze wijze treden ook de bijzondere gevolgen ervan aan de dag ten bate van een doelgerichte bestrijding, met name binnen de moslimwereld.
Tussen haakjes: dat laatste lijkt mij makkelijker opgeschreven, dan uitgevoerd. De van oorsprong Algerijnse islamwetenschapper Abdel-Hakim Ourghi (Freiburg) kan daarvan meepraten. Zijn lakmoestest komt wellicht met de publicatie in maart 2023 van een nieuwe studie over “De Joden in de Koran – Een historische ontmoeting met fatale gevolgen”.
Terug naar de kenmerken van islamitisch antisemitisme. Dat wordt gevoed uit twee bronnen die zich duidelijk van elkaar onderscheiden, aldus Küntzel. Het gaat om het islamitisch anti-judaïsme van de 7e en 8e eeuw en het Europees antisemitisme dat pas in de 19e eeuw ontstond.
In de vroege islam worden Joden als lafaards, zwakkelingen beschouwd. Weliswaar staan er in de koran ook pro-Joodse passages, maar de verzen overheersen waarin zij als vijanden worden neergezet, zelfs als “apen” en “varkens”. “Deze neerbuigende blik is tot op vandaag een kenmerk van moslimse vijandschap jegens de Joden gebleven”, schrijft Küntzel.
Hij toont dat aan met een paar actuele uitingen van Jodenhaat in Berlijn. Bijvoorbeeld met het gedrag van een Arabier die een keppel drager te lijf gaat met zijn gordel riem. “Evenals het bespuwen van iemand of een oorvijg toedienen, geldt het slaan met de gordel als een vernedering. Dat is hier belangrijker dan de lichamelijke verwonding.”
Welnu, dit anti-judaïsme van moslim zijde ging een synthese aan met het moderne Europese antisemitisme dat de Joden van een greep (samenzwering!) naar de wereldheerschappij betichtte. Deze samensmelting bracht het islamitisch antisemitisme voort.
Het nog altijd geldige handvest van Hamas (1988) levert daarvan een evident bewijs. Enerzijds citeert het document in artikel 7 een overlevering (hadith) van de profeet Mohammed die zijn volgelingen de opdracht geeft om de Joden te doden. De laatsten trachten zich tevergeefs te verbergen achter stenen en bomen, maar die verklikken hen aan de moslims, de dienaren van Allah om alsnog het doodvonnis te voltrekken. Deze hadith bevestigt het beeld van de zwakke, hulpeloze Jood. In artikel 22 van het handvest van Hamas daarentegen gelden de Joden als de heersers over de wereld, die achter alle revoluties stonden. “Er is geen oorlog zonder hun vingers.”
Nuchter constateert Küntzel dat deze volstrekt tegenstrijdige constructie elke logica ontbeert. “Dat geldt evenwel voor het antisemitisme in zijn geheel.” Van belang is in elk geval dat beide componenten (de laffe, zwakke én heimelijke, almachtige Jood) in het islamitisch antisemitisme samenkomen en elkaar wederzijds versterken.
Die ontwikkeling vond pas vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw volop plaats. Toen verspreidde het moderne Europese antisemitisme zich onder naziregie systematisch en massaal in de islamitische wereld. Hitler en zijn trawanten exporteerden hun Jodenhaat naar Arabisch en Perzisch territoir. En om succes te boeken combineerden de nazi’s hun Jodenhaat met religieuze citaten uit de islam.
De historicus David Motadel heeft dit proces nauwkeurig onderzocht: “Berlijn maakte rijkelijk gebruik van religieuze retoriek, terminologie en iconografie om moslims voor de eigen politieke en militaire doeleinden te manipuleren. De Duitse propaganda verbond de islam met een anti-Joodse hetze in een mate zoals zij in de moderne moslimse wereld tot op dat moment niet was voorgekomen.”
De belangrijkste bondgenoot in dit antisemitische nazi-offensief was de moefti van Jeruzalem en leider van de Palestijnse nationale beweging, Amin el-Husseini. Aan de “grootmoefti” (deze titel verleende Amin el-Husseini zichzelf) zegde Hitler persoonlijk toe de Shoah op een gelegen tijdstip ook uit te breiden naar de circa 700.000 Joden in de Arabische wereld... “Een moordplan waarmee Hitler wilde teruggrijpen op opgehitste Arabische collaborateurs”, noteert Matthias Küntzel.
De Hamburgse historicus noemt drie bronnen die voor de verspreiding van het islamitisch antisemitisme in het Midden-Oosten en Iran van wezenlijk belang zijn geweest. Het betreft twee publicaties en een Duitse radiozender, Radio Zeesen, genoemd naar het Brandenburgse plaatsje ten zuiden van Berlijn.
De twee sleutel documenten zijn het pamflet “Islam-Jodendom. Oproep van de grootmoefti aan de Arabische wereld in 1937” en het essay “Onze strijd met de Joden” uit begin jaren vijftig van de belangrijkste ideoloog van de moslimbroederschap, Sayyid Qutb (1906-1966). Beide documenten hebben een centrale boodschap: vanaf het optreden van de profeet Mohammed tot op vandaag streven de Joden naar de vernietiging van de islam, de vernietiging van moslims.
Op een geraffineerde wijze en bijzonder perfect uitgevoerd zond nazizender Radio Zeesen elke avond, zes jaar lang (van 25 april 1939 tot 26 april 1945) afgrond diepe Jodenhaat uit onder een dikke religieuze saus naar de Arabische en Perzische wereld in de talen Arabisch, Perzisch en Turks.
En let wel, toentertijd was het luisteren naar de radio welhaast een publieke zaak in de regio. In bazaars, koffiehuizen en marktplaatsen dromden de hoorders samen. Het publieke effect van Radio Zeesen was immens, ook na de oorlog. Tegen dit propaganda-instrument van de nazi’s konden de geallieerden niet op, erkenden zij.
Radio Zeesen benutte diverse schuilnamen voor eigen, geheime zenders. Zo opereerde “De stem van de vrije Arabieren”, die voorgaf de zender van een Egyptische, pan-Arabische vrijheidsbeweging te zijn. Deze zogenaamde Arabische stem eiste zomer 1942 de vernietiging van de Joden toen het Duits-Italiaanse Afrika Korps onder generaal Rommel oprukte en zelfs een verovering van Cairo mogelijk scheen.
Die genocidale oproep van “De stem van de vrije Arabieren” luidde: “Arabieren van Syrië, Irak en Palestina, waarop wachten jullie? De Joden zijn van plan jullie vrouwen te onteren, jullie kinderen om te brengen en jullie te vernietigen. Na de moslimse religie is de verdediging van jullie leven een plicht die slechts door de vernietiging van de Joden vervuld kan worden. Dit is jullie beste kans om van dit vieze ras af te komen, dat jullie van je rechten heeft beroofd en jullie landen onheil en verwoesting heeft gebracht. Dood de Joden, steek hun bezit in brand, verwoest hun zaken, vernietignazi deze lage helpers van het Britse imperialisme. Jullie enige hoop op redding is de vernietiging van de Joden, eer zij jullie vernietigen.”
Terwijl tegenwoordig postkolonialisme (de verbinding van vroegere koloniale politiek met het heden) trendy is in wetenschap en media, gaat dat bepaald niet op voor het post nationaal-socialisme (de verbinding van de buitenlandse nazipolitiek met het heden). Als het nazibeleid in het Midden-Oosten al eens een thema is, wordt diens ideologische dimensie gewoon genegeerd.
Maar dat wordt wel steeds moeilijker vol te houden bij een doorgaande stroom aan glasheldere publicaties over “The Nazi Roots of Islamist Hate” (De naziwortels van islamistische haat) betoogt historicus Jeffrey Herf onder dezelfde titel in Tablet Magazine van 6 juli. In dat essay geeft de hoogleraar van de Universiteit van Maryland (VS) een boeiende literatuuroverzicht van recent wetenschappelijk onderzoek naar de wording van het moderne Midden-Oosten in de nasleep van de Holocaust.
Op Herfs onderzoeksconto staat het baanbrekende werk “Nazi Propaganda For The Arab World”. Zou deze studie en die van Küntzel, om er slechts een paar te noemen, ook de noodzakelijke aandacht krijgen binnen de bevoegde vakgebieden in de Nederlandse academische wereld? Wat zou ik graag een helder antwoord ontvangen op deze eerlijke vraag!
En voor die nazipropaganda dienen zich nog altijd Arabische voorsprekers aan. Zij schuwen daarbij niet in waarderende zin te spreken over Hitler. Een notoir voorbeeld is de populaire televisie prediker sheikh Yusuf al-Qaradawi die op 28 januari 2009 tijdens de eerste Gaza-oorlog tussen Israël en de Palestijnse terreurbeweging Hamas op Al-Jazeera verklaarde: “In de loop van de geschiedenis heeft Allah aan de Joden mensen opgelegd die hen moesten straffen voor hun verdorvenheid. De laatste bestraffing werd door Hitler voltrokken. Hij slaagde erin ze op hun plaats te zetten. Dit was een goddelijke bestraffing. Zo Allah het wil, zal de volgende bestraffing gebeuren door de gelovigen.”
Bas Belder, historicus
Comments