Screenshot YouTube
Wil de Universiteit Leiden (UL) Palestijnse studenten helpen? Dan moet zij jurist de banden met Israëlische academies aanhalen, stelt medisch wetenschapper prof. dr. Vered Raz. Om tafel met het College van Bestuur (CvB) van de UL komt zij op voor de academische vrijheid én veiligheid van Joden/Israëli’s. Israël Nieuws sprak haar.
Sinds wanneer en waarom bent u als biomedisch onderzoeker actief betrokken geraakt bij de politisering van de UL door aanhoudende, felle pro-Palestijnse agitatie?
Vered Raz: Ik kwam 25 jaar geleden naar Nederland met een Europese beurs om academisch onderzoek te doen. Ik koos voor Nederland vanwege zijn academisch niveau en openheid. In al die jaren, tot 7 oktober, kwam ik geen antisemitisme tegen als wijdverbreid verschijnsel, gesteund door het universitair bestuur.
Onmiddellijk na 7 oktober ontving ik veel steun en meeleven van de Raad van Bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Toen op de campus van de UL antisemitische leuzen gingen klinken, vroeg ik een gesprek aan met de rector-magnificus en het CvB. Maar mijn vele pogingen daartoe bleven onbeantwoord. Tot nu toe wil de UL niet optreden tegen antisemitisme en zodoende steunt zij antisemitisme op de campus. De agressie van 16 mei, waarvan het CvB Leiden in het openbaar geen afstand nam, zijn de evidente bewijzen voor deze bewering.
Ondervindt u begrip en steun van uw naaste collega’s?
Vered Raz: Ik kom geen antisemitisme tegen op het LUMC. Integendeel. Persoonlijk contact met de Raad van Bestuur en het College geeft mij veel steun. Elke Palestijnse sticker op het LUMC wordt bijvoorbeeld onmiddellijk door de bewaking verwijderd.
Ik betreur echter dat de Raad van Bestuur van het LUMC geen schriftelijke verklaring publiceert, waar de antisemitische golf op de UL wordt verworpen, veroordeeld. Het LUMC blijft over deze kwestie zwijgen. Dat baart mij als werknemer en Nederlandse Jood zorgen.
Binnenkort spreekt u persoonlijk met het College van Bestuur van de Universiteit Leiden. Wat is uw boodschap (kritiek/advies) aan het universiteitsbestuur? Ook natuurlijk over de relaties met Israëlische academische instellingen!
Vered Raz: Die boodschap bestaat uit drie aandachtspunten:
Met het huidige beleid van de UL is de universiteit niet veilig voor Joden/Israëli’s. De universiteit discrimineert Israëlische/Joodse studenten en minderheden.
De universiteit vertoont antisemitisch gedrag door antisemitische acties op de campus toe te staan en te weinig te doen om die te stoppen of te voorkomen.
De universiteit staat docenten en professoren toe om tegen Israël te demonstreren op de campus. Zij staat studenten toe om bedekt en gemaskerd op de campus te verschijnen. Zij staat anti-Israël leuzen toe tijdens colleges en discussies.
Dit is geen academische en veilige omgeving. De universiteit zou antisemitische en anti-Israël of antiminderheid attitudes op de faculteit en onder studenten moeten afwijzen. Er is geen plaats op de academie voor psychologisch of verbaal terrorisme.
De universiteit onderhandelde met een groep die angst zaait op de campus. Dit is een niet-academische discussie en door met deze groep in onderhandeling te gaan, zullen hun eisen toenemen. Vervolgens zullen ze de stopzetting van alle contracten met Israël eisen. Onder druk (niet-academische pressie) wil de UL haar academische betrekkingen met Israël heroverwegen. Op welke academische basis? Dat is onduidelijk. Israëlische academies leiden zowel Palestijnen als Israëli’s op en op sommige faculteiten is 30 procent van de studenten Palestijns. Verbreking van de banden met Israëlische academies zal deze studenten niet ten goede komen.
Uiteindelijk zal dit de UL meer schade berokkenen dan de Israëlische academische wereld. De beste universiteiten zullen echt de banden niet doorsnijden met Israëlische academies, want het niveau in Israël is erg hoog. Israël is een land van innovatie en groei. De LU zal op een lager academisch niveau belanden wanneer zij met innovatie breekt.
Het universitaire communicatiebeleid over contacten met Israëlische academies is eenzijdig. Leiden zet een ethisch comité op om de academische connecties en samenwerking te checken. Waarom begint de LU met Israël? Zijn Israëlische academies soms de meest onethische instituties ter wereld? Heeft de LU weet van de positie van de Israëlische academische wereld in dit conflict? Indien de LU een check wenst uit te voeren, moet zij deze zaken eerst met Israëlische academies bespreken in plaats van het contact te verbreken. Als de LU Palestijnse studenten wil helpen, moet zij juist haar contact met Israëlische academies uitbreiden.
Interessant genoeg staat u in contact met twee jonge Gazaanse vluchtelingen in Europa. Hoe kijken zij eigenlijk aan tegen de pro-Palestijnse campagne op Europese campussen? Wat hoort u van hen over het Hamasregime in de Gazastrook?
Vered Raz: Al lang voor 7 oktober zocht ik de dialoog met immigranten (allochtonen) zoals ik, maar dan van de Westbank en Gaza. Dat deed ik vanuit het geloof dat het starten van een dialoog om bruggen te bouwen naar een veilige omgeving (land) een realistisch begin zou kunnen zijn. Dat bleek een moeilijk en bijna onmogelijk doel te zijn in Den Haag. Evenzo bij het LUMC. Recent kwam ik in contact met een Israëlische journalist, Ohad Hemo, die al 20 jaar spreekt met mensen van de Westelijke Jordaanoever en Gaza. Hij introduceerde mij bij twee jongemannen uit Gaza. Ik leerde al gauw dat hun woede en kritiek op de situatie in Gaza zich richtte tegen Hamas en de Palestijnse autoriteiten. In hun woorden: Gaza was bevrijd van Israël, maar er is geen reden om Gaza van Israël te bevrijden, maar omgekeerd, juist van Hamas. Zij geven Hamas de schuld van de armoede, gebrek aan onderwijs, de werkloosheid, gebrek aan infrastructuur en van geen toekomst. Ze zijn dapper en willen niets liever dan deze situatie van binnenuit veranderen.
Deze Gazanen vrezen dat de pro-Palestijnse campagne op Europese universiteiten zich tegen de mensen in Gaza zal keren, tegen hen die hoger onderwijs begeren. Velen van hen willen graag studeren op Israëlische instellingen van hoger onderwijs. Wanneer Israëlische universiteiten hun deuren gaan sluiten voor Palestijnen, zullen zij minder kansen hebben op hoger onderwijs.
Laat ik de woorden van een jongeman uit Gaza citeren: “Dit is mijn politieke model van coëxistentie, dat ik in vrede met Israël wil navolgen, en ik kijk uit naar de dag dat ik in de Knesset zal spreken uit naam van de Palestijnen.”
U hebt zelf geen ervaring met antisemitisme op de werkplek. Maar wat hoort of leest u van Joodse/Israëlische studenten aan de UL en andere Nederlandse universiteiten/hogescholen? Voelen zij zich in de steek gelaten?
Vered Raz: Ik heb contact met veel Israëli’s op grote en kleine Nederlandse academies. In het algemeen hoor ik van onzekerheid en bezorgdheid over de situatie. We delen allemaal onze zorgen via de sociale media en door het versturen van brieven naar het topmanagement van de LU. Grosso modo toont de universiteit medeleven met woorden, maar niet met daden. Het algemene gevoel is dat schreeuwen en dreigen de manier is om invloed uit te oefenen op de besluiten van het universitaire topmanagement, terwijl ethiek en rechtvaardigheid geen rol spelen.
Wij zijn in de minderheid en de universiteit beschermt ons niet en staat niet in voor onze veiligheid. Ik hoor van studenten die bang zijn om naar de campus te komen voor hun colleges en examens. Op de UL hebben sommigen gezegd uit angst hun Joodse afkomst maar te verzwijgen. En als zij die toch prijsgeven, worden ze vervolgens gediscrimineerd op de faculteit en door studenten. Dat gaat zo bijna het hele academische jaar al door. Het gevolg is dat Joodse studenten bij zichzelf een permanente angst ontwikkelen, waardoor zij zich niet kunnen concentreren op hun studies. Een verloren jaar, zeggen ze. Ook van de staf, vaak promovendi, of post-docs en junior of senior professors, verneem ik dat de focus minder ligt op onderzoek vanwege de situatie. Zij, die met Israëli’s samenwerken, hebben dubbele zorgen. Ik hoorde recent nog dat zij vrezen dat de pro-Palestijnse factie van de universiteit gaat eisen hen te ontslaan. Kortom, de universiteit faalt in het bieden van veiligheid op de werkplek, uitgerekend op de plaats waar de focus op academische productiviteit hoort te liggen.
Joodse professoren hebben voor Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland een netwerk in het leven geroepen om de academische belangen van Joodse docenten en studenten te verdedigen. Een goed idee, belangrijk ook voor Nederland? Bestaat er trouwens voor Leiden zo’n Joods netwerk, app-groep en hoe essentieel is dat?
Vered Raz: Ondanks de verschrikkingen en tragedie van de Nederlandse Joden in de Tweede Wereldoorlog, hebben Joden zich sinds de jaren vijftig in Nederland veilig gevoeld en Israëli’s waren welkom. De academische openheid en de uitstekende omgeving voor onderzoek maakten Nederland attractief. Er was geen noodzaak voor het oprichten van een Joods academisch netwerk. Jammer genoeg is de situatie gewijzigd. Een netwerk van Joodse/Israëlische werknemers bestaat nu op bijna elke universiteit, inclusief Leiden. Er is een sociale groep voor werknemers, studenten en alumni, met veel gesprekken en ideeën.
Een maand geleden nog hoopte ik dat lokale discussies, per universiteit, voor onze veiligheid volstonden, maar de snelle besluitvorming tegen Israëli’s en de omvang van antisemitische geluiden op de campus noopten mij ertoe naar een nationaal netwerk te streven, een nationaal forum dat alle academische instellingen zal vertegenwoordigen. Dit nationale netwerk is in het bijzonder belangrijk en essentieel voor academische instellingen waar slechts één of twee Joden/Israëli’s werkzaam zijn.
Naar ik begrijp, opteert u voor een vast verblijf in Nederland, terwijl u in Israël hebt gewoond. Wat zijn uw motieven hiervoor? Ervaart u in Nederland een spanning tussen de Joodse diaspora en het Joodse thuisland, de staat Israël? Of domineert, zeker nu Israël op zoveel fronten in een felle strijd om zijn naakte bestaan is verwikkeld, de solidariteit met de Joodse staat?
Vered Raz: Ik kwam voor mijn werk naar Nederland. Na zo’n 7, 8 jaar besloot ik om te blijven en vroeg een Nederlands paspoort aan. Dat was niet moeilijk, ik glimlachte naar de ambtenaren van de IND en die glimlachten terug. Overal voelde ik mij erg welkom, bij de buren, op de universiteit, op de school van de kinderen. De integratie verliep prima. In de eerste jaren woonde ik in Wageningen, zonder enige connectie met de Joodse/Israëlische gemeenschap. Die kwam er pas toen ik naar Den Haag verhuisde. Vanwege mijn seculiere/kibboets wortels aardde ik niet in liberale of orthodoxe milieus. Na 7 oktober merkte ik dat Israëli’s en Nederlandse Joden elkaar opzochten en dat meningsverschillen over Israël afnamen. Dat zou een nieuwe fase kunnen inluiden in de relaties tussen Israëli’s en de Joden in Nederland.
Bas Belder (historicus) stelde de vragen.
Comments