Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock in Yad Vashem. Screenhot YouTube
Onder de kop “Van Yad Vashem naar Ramallah” kritiseert Thomas M. Eppinger in de online-uitgave van Mena-Watch (“onafhankelijke denktank voor het Midden-Oosten”) een geijkt westers diplomatiek ritueel: onmiddellijk na gesprekken met Israëlische partners, spoeden Europese en Amerikaanse gezagsdragers zich in allerijl naar Palestijnse “partners”. Alsof beide partners hetzelfde voorstaan: vrede in het Israëlisch-Palestijns conflict.
De actuele aanleiding voor de analyse van Eppinger is de eerste reis door het Midden-Oosten van de nieuwe Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Annalena Baerbock.
De drijvende kracht respectievelijk uitgever van Mena-Watch neemt meteen geen blad voor de mond bij zijn definitie van de westerse diplomatie in de regio: de ene dag worden er tranen geplengd in Yad Vashem voor de miljoenen vermoorde Joden in de Holocaust, de volgende dag worden er handen geschud met de man die moordenaars van Joden beloont met uitkeringen.
In zoverre wijkt het programma van minister Baerbock niet af van dit diplomatieke patroon. Eigenlijk bijzonder vreemd dat niemand hierbij de vinger legt, stelt Eppinger. Zeker, het ligt voor de hand met alle partijen in een langslepend conflict te spreken. Punt is echter dat dit niet op dezelfde wijze gebeurt in het Israëlisch-Palestijns conflict. Terwijl de Joodse staat “onder vrienden” scherp wordt gekritiseerd voor bouwactiviteiten op de Westelijke Jordaanoever en tot stappen in “de 2-statenoplossing” wordt gemaand, blijven de Palestijnen buiten schot.
Mahmud Abbas wordt niet aangesproken op de ware obstakels voor vrede: het onvermogen of veeleer de onwil tot compromissen met de Israëli’s en het ontbreken van een Palestijnse gesprekspartner die werkelijk controle zou uitoefenen over het grondgebied van een toekomstige Palestijnse staat, die de Westoever en Gaza omvat.
Eppinger somt tal van historische bewijzen op over de onwil aan Palestijnse zijde om tot een oplossing voor het geschil met de Joodse staat te komen: van Camp David in 2000 tot het plan van Trump-Kushner. Saillant detail bij die laatste, Amerikaanse vredespoging: origineel was in elk geval de klacht van de Palestijnse leiding dat zij niet bij de onderhandelingen van dit vredesplan was betrokken, terwijl zij op dat tijdstip al een decennium lang had geweigerd ook maar met Israël om tafel te gaan zitten.
Geheel terecht tekent Eppinger aan dat in een tijd waarin de betrekkingen van Israël met de Arabische wereld zich steeds meer normaliseren, het westerse diplomatieke ritueel bij het Israëlisch-Arabisch conflict in toenemende mate een vredesobstakel vormt. Waarom? Wel, het beloont de Palestijnse houding van weigering tot onderhandelingen met Israël. Minister Baerbock en al haar voorgaande hooggeplaatste westerse reizigers naar de regio stijven Ramallah juist in deze irreële opstelling in plaats van die te doorbreken en werkelijke wegen naar vrede te wijzen en ook te vinden.
Thomas Eppinger maakt ook heel concreet duidelijk dat er met Israël niet over “nederzettingen” en “een tweestaten-oplossing” valt te praten:
zolang terroristen als martelaren worden gevierd;
zolang de Palestijnse Autonomie-autoriteit aanslagen op Israël met uitkeringen beloont;
zolang Hamas en Fatah Israël niet als Joodse staat erkennen;
zolang de Palestijnen niet hun verbeelde “recht op terugkeer” laten varen;
zolang op scholen Palestijnse kinderen tot Jodenhaters worden opgevoed, waarmee de weg naar vrede ook voor toekomstige generaties wordt geblokkeerd.
De uitgever van Mena-Watch vat dit lijstje met vredesvoorwaarden heel kort en bondig samen: “Zolang voor de Palestijnse leiders macht en privileges belangrijker zijn dan de toekomst van hun burgers, vormen zij de ware hindernis voor een vreedzame oplossing van het conflict.”
Eppinger sluit zijn analyse af met een treffend commentaar op het bericht dat de Duitse minister Annalena Baerbock na haar treffen met de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit, Mahmud Abbas, op Twitter plaatste: “Dank u President Abbas voor uw warme welkom in Ramallah. Het is belangrijk voor mij, op mijn eerste bezoek in het Midden-Oosten, dat wij elkaar persoonlijk ontmoeten. U kunt er zeker van zijn dat de situatie van het Palestijnse volk hoog op onze agenda prijkt. Wij blijven aan uw zijde staan als een betrouwbare partner.”
Daarop commentarieert Thomas Eppinger: “Dat verdraagt zich niet met de tranen die u hebt geplengd in Yad Vashem en sterkt de grijze chef van de Autonomie-autoriteit in zijn compromisloze houding die elke vrede verhindert die de huidige status quo overstijgt. U zou beter geraden zijn geweest om voor hem de volgende zin het gastenboek te schrijven, een zin die de voorwaarde is voor al het verdere: “Stop killing Jews!” (Stop met het vermoorden van Joden).”
Inderdaad: “Stop killing Jews!”. Wanneer gaan Duitse, Europese gezagsdragers daden aan woorden (“Nooit weer!”) paren tegenover het Joodse volk, de enige Joodse staat, die werkelijk een partner is als democratische rechtsstaat?!
Bas Belder, historicus
コメント