top of page
  • Foto van schrijverJoop Soesan

'Een dinertje in Duitsland' - een column van Simon Soesan



Ik reis veel naar Europa voor mijn werk. Afgelopen week was ik in diverse steden.

In Duitsland werd ik uitgenodigd voor een dinertje: het is mei, dus asperge-seizoen. We gingen naar een bekend restaurant in Frankfurt, waar we genoten van een heerlijke maaltijd.


Zoals gewoonlijk werden er weinig zaken besproken tijdens het eten, en gingen de gesprekken meer over persoonlijke onderwerpen: familie, kinderen, kleinkinderen, anekdotes.


Onder het genot van een Schnaps werd de maaltijd afgesloten met moppen. Een ieder vertelde iets grappigs, en iedereen lachte beleefd.


Uiteraard werd aan het einde van het diner de rekening aangeboden aan mijn gastheer. De ober, zichtbaar niet in Duitsland geboren en met een bijzonder slecht Duits, hoorde net de laatste grap en zei: “Ik heb ook een leuke mop.”, en werd uitgenodigd om zijn mop te vertellen. “Hoe kun je Joden echt laten schrikken?” vroeg de man, en antwoorde zelf meteen: “Door ze de gasrekening van 1933-1945 te presenteren!”, riep hij lachend uit.


Niemand lachte. Hij keek naar de ernstige, strakke gezichten en dacht even na.

“Zit er iemand aan tafel die Joods is?”, vroeg hij twijfelend.

Alle ogen richtten zich op mij.


De ober werd rood en begon te stotteren. “Het was niet zo bedoeld….ik wist het niet…anders had ik het nooit verteld..” probeerde hij nog.


“Kunt u de eigenaar roepen?”, vroeg onze gastheer koud.

“Dat ben ik…ik ben 3 jaar geleden hier gekomen als vluchteling uit Egypte…”, mompelde de ober.


“Vluchteling? Uit Egypte? Waar vluchtte u dan van?”, vroeg mijn gastheer.

De ober/eigenaar zei niets en keek naar mij.


“U had kunnen zeggen dat u Joods bent…”, verweet hij me.

Ik keek hem alleen maar aan.


“Ik bied mijn excuses aan, ik wist van niets…”, was zijn reactie.


“Als u zulke dingen uit en eindigt met “Ik wist van niets.”, bent u goed geïntegreerd in Duitsland.”, zei ik en stond op.


Mijn gastheer werd nu boos. “Dat had je niet hoeven te zeggen”, was zijn reactie op mijn woorden.


“Die zin had u aan hem moeten zeggen, en niet aan mij.”, zei ik.

Er was stilte.


Ik stond op.


“Dank voor een leerzame avond.”, zei ik en liep weg.


431 weergaven2 opmerkingen
bottom of page