top of page
  • Bas Belder

Geen woord over de Holocaust in Palestijnse schoolboeken, maar wel haat tegen Joden


Ter illustratie. Screenshot YouTube


Medio mei kondigde Mena-Watch, onafhankelijke denktank voor het Midden-Oosten, een serie aan over de hoogst problematische inhoud van Palestijnse schoolboeken. De titel voor de reeks gedetailleerde analyses spreekt al voor zich: Opvoeding tot haat.


Onder raadpleging van de bestaande literatuur heeft de politieke wetenschapper en historicus Florian Markl zelfstandig onderzoek gedaan naar het Palestijnse lesmateriaal.


In de inleiding tot de serie wijst Markl eerst op het feit dat de Europese Commissaris Olivér Várhelyi (Hongarije) met zijn veto voorkomt dat nog geen eurocent van de voorziene 214 miljoen euro uit het EU-budget van 2021 naar de Palestijnse Autoriteit is gevloeid. Várhelyi doet dat onder verwijzing naar het hoogst problematische karakter van Palestijnse schoolboeken. Zijn veto is een breuk met het jarenlange wegkijken van de EU voordien.


Het Europees Parlement (EP) koos op 4 mei dit jaar duidelijk de zijde van Várhelyi. En passant veroordeelde het EP de Palestijnse Autoriteit voor het misbruik van EU-geld door de uitgave van lesboeken die haat en geweld propageren.


Bij het eigen onderzoek naar Palestijns lesmateriaal nam Mena-Watch in totaal 128 schoolboeken onder de loep, die tussen 2018 en 2020 door Ramallah zijn uitgebracht. Het gaat daarbij om de vakken geschiedenis, burgerschapskunde, Arabische taal, islamitische opvoeding, wis- en scheikunde.


Nadere analyse van de schoolboeken leerde Mena-Watch dat de problematiek zich bij een achttal kernthema’s/kerngebieden voordoet:


  • de presentatie van de Joodse geschiedenis gebeurt in vijandige zin, waarbij elke relatie van de Joden tot het Heilige Land wordt geloochend;

  • de praktische ontkenning van de staat Israël, die op landkaarten niet te vinden is en wiens naam slechts bij uitzondering wordt genoemd in combinatie met totale demonisering;

  • het vredesproces komt in de schoolboeken zo goed als niet voor, idem coëxistentie met Israël, terwijl voortdurend wel de noodzaak van strijd tegen de “zionistische bezetter” wordt gepreekt;

  • de propagering van geweld tegen Israël en de bewieroking van terroristen als martelaren en voorbeelden;

  • de alleen aanspraak op Jeruzalem, dat zogenaamd door de Arabieren is opgebouwd;

  • het permanent agenderen van het thema van Palestijnse gevangenen in Israëlische detentie, waarbij solidariteit wordt geëist met deze gevangenen zonder enige context waarom zij vastzitten;

  • de hoogste eenzijdige voorstelling van het vraagstuk van de Palestijnse vluchtelingen, wier onbeperkte recht op terugkeer wordt gepropageerd;

  • de overdracht van extremistische en gewelddadige verhalen/voorbeelden, zelfs bij vakken als wis- en scheikunde die niet van doen zouden moeten hebben met politiek/ideologie.

Op 14 mei beloofde Florian Markl genoemde acht probleemvelden in het lesmateriaal stuk voor stuk met concrete voorbeelden nader weer te geven. Op 21 mei maakte hij zijn toezegging waar met vooreerst een aparte analyse van de beschrijving van Joden en Joodse geschiedenis in de Palestijnse schoolboeken.


In de leiding lezen we meteen zijn bevindingen: de Joden en hun geschiedenis worden hoogst selectief en demoniserend neergezet. De Holocaust komt in de Palestijnse schoolboeken letterlijk met geen woord voor.


Hoewel in de boeken een onderscheid wordt gemaakt tussen Jodendom als religie en zionisme als politieke beweging, zijn de begrippen Joden/Joods en zionisme/zionistisch merendeels synoniem gebruikt. Een kras voorbeeld is de opdracht die Palestijnse meisjes krijgen om na te denken over de rol van vrouwen in de strijd tegen de “zionistische bezetting”. Zij moeten dat doen aan de hand van het voorbeeld van een volgelinge van de profeet Mohammed die in de zogenoemde gracht slag bij Medina in 627 een Jood zou hebben gedood. “Hier wordt dus van een vroeg islamitische geschiedenis onmiddellijk overgesprongen op het doden van een Jood in de actuele strijd tegen Israël”, becommentarieert Markl.


Terwijl de UNESCO-richtlijnen voor schoolboeken (internationale maatstaf ook voor de Palestijnse) reppen over het bijbrengen van respect, tolerantie, vredelievendheid jegens “anderen”, doemt in het Palestijnse lesmateriaal een inktzwart beeld op van de Joden. Vanaf de tijd van de profeet Mohammed tot op de dag vandaag heten zij “leugenaars, bedriegers” die de profeet van het rechte pad trachten af te brengen en daarvoor door Allah werden gestraft.


Moslims moeten Joden wel bevechten, luidt het op een andere plaats, want zij gedragen zich nu eenmaal “verraderlijk, bedrieglijk en vijandig”. Bovendien hadden de Joden gepoogd de profeet te vermoorden. Derhalve gelden deze “huichelaars” als “vijanden van de islam ten allen tijde en op elke plaats”. Na deze ‘vredesles’ moeten de leerlingen met elkaar in discussie gaan over de talrijke moordaanslagen op de profeet door “ongelovigen” en “huichelaars”.


Alle bewijzen van de Joodse geschiedenis in wat de schoolboeken als “het land Palestina” duiden, zijn “zionistische leugens en vervalsingen”. In Palestijns jargon heet de Klaagmuur in Jeruzalem de al-Buraq-muur, genoemd naar het rijdier van de profeet. En de “al-Aqsa moskee, inclusief de muur, zijn Palestijns land en een exclusief recht van de moslims”. Het historisch bestaan van de Joodse tempel met de Klaagmuur als restant wordt gladweg ontkend. Palestijnse schoolkinderen leren: “Jeruzalem is een Arabische stad die door onze Arabische voorouders duizenden jaren geleden is gebouwd.”


Deze volstrekte loochening van de Joodse geschiedenis op Joods historisch territoir is overigens pas een trend in de Palestijnse schoolboeken sedert 2016. Daarvoor werd de Joodse presentie en historie doorgaans feitelijk en objectief in het lesmateriaal weergegeven. “Ook de stichting van Israël in 1948 werd genoemd en de staat Israël was op meerdere landkaarten bij name ingetekend”, merkt Markl op ter onderstreping van het grote onderscheid met vroegere leerboeken.


Het trieste resultaat is een volkomen indoctrinatie, ja kwaadaardige hersenspoeling van Palestijnse schoolkinderen. Die krijgen “uitsluitend een volledig fout, demoniserend beeld van Joden voorgeschoteld, die historisch nooit wat met Palestina van doen zouden hebben gehad en voor wier aanwezigheid in het land niet de geringste wettige reden zou bestaan”, aldus Mena-Watch.


Oorverdovend zwijgen heerst er ook in de Palestijnse schoolboeken over de miljoenen voudige moord op het Joodse volk door het nazi-regime. Schoolkinderen moeten alleen leren dat de Europeanen de Joden “kwijt wilden” omdat die niet wensten te integreren en graag onder elkaar bleven… Geen woord dus over de systematische, massale vernietiging van Joodse levens in Europa.


“Door dit totale verzwijgen van de Holocaust wordt Palestijnse scholieren een wezenlijk deel van de Joodse geschiedenis en de voorgeschiedenis van de stichting van de staat Israël onthouden”, besluit de Duitse historicus. “Dat een dergelijk selectief en karikaturaal onderwijs geen bijdrage levert aan begrip voor de “ander”, hoeft wel geen nader betoog.” Hoe hol klinkt bij deze Palestijnse kinder indoctrinatie de Brusselse mantra van de “tweestatenoplossing” voor het Israëlisch-Palestijnse conflict.


Bas Belder, historicus

















191 weergaven0 opmerkingen
bottom of page