top of page
  • Bas Belder

Het antisemitisme van de ayatollahs: Een Holocaust na de Holocaust? Door Bas Belder



De Jodenhaat van het Iraanse regime bevat drie kernelementen: de traditionele vijandschap jegens het Joodse volk, de loochening respectievelijk relativering van de Holocaust en de vernietigingsdrang tegen Israël.


Deze drie kernelementen van het antisemitisme van de ayatollahs worden in een nieuwe publicatie van de Bundeszentrale für politische Bildung (Bonn) door expert Stephan Grigat helder en actueel uitgewerkt.


Juist de (uit)drager van deze dodelijke Jodenhaat, het Iraanse regime, schept een specifieke dreigingsconstellatie. Daarin paren zich immers een destructief antizionisme en een islamitische martelaarsideologie met het streven naar massavernietigingswapens en de opbouw van een massief rakettenarsenaal, in het bijzonder van de Hezbollah in Libanon.


Bij het antisemitisme van de ayatollahs staat, kortom, de naakte existentie van Israël op het spel. Dit elementaire feit weigeren westerse politieke leiders tot op heden te verdisconteren in hun Iran-beleid.


Grigat benadrukt dat alle drie kernelementen van de Jodenhaat van het Iraanse regime een rol spelen bij het ageren van Teheran in het Midden-Oosten alsmede bij de nucleaire en conventionele bewapening van Khamenei’s schrikbewind.


De eerste “opperste geestelijke leider” van de Islamitische Republiek (1979), ayatollah Khomeini, keerde zich niet alleen tegen de staat Israël, maar proclameerde al vele jaren daarvoor openlijk vijandschap tegen het Jodendom. In Khomeini’s optiek zochten de Joden de confrontatie met de islam van meet af aan. In zijn centrale werk “Islamitisch bestuur” riep hij op tot de strijd tegen de oprichting van een Joodse wereldheerschappij. “Dit is de mythische samenzweringskern van het antisemitisme van het Iraanse regime”, analyseert Stephan Grigat.


Voor de verbreiding van het antisemitisme in Iran zorgde vooral de Perzische vertaling van het antisemitische schendschrift annex nepdocument “De Protocollen van de Wijzen van Zion” in 1978. In de volgende decennia zorgden Iraanse staatsinstanties voor herdrukken in grote oplagen. Soms gebeurde dat onder veranderde titels zoals “Protocollen van de Joodse leiders ter verovering van de wereld”.


De verspreiding van deze anti-Joodse smaadpublicatie ontmaskert tegelijkertijd de bekende manoeuvres van Khomeini en diens volgelingen een onderscheid te maken tussen de Joden en het zionistische regime. Bovendien worden in de Iraanse staatspropaganda de begrippen “Joden” en “zionisten” regelmatig op uitwisselbare wijze gebezigd. En passant lezen Iraanse schoolkinderen in hun leerboeken dat de Joden vanaf het begin samenzweerden tegen de islam en islamitische geschriften vervalsten. Een bewering waarvoor Khomeini ook tekende.


Vaak wordt het antisemitische karakter van het Iraanse regime bestreden onder verwijzing naar de aanwezigheid van een kleine Joodse gemeenschap binnen de Islamitische Republiek. En inderdaad worden Joden in Iran vandaag niet zo fel vervolgd als bijvoorbeeld de religieuze minderheid van de Baha’i. Maar ook de Joden in Iran zijn geen burgers met gelijke rechten. Zij die na 1979 bleven (90 procent vertrok van tussen 100.000 en 150.000 Perzische Joden) moeten zich tevredenstellen met de status van systematisch religieus gediscrimineerde minderheid en zich permanent van Israël distantiëren. Joden mogen in de Islamitische Republiek geen leidende functies bekleden in staatsinstellingen.


Stephan Grigat stelt daar overigens wel een beduidend lichtpunt tegenover, zeker voor de toekomst na een “regime change”: “In delen van de bevolking en in het bijzonder onder de protestbeweging tegen het regime komt het daarentegen telkens weer tot solidariteitsverklaringen met de Iraanse Joden en ten slotte tot nu en dan ook openlijke kritiek op de vijandschap jegens Israël van het regime.”


Komen we bij het tweede kernelement van het antisemitisme van het Iraanse regime: de loochening respectievelijk relativering van de Holocaust. Het hoogtepunt van deze antisemitische campagne vond plaats onder het presidentschap van Mahmoud Ahmadinejad (2005-2013). Echter, ook andere Iraanse presidenten waren ontkenners van de Holocaust, tekent Grigat meteen aan. Neem de huidige Revolutieleider Ali Khamenei. Die trekt op zijn officiële Engelstalige website (leader.ir) de Holocaust in twijfel.

Nadat Ahmadinejad de loochening van de Holocaust tot een wezenlijk bestanddeel van de Iraanse buitenlandse politiek had gemaakt, ging zijn opvolger Rohani over tot een soort ‘gematigde Holocaustontkenning”. Op de vraag of de Shoah een “mythe” was tijdens een interview met CNN, repliceerde Rohani slechts geen historicus te zijn en hij daarom niets kon zeggen over “de dimensie van historische gebeurtenissen”. Deze taktiek hanteren Europese Holocaustontkenners eveneens om zich aan strafvervolging te onttrekken. Eensgelijk opereerde de huidige Iraanse president Raisi tijdens een interview met CBS in september 2022.


Veelzeggend is ook dat Iran het enige land was dat begin 2022 nadrukkelijk weigerde in te stemmen met een VN-resolutie die zich keerde tegen de loochening van de Holocaust. En wat te denken van de internationale wedstrijd in Holocaust-karikaturen die Iran tot tweemaal toe in 2006 en 2015 organiseerde…? Kun je dieper zinken? Daarbij past het officieel huldigen van Europese Holocaustontkenners als de Fransman Roger Garaudy.


Vanwaar eigenlijk deze ontkenning van de Holocaust door het Iraanse regime, zo vraagt Stephan Grigat zich af. Als beslissend motief zoekt hij het veeleer in de delegitimering achteraf van de stichting van de staat Israël gekoppeld aan de legitimering van de eigen vernietigingsdrang tegen Israël onder de ideologische noemer van antizionisme. En daarmee verschijnt het derde kernelement van het Iraanse antisemitisme in beeld: een afgrondelijke afkeer van de Joodse staat.


Voor deze afkeer geeft de Iran-specialist een plausibele verklaring. In de ogen van Iraanse islamisten is alleen al het bestaan van een Joodse staat religieus onaanvaardbaar. Het komt Joden als dhimmi’s (ondergeschikte beschermelingen van moslimheersers) helemaal niet toe om eigenmachtig politieke soevereiniteit uit te oefenen binnen het kader van Israël, dat de ayatollahs derhalve ook niet zo wensen te noemen! Dat moet absoluut ongedaan worden gemaakt. Vandaar die rabiate Iraanse Israëlhaat. Vandaar ook de permanente verbale aanvallen op Israël én de algehele ondersteuning van islamitische terreurorganisaties die evenzeer de vernietiging van de Joodse staat metterdaad nastreven.


De manifestaties van de haat tegen Israël door de gezagsdragers van de Islamitische Republiek zijn talrijk. De onbetwiste nummer één van het Iraanse regime, Revolutieleider Khamenei, heeft Israël herhaaldelijk “een kankergezwel” genoemd “dat moet worden uitgesneden en zal worden uitgesneden”. Tijdens de coronacrisis viel Khamenei de Joodse staat op Twitter opnieuw als “een kankertumor” aan. Hij grijpt daarbij terug op formuleringen van zijn voorganger Khomeini. Op Twitter verbreidde Khamenei in 2014 ook een plan van zeven punten om Israël te bestrijden en te vernietigen.


Deze obsessieve haat jegens Israël blijkt eveneens uit de Hebreeuwse opschriften die Irans geavanceerde raketten dragen. Afgelopen februari nog presenteerde de Islamitische Revolutionaire Garde raketten met het Hebreeuwse opschrift “Dood aan Israël”.


Als laatste illustratie van Teherans vernietigingsdrang jegens de Joodse staat –de bewijzen stapelen zich op- zij nog verwezen naar het optreden van de huidige Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Amir-Abdollahian. In 2020 betitelde hij Israëli’s als “zionistische zwijnen”. Begin 2022 misbruikte hij hetzelfde sociale medium voor de melding dat het zionisme “geen plaats in de toekomstige wereld” zal hebben.


Holocaust-intenties van een terreurbewind dat zelf de Holocaust relativeert respectievelijk ontkent: de boodschap van de publicatie van prof. dr. Stephan Grigat is glashelder. De westerse wereld kan ook nu niet zeggen: “Wir haben es nicht gewusst.”/”We hebben het niet geweten.”


Bas Belder, historicus



213 weergaven1 opmerking
bottom of page