Prof. Julia Bernstein. Foto Wikipedia
“Om vijandig bejegend te worden, volstaat het om Joods te zijn of zo gezien te worden.” Prof. Julia Bernstein (Frankfurt) neemt geen blad voor de mond over de situatie op Duitse hogescholen.
Als medeoprichtster van een Joods netwerk van universitaire docenten voor een veilige academische omgeving in Duitsland sprak Bernstein met de Frankfurter Allgemeine (dinsdag 27 februari 2024). Zij deed dat samen met prof. Roglit Ishay (Freiburg), eveneens direct betrokken bij het ontstaan van het Joods netwerk.
Antisemitisme-expert Bernstein ruimt meteen een misvatting uit de weg. “Het is een vergissing te menen dat opleiding beschermt tegen vijandschap jegens Joden. Er waren altijd geleerden met de diepste antisemitische instelling – denkt u aan Maarten Luther of ook aan Heidegger.” De academische verstrikking in de nationaalsocialistische propaganda wordt tot op vandaag vandaag verzwegen, geeft zij aan.
Ishay, specialiste voor kamermuziek, vertelt over haar zoon die in Riga (Letland) studeert. Hij merkte dat op zijn universiteit er veel meer solidariteit is met Oekraïne dan met Israël. Toch beide bloedig overvallen landen. Als de zoon van Ishay naar de reden vraagt, hoort hij dat het tussen Israël en de Palestijnen om een gecompliceerd conflict gaat. Zijn moeder begrijpt dat niet: “Wat is er gecompliceerd aan een massamoord?”
Bernstein beaamt dat er met twee maten gemeten wordt bij de oorlogen waarin Oekraïne en Israël verwikkeld zijn. Kijk naar de onderscheiden bereidheid van universiteiten om de Oekraïense vlag en die van Israël te hijsen. Als de laatste al mag wapperen, wordt de vlag vaak afgerukt, besmeurd of gestolen. “Onzegbaar vind ik het ook dat foto’s van de door Hamas gegijzelden worden bezoedeld of elke poster met de davidster wordt afgescheurd. Er zijn veel van zulke gevallen op universiteiten. Daarbij speelt ook geen rol of iemand een aanhanger of tegenstander is van Netanyahu. Om vijandig bejegend te worden, volstaat het om Joods te zijn of zo gezien te worden.”
Al met al gaat het tegenwoordig niet alleen meer om preventie tegen Jodenhaat, maar in eerste instantie om interventie, constateert Bernstein. “De veiligheid van mensen is in gevaar.” Joden en Jodinnen in Duitsland voorop. “In het land dat bijna slaagde alle Joden te verdelgen, wagen de meeste Joden het al sinds enige jaren niet meer om in het openbaar Hebreeuws te spreken of een keppeltje te dragen.” En bij evidente uitingen van antisemitisme komen universiteiten met vragen als: is dat wel antisemitisme of valt het niet onder de vrijheid van meningsuiting?
Collega Ishay is ervaringsdeskundige: “Ook tegen het optreden van het Israël Piano Trio, waartoe ik behoor, is al geprotesteerd. Alleen vanwege het woord Israël in de naam. In Freiburg, waar ik aan de hogeschool voor muziek doceer, kon een solidariteitsconcert na de 7e oktober in de Joodse gemeente slechts onder grote veiligheidsmaatregelen plaatsvinden.”
Beide initiatiefneemsters van het Joodse academische netwerk onderstrepen dat “de veiligheid van Joden op universiteiten” centraal staat. De campus moet een veilige plaats zijn voor Joods leven. Hoe kun je als Jood studeren, wanneer je je voortdurend zorgen moet maken om je veiligheid? Daarom moet de universiteit gebruik maken van haar “huisrecht” en optreden tegen bedreigers van academische vrijheid en veiligheid.
Beide hoogleraren spreken zich klip en klaar uit voor een “huisverbod” bij antisemitische hetze. Bernstein noemt als voorbeeld de groep “Studis gegen rechte Hetze” die flyers verdeelde, waarop het bloedbad van 7 oktober “in context” werd geplaatst. “Dat is een antisemitische verklaring omdat het de massamoord bagatelliseert en legitimeert”, aldus Bernstein. Als het aan haar ligt, wordt de ontkenning van het bestaansrecht van de Joodse staat wettelijk strafbaar.
De auteur van diverse belangwekkende studies over Jodenhaat in het Duitse onderwijs wijst ook op “een asymmetrische situatie”: Joodse mensen moeten hun symbolen alsook vaak hun identiteit verbergen, anderen niet. “Op de campus hoeft niemand zijn hoofddoek af te doen, omdat er een aanval van Joden dreigt. Op gelijke wijze oogt het met de nu nog versterkte politiebewaking van Joodse organisaties.”
Bernstein trekt een duidelijke grens voor wat op een universiteit over Joden en Israël mag worden gezegd: propaganda van antisemitische vijandbeelden of vernietigingsscenario’s; rechtvaardiging respectievelijk uitoefening van antisemitisch geweld. “Op woorden volgen daden.”
In de strijd tegen antisemitisme op de campus gaat het om veel meer dan Jodenhaat, beklemtoont de hoogleraar uit Frankfurt. Joodse perpectieven moeten op de voorgrond worden geplaatst. “Met moet niet over Joden, maar met Joden spreken. Het moet niet alleen om antisemitisme gaan, maar ook om Joodse identiteit en diverse Joodse levenswijzen. Wij moeten daarbij voor alle statusgroepen een ondersteunend aanbod scheppen.”
Haar medestrijdster uit Freiburg wenst zich eindelijk een dag om met haar davidsterketting zonder angst op de campus te kunnen lopen. ”En dat mijn zoon zijn kippa dragen kan, wanneer hij wil.”
Duitsland kent nu Joods academisch netwerk. Urgent gezien de antisemitische scène in het buurland. Maar is zo’n netwerk niet even urgent in Nederland? Of bestaat dat soms, maar houdt het zich muisstil? Reacties zijn altijd welkom (mailadres bekend bij redactie Israel Nieuws)!
Bas Belder, historicus
Comments