top of page
  • Foto van schrijverJoop Soesan

'Moody’s Blues' - een nieuwe column van Simon Soesan



Enkele jaren geleden was ik op een reünie van mijn school in Nederland. Ik herinnerde me een meisje in de klas die niet mooiste was, maar die zich omringd had met de meest onaantrekkelijke vriendinnen. Ook zij was aanwezig en, niet als iedereen, een paar jaartjes ouder geworden. Na de gebruikelijke herintroducties vroeg ik haar wat dat toen was, al die vriendinnen.


Ze legde uit dat ze zich bewust was dat ze indertijd niet de mooiste was. Daarom omringde ze zich met een aantal meisjes die niet bij de “club van de schoonheidskoninginnen” hoorde, opdat iedereen kon zien dat zij de mooiste was van de groep.


Ik moest hieraan denken toen Benjamin Netanyahu zijn laatste regering introduceerde: de een nog vreemder dan de andere. Niet alleen wilde hij een ex-bajesklant als minister van financiën, hij bracht religieuze fanatici mee, die ook in zijn “veiligheidskabinet”, de groep die bepaald wat we met de vele bedreigingen van onze buren moeten doen, mochten zitten.

In ons land is de militaire dienst een peiling voor wie je bent en wat je bent. Iedereen dient in het leger of, alternatief, kan dezelfde periode dienen in Nationale Dienst, waarbij de militaire dienst wordt gewisseld voor dienst in een ziekenhuis, bejaardentehuis of met invaliden werken.


Toen ons land net gesticht was, 75 jaar geleden, kwamen rabbijnen naar Ben Gurion, ons eerste staatshoofd, en vroegen hem of de dienstplicht voor Tora-leerlingen misschien kon worden ingewisseld voor het leren van de Tora. Er waren toen ongeveer 700 Tora-leerlingen en Ben Gurion’s antwoord was “hun gebeden zijn een ondersteuning voor de gevechten”.


Vandaag de dag zijn er meer dan 150.000 Tora-leerlingen die, onder deze beslissing, geen militaire dienst doen. In de loop der jaren hebben rabbijnen zich tegen de militaire dienst voor hun leerlingen uitgesproken. Diverse pogingen om de dienstplicht eerlijk te verdelen zijn tot nu toe mislukt, hoewel er al kleine eenheden zijn met orthodox-religieuze soldaten.


De nieuwe regering bestaat nu grotendeels uit leden die uit de ultraorthodoxe en nationaalreligieuze kring komen – een groep die voornamelijk vrijgesteld is van werken, van militaire dienst en daarbovenop uitkering krijgt voor kinderen, huishuur en algemene bijstand. Uiteraard is dit economisch niet haalbaar: dit is een groep die economisch en militair niets bijdraagt aan ons land, maar ontzettend veel kost.


De interne discussie over deze “gratis mee-eters” is fel: vele jongeren vinden het oneerlijk dat religieuze jongeren vrijgesteld worden van militaire dienst en zelfs geen Nationale Dienst willen doen. De nieuwe regering nam deze situatie een stapje verder: de vertegenwoordigers van deze groep kunnen nu beslissen of we een oorlog of een militaire actie zullen ondernemen, zonder dat ze hun eigen kinderen daarheen sturen. Iets wat onacceptabel is voor het publiek dat werkt, dienstdoet en belasting betaalt.


De voorzitter van onze economische commissie in de Knesset (ons parlement), zelf een orthodox-religieus persoon, merkte laconiek op “Nou en? Dan gaat de helft van de jeugd in dienst en de andere helft zal voor ze bidden.”, een opmerking die hem niet vergeven wordt. In een gesprek met de man opperde ik dat “wij”, de niet religieuzen, de eerste 75 jaar gediend hebben, en dat “zij”, de religieuzen, de volgende 75 jaar mogen dienen, terwijl “wij” voor hun zullen bidden, maar dat werd me niet met liefde afgenomen.


De vele extremisten in onze huidige regering steunen het idee om de gerechtshoven minder macht te geven, iets wat Netanyahu prima uitkomt daar hij terecht staat voor grove overschrijdingen van de wet en hij het liefst zelf zijn rechters wil kiezen.


Ons Hooggerechtshof bestaat voornamelijk voor de simpele burger, die het niet eens is met wat de rechtbank heeft uitgesproken en daar in hoger beroep kan gaan. Ook fungeert het Hooggerechtshof als verantwoordelijke die de nieuwe wetten van Knesset controleert en kijkt of die eenstemmig zijn met onze mensenrechten en de bestaande wetten. Als er een contradictie is dan “tikt” het Hooggerechtshof ons parlement op de vingers en wijst daarop aan. Ook dat wil de huidige regering niet meer: het Hooggerechtshof is in hun ogen niet gekozen door het volk (zij wel, als volksvertegenwoordigers) en moet zich niet zo bemoeien met wat de Knesset doet.


Deze poging bracht 15 weken geleden vele Israelis op de been: tegen de reorganisatie van de rechterlijke macht, die volgens deze plannen impotent wordt. De protesten worden van week tot week hevige en kunnen over het hele land binnenkort een miljoen man op de been brengen.


Moody’s is een firma die de kredietsterkte van landen in de gaten houdt en ze ook een rang/cijfer geeft. Onze economie is al jaren sterk (eerlijk is eerlijk: dat heeft Netanyahu voor elkaar gekregen) maar de plannen van de huidige regering zijn storend volgens Moody’s, dat ook zag dat een grote groep van oneconomische mensen vreselijk veel geld krijgen.


Moody’s deelde daarom mede bezorgt te zijn over de terugbetalingskracht van Israel’s leningen (bijna elk land neemt leningen) in de toekomst en haalde onze toprangering iets naar beneden.


Netanyahu reageerde meteen met “Moody’s begrijpt er niets van”, maar heeft de afgelopen weken alles gedaan om deze beslissing van Moody’s te voorkomen, wat niet is gelukt.

Netanyahu omringde zich met niet al te slimme mensen om zo zelf als slimste te worden gezien: de verantwoordelijke volwassene, maar die vlieger gaat niet op: diverse investeringsbedrijven, hi-tech bedrijven zijn in een proces om hun geld weg te halen uit ons land, zodra de vreemde plannen van ons land een realiteit worden – iets wat volgens mij niet gaat gebeuren.


Ondertussen heeft het niet-mooie meisje, Netanyahu, zich omringd met erg onaantrekkelijke mensen, die hem blijven vertellen dat iedereen het mis heeft en dat hij, Netanyahu de slimste van de wereld is.


Daarom ziet u de demonstraties, daarom is de discussie fel.


Volgens mij komen we er wel uit, maar het kan nog even duren. De vraag is of we nog tijd hebben.


We gaan het zien.


327 weergaven0 opmerkingen

Commentaires


bottom of page