top of page
  • Bas Belder

“Na 7 oktober bestond ik gewoon niet meer voor mijn niet-Joodse collega-wetenschappers”

Universiteit Groningen. Foto Wikipedia


Een bijzonder aangrijpend interview met Joodse promovenda uit het buitenland die op Nederlandse universiteit Groningen na 7 oktober totaal werd genegeerd en buitengesloten.


“Denk je deze ironie eens in, dat zelfs met al die raketten die neerkomen op Israël tijdens de oorlog, ik er niet aan twijfel dat ik veiliger daar zou zijn dan hier.” Dat hoorde Israëlnieuws van een begaafde Joodse wetenschapper uit het buitenland, die momenteel in Nederland promoveert.


U zei: “ Wij als Joodse studenten in Nederland ademen antisemitisme in.” Kunt u daarvan enkele concrete voorbeelden geven, wellicht uit eigen ervaring?


Wetenschapper: Absoluut. De universiteiten zijn problematische plaatsen geworden voor Joodse studenten in Nederland. Het minste wat je van de mensen om je heen kunt krijgen, is onverschilligheid, het meeste open vijandigheid. Er zijn altijd wel een paar vrienden die je steunen. Voor de meesten van ons is het dus nog steeds te doen. Maar professoren die op sociale media teksten zetten met hun mening dat Israël niet zou moeten bestaan en een terreurstaat is, dat is op zichzelf al problematisch. De Universiteit Leiden kent een docent die zich openlijk antisemitisch uit tijdens colleges. De studenten spraken de universiteit daarop aan. Treurig genoeg heeft een van hen zich teruggetrokken uit het vak dat die specifieke hoogleraar gaf.


Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat ik na 7 oktober totale onverschilligheid ontmoette. Op een gegeven moment ging dat zelfs over in volstrekte negatie van mij. Ik zal daarvan een paar voorbeelden geven: de groep onderzoekers waartoe ik (promovendus) behoor, spreekt over de uitwisseling van Israëlische gegijzelden tegen Palestijnse gevangenen, waarbij ik het oké moet vinden dat één, onschuldige Israëli, die ’s morgens vroeg uit het bed is gelicht, wordt geruild voor drie, terecht vastzittende Palestijnen, vanwege pogingen tot moord bijvoorbeeld. Blijkbaar moest ik ook niet klagen volgens dezelfde onderzoekers over vrouwenorganisaties die niets zeiden van het seksuele geweld dat Hamas beging tegen Israëlische vrouwen. Op dat ogenblik had, naar mijn weten, nog geen enkele lokale of internationale organisatie deze kwestie geagendeerd. Maar die collega-onderzoekers repliceerden dat ik dat gewoon niet gezien had.


Het is blijkbaar ook oké om mijn aanwezigheid, waar dan ook, simpelweg te negeren, alsof ik niet besta.  We praten nu over mensen die vóór 7 oktober mij uitnodigen voor de lunch, met mij kletsen op de gang, naar mijn kamer kwamen en samen met mij uitgingen in de weekends. Zij waren er opeens niet meer. Ik was nu hun vijand. Ze ontmenselijkten mij gewoon door partij te kiezen voor de Palestijnen, maar vergaten dat er menselijke wezens zijn, ook aan de andere kant. Maar dat past niet in het schema van onderdrukker versus onderdrukten. Ik leerde eveneens dat Hamas blijkbaar vrijheidsstrijders zijn. Evenzo zie ik geen enkel verband tussen mensen die stenen naar mij gooiden tijdens de herdenking van de Kristallnacht en de oorlog. Wat ik zie, zijn antisemieten die geen flauw benul hebben van geschiedenis en die ons alleen willen afbekken.


Naar uw mening kunnen Nederlandse universiteiten onveilig zijn voor Joden en zelfs gevaarlijk voor Israëli’s. Graag een toelichting.


Wetenschapper: Nederlandse universiteiten kennen verschillende veiligheidsniveaus. In het noorden, waar ik voor mijn promotie werkte in het lab (schrijf nu mijn proefschrift), is de situatie het veiligst. Zeker, ook daar was een professor die op Linkedin berichten plaatste over Israël als terreurstaat. Later herhaalden studenten dat en plein public tegenover Israëlische studenten.


In Amsterdam en Leiden vinden er demonstraties plaats op de universiteit, waar leuzen klinken als “Free Palestine from the river to the sea” en “globalize intifada”. Beide slogans hebben betrekking op genocide op de Joden. Israëli’s beseffen dat heel goed. Voor hen zijn oproepen tot intifada feitelijk verbijsterend en verschrikkelijk. Zij weten immers wat intifada betekent… Hun families waren getuige van zelfmoordaanslagen, steekpartijen en al die andere angstaanjagende gebeurtenissen tijdens de intifada. En nu schreeuwen mensen “intifada” zonder enig idee hierover. 


Veel Israëli’s verbergen hun identiteit op de universiteit. Het is moeilijk om tijdens een college in te gaan tegen een docent die technisch gesproken alleen “zijn particuliere mening” geeft. Maar waarom moet hij zijn eigen opvattingen delen met een aula vol studenten? Het klinkt als een goedkoop excuus voor politieke agitatie. De universiteiten beweren altijd dat zij niemand het zwijgen wensen op te leggen en dat zij geloven in de vrijheid van meningsuiting, echter ook al voor 7 oktober konden wij als Joodse studenten geen bijeenkomsten organiseren in relatie tot Israël. En passant was er elk jaar in maart een Israël Apartheidsweek op Nederlandse universiteiten.


Meestal zijn Joodse studenten veilig, fysiek gesproken, maar niet mentaal. Zelfs op toiletten vind je stickers met opschriften die oproepen tot een Joodse genocide. Intimiderend. Ik ken een studente tandheelkunde. In haar bijzijn maakten medestudenten vreselijke opmerkingen  over Joden en Israël. Uit angst om ook het mikpunt te worden, besloot zij haar naambordje te verwijderen op haar stageplek. Zo konden mensen haar niet identificeren als Joods. Deze situatie is verre van normaal.


Hoewel wij nog geen fysieke bedreigingen hebben meegemaakt, zouden zij wel eens de nieuwe realiteit kunnen gaan vormen, indien we niet optreden tegen haattaal die nog niet is overgegaan in lichamelijk geweld.


Heel kwetsend waren uw persoonlijke ervaringen na de zevende oktober, de dag van de bloedige pogrom van Hamas op Israëlisch grondgebied. Wat maakte u allemaal door?


Wetenschapper: De zevende oktober was een schrikwekkende dag. Om twee redenen. Ten eerste, omdat tal van Israëli’s op weerzinwekkende wijze werden vermoord, en ten tweede, omdat ik mensen in Nederland door de straten zag lopen, die de terroristen bejubelden. In Groningen gebeurde dat op 8 oktober, maar in veel andere Nederlandse steden al op 7 oktober. Deze protesten steunden de zogenoemde “al-Aqsa-vloed’. De gemeenteraad van Groningen erkende later tegenover ons dat zij niet wisten dat die naam door Hamas was bedacht voor haar terreuraanval. Daarom lieten zij de demonstratie toe.


Het was voor mij ook benauwend hoe de sociale media bol stonden van de bijval voor de ‘vrijheidsstrijders’ van Hamas. Hetzelfde gevoel kreeg ik van toenmalige vrienden met een Midden-Oosten-achtergrond, die onder ISIS of verschrikkelijke regimes hadden geleden en nu Hamas steunen. Ronduit hallucinant. Al heel gauw kwam ik erachter dat een van mijn beste vrienden, een moslima uit Pakistan, Hamas steunde. Tegelijkertijd vertelde zij mij hoezeer ze op me gesteld was, hoezeer ze onze vriendschap op prijs stelde… Het bleek dat ze geen idee had van het handvest van Hamas. Maar zelfs nadat ze dit document gelezen had, bleef ze de terreurorganisatie steunen. Begrijp me niet verkeerd – mensen zijn vrij om Palestijnen te steunen, en ik geloof dat we allemaal menselijk moeten blijven en dat niemand blij wordt van het sterven van mensen, maar het ondersteunen van terroristen is een compleet ander verhaal. Wat die Pakistaanse moslima zei, klonk mij in de oren als: ‘ik mag je, maar ik mag ook de nazi’s. Maak je niet ongerust, ik houd alleen van mensen die er geen probleem mee hebben om jou te vernietigen, echter, onze vriendschap is belangrijker’. Ik vond deze houding desastreus en wel op verschillende niveaus.


Na 7 oktober toonde geen enkele collega uit het lab enig medeleven of steun, op zijn best ontmoette ik onverschilligheid. Op een gegeven ogenblik was ik een promovendus die in een hoekje zat te huilen. Daarbij zouden ze me gewoon negeren. Eenmaal op dit punt gekomen, deed het er voor mij niet meer veel toe. Ik voelde dat dit gewoon gebeurde. Onnodig te zeggen, dat ik met opluchting de universiteit achter me liet om aan mijn dissertatie te gaan schrijven na afsluiting van het labonderzoek. Ik realiseerde me dat ik daar trouwens eigenlijk nooit vrienden had gehad. Het was, kortom, geen groot verlies om de groep te verlaten. Op datzelfde moment raakte ik bijna 90 procent van mijn niet-Joodse vrienden kwijt vanwege hun liefde voor ‘vrijheidsstrijders’. Ik vind dat een ontnuchterend percentage, maar ik ben ook blij met de 10 procent die overblijft en die me probeerden te steunen. Ik ben ook dankbaar jegens de Joodse gemeenschap – wij zijn sterker dan ooit en saamhoriger dan ooit.


Contacteerde u ook, wellicht samen met andere Joodse/Israëlische studenten, de bestuurders van de universiteit over uw gevoelens van onveiligheid door al die pro-Palestijnse agitatie versus Israël? En als dat het geval was, hoe reageerden zij?


Wetenschapper: Ik legde inderdaad contact met de universiteit over ongewenst gedrag van bepaalde docenten en studenten. Qua de betrokken docent, erkende de universiteit dat dit gedrag niet door de beugel kon en beloofde stappen te ondernemen. Maar welke stappen? Ik weet het niet, maar hoop dat zij voor de toekomst een raamwerk vinden om met zulke situaties soepeler om te gaan.


In december ontmoette mijn vriend en opvolger als voorzitter van de Joodse studentenvereniging de rector van de universiteit. Dat leverde niets op, behalve het verzoek aan de studenten zelf met oplossingen te komen. Heel bijzonder was ook de suggestie richting Joodse studenten om intern een workshop te organiseren over communicatie met moslimstudenten. De laatsten kregen daarentegen niet een identiek verzoek! Opmerkelijk toch. Wij als Joodse studenten hebben dit probleem niet gecreëerd. Jaren van toestemming in politieke agitatie onder het mom van lezingen en debatten veroorzaakten deze situatie. Eén positieve ontwikkeling in Groningen valt er overigens wel te melden: de universiteit doet nu wat zij kan om de organisatie van weer een Israël Apartheidsweek te voorkomen op haar grondgebied, daar hebben we de afgelopen jaren op aangedrongen.


U bent een jonge, begaafde Joodse onderzoeker. Ziet u uw toekomst als wetenschapper nog altijd in Nederland, ondanks groeiende, giftige Jodenhaat of denkt u aan alija, vertrek naar de Joodse staat?


Wetenschapper: Vóór 7 oktober was dit een nogal lastige vraag geweest. Ik overwoog toen diverse opties. Vandaag de dag ben ik nog altijd in Nederland, maar vanwege het groeiende antisemitisme denk ik erover om in de toekomst op alija te gaan naar Israël. Denk je deze ironie eens in, dat zelfs met al die raketten die neerkomen op Israël tijdens de oorlog, ik er niet aan twijfel dat ik daar veiliger zou zijn dan ik hier ben.


Naam van de wetenschapper is bij de redactie bekend.


Bas Belder, historicus


3.498 weergaven6 opmerkingen
bottom of page