Open brief aan Max Pam, door Rob Fransman
- Rob Fransman
- 1 dag geleden
- 3 minuten om te lezen

Foto ia Rob Fransman
Beste Max,
Ik las je stuk in de Volkskrant. Voor een deel ben ik het met je eens: de Netanyahu’s zijn ook in mijn ogen criminelen en horen in de gevangenis. Zo’n 70% van de Israëliërs denkt er net zo over. Hoe het dan kan dat hij nog steeds aan de macht is? Omdat hij een trouwe achterban heeft, die telkens net genoeg zetels bij elkaar sprokkelt in steeds wisselende coalities.
Die achterban bestaat voor een groot deel uit de nazaten van de 800.000 Joden die in 1948 uit Arabische landen zijn verdreven. Dàt was de echte Nakba. Die mensen wisten: er is geen weg terug. In tegenstelling tot de Palestijnen – die zich tot in de vijfde generatie als vluchteling blijven beschouwen – bouwden zij hun nieuwe land op. Tegelijkertijd bleven ze, ondanks hun Israëlische paspoort, sterk verbonden met hun Arabische wortels. Logisch ook: Joden nemen namen altijd de identiteit van hun gastland aan. Nederlandse Joden blijven in hart en nieren Nederlanders, Duitse Joden Duitsers, geen echtere Amerikanen dan Joodse Amerikanen.
In Arabische landen zijn autocratische leiders de norm. Dat verklaart waarom er in het hele Midden-Oosten geen enkele echte democratie bestaat – behalve in Israël. Al is ook die democratie stevig gevormd door diezelfde Mizrachi-Joden die ervoor zorgen dat Bibi nog altijd de scepter zwaait. En dan zijn er ook nog de miljoenen Oost-Europeanen die sinds 1989 zijn geïmmigreerd. Die stemmen gedeeltelijk ook op Bibi’s Likoed, al hebben ze een pesthekel aan de religieuzen. Tja, Israël is een ingewikkeld land.
Tot zover zijn we het wel eens: Bibi en Sara horen achter tralies. Voorlopig is dat wensdenken. Bovendien, ik durf te wedden dat als hij ooit vertrekt dan is dat naar een belastingvrij eiland. Al dan niet samen met zijn Sara maar zeker met zijn corrupte miljoenen.
Wat ik je wél kwalijk neem, is dat je de suggestie overneemt dat Netanyahu vooraf wist van de aanval van Hamas en dat hij werkt aan een “eindoplossing”. Dat je dat opschrijft, is precies het soort munitie waar een deel van de Volkskrant-lezers op zit te wachten. Juist de lezers van die krant, verwarren hun antizionisme maar al te graag met antisemitisme.
Ik vind het pijnlijk dat je je schaart onder de ‘goede Joden’ die via advertenties laten weten dat Israël “niet namens hen” spreekt. Die morele superioriteit is hypocriet. Nog meer koren op de risjesmolen: “zie je wel, de Joden zeggen het zelf!’
Je vader noemde Israël een muizenval. Misschien is het dat ook wel, maar is het nodig dat je zo blij bent met zijn gelijk? De Israëli’s hebben geen ander land. En voor degenen die er bewust voor kozen om in de diaspora te blijven, is Israël een levensverzekering voor als het weer misgaat. Met het antisemitisme dat in West-Europa weer openlijk de kop opsteekt is dat geen irreëel scenario.
Was je bij de opening van het Holocaustmuseum? Ik wel. Het was een middagje spitsroeden lopen. Net als afgelopen zondag bij het feestje van het CIDI bij het KIT.
Je zegt vaak met enige trots dat je nog nooit in Israël bent geweest. Dat heet bij ons sehaggelis. Jammer, want zelfs een kort bezoek zou je iets van het land laten zien dat je nu mist. Hoe open en veerkrachtig de samenleving is, hoe mensen, ondanks alles, toch hoopvol en optimistisch zijn. De mengelmoes van culturen, het geweldige eten, de veiligheid op straat. Vanuit het comfortabele Amsterdam-Zuid is het makkelijk praten. Maar wie er echt gaat kijken, ziet iets anders. Vele kritische journalisten zijn je voorgegaan. Ze zijn er wijzer van teruggekomen.
Hartelijke groet,
Rob