top of page
  • Freek van Beetz

Over de obsessieve anti-Israël berichtgeving in de media. Activisme verdringt journalistiek meer en meer

Foto: Deir al Balah, Gaza. Public domain


Dit artikel verscheen eerder in Opiniez.


De media, op een enkele uitzondering na, hanteren steeds meer en onverhuld een anti-Israël narratief en dat leidt tot toenemende jodenhaat. Kritiekloos worden berichten van ‘journalisten’ uit Gaza en informatie van Hamas overgenomen, met forse blunders als resultaat. Voor met name de NRC is het echt een obsessie geworden en dagelijks bestookt deze krant zijn lezers met anti-Israël retoriek. Van kwaliteitskranten is geen sprake meer, schrijft Freek van Beetz. 


In mijn column van 7 november verweet ik de media hier, naar aanleiding van de slachtpartij die Hamasterroristen op 7 oktober in Israël hebben aangericht en de daaropvolgende oorlog in Gaza, vooringenomenheid, meten met twee maten en gebrek aan kennis en historisch besef. “Als je dagelijks via de gedrukte media en via televisieprogramma’s, zowel van de publieke als de commerciële omroepen, wordt overspoeld met beelden en vooropgezette meningen, dan moet je niet verbaasd zijn dat Jodenhaat niet meer in het verborgene leeft, maar volop ontluikt en steeds openlijker vormen aanneemt.”


Het is sindsdien alleen maar erger geworden. De media, enkele uitgezonderd (Telegraaf, WNL, EW en GeenStijl) hanteren steeds meer en onverhuld een anti-Israël narratief.


Obsessie

Voor de NRC is het echt een obsessie geworden. Ik heb nog eens de edities van de afgelopen maanden doorgebladerd; elke dag, zeker nadat het Israëlische leger enkele dagen na die weerzinwekkende pogrom op 7 oktober Gaza was binnengetrokken, gaat de NRC vol op het orgel met Israël-kritiek. In de opiniepagina’s en de brievenrubriek lijkt vrijwel dagelijks ruimte gereserveerd  te worden voor bijdragen en brieven vol eenzijdige, vaak ook nog slecht beargumenteerde, anti-Israël epistels.


Kennelijk zet de chef Opinie daarvoor dagelijks de lijntjes uit. Dat sprong ook meteen – en nogal pijnlijk – in het oog toen kort na het emotionerende artikel van Jessica Durlacher, op 7 november, ( “7 oktober was zo gruwelijk, dat Israël onze steun verdient”) de redactie het kennelijk gepast vond om onder de kop: “Israël verdient geen steun” een selectie van ongenuanceerde kritische reacties (“demonisering van Hamas is grotesk”) af te drukken. Dat is sindsdien niet meer opgehouden, nee, het is de vaste lijn geworden.


Kort geheugen

Het geheugen in de media is kort en selectief. De meeste doen het voorkomen alsof Israël zomaar een oorlog in Gaza begonnen is. De rakettenregen op Israëlische steden en dorpen en de pogrom op 7 oktober worden in de berichtgeving weggemoffeld of zelfs verzwegen…

Voor het lot van de in triomf als jachttrofeeën naar Gaza meegevoerde en daar in zorgwekkende omstandigheden gevangengehouden gegijzelden (zie de verhalen van hen die inmiddels vrijgelaten zijn), is nauwelijks nog aandacht. Voor de meer dan 120.000 Israëlische burgers, die niet naar hun woningen in Noord-Israël en in de nabijheid van de grens met Gaza terug kunnen keren en als ontheemden in eigen land moeten leven, hebben de media al helemaal geen belangstelling. De ingevlogen – lang niet altijd deskundige – journalisten gaan vooral in gesprek met kritische activisten en Palestijnen op de Westoever.


Obsessie

Voor de NRC is het echt een obsessie geworden. Ik heb nog eens de edities van de afgelopen maanden doorgebladerd; elke dag, zeker nadat het Israëlische leger enkele dagen na die weerzinwekkende pogrom op 7 oktober Gaza was binnengetrokken, gaat de NRC vol op het orgel met Israël-kritiek. In de opiniepagina’s en de brievenrubriek lijkt vrijwel dagelijks ruimte gereserveerd te worden voor bijdragen en brieven vol eenzijdige, vaak ook nog slecht beargumenteerde, anti-Israël epistels.

Kennelijk zet de chef Opinie daarvoor dagelijks de lijntjes uit. Dat sprong ook meteen – en nogal pijnlijk – in het oog toen kort na het emotionerende artikel van Jessica Durlacher, op 7 november, ( “7 oktober was zo gruwelijk, dat Israël onze steun verdient”) de redactie het kennelijk gepast vond om onder de kop: “Israël verdient geen steun” een selectie van ongenuanceerde kritische reacties (“demonisering van Hamas is grotesk”) af te drukken. Dat is sindsdien niet meer opgehouden, nee, het is de vaste lijn geworden.

Kort geheugen

Het geheugen in de media is kort en selectief. De meeste doen het voorkomen alsof Israël zomaar een oorlog in Gaza begonnen is. De rakettenregen op Israëlische steden en dorpen en de pogrom op 7 oktober worden in de berichtgeving weggemoffeld of zelfs verzwegen…

Voor het lot van de in triomf als jachttrofeeën naar Gaza meegevoerde en daar in zorgwekkende omstandigheden gevangengehouden gegijzelden (zie de verhalen van hen die inmiddels vrijgelaten zijn), is nauwelijks nog aandacht. Voor de meer dan 120.000 Israëlische burgers, die niet naar hun woningen in Noord-Israël en in de nabijheid van de grens met Gaza terug kunnen keren en als ontheemden in eigen land moeten leven, hebben de media al helemaal geen belangstelling. De ingevlogen – lang niet altijd deskundige – journalisten gaan vooral in gesprek met kritische activisten en Palestijnen op de Westoever.

Anti-Israël

Ik richt mijn pijlen in deze column vooral op de NRC. Die krant hanteert, meer dan ooit na 7 oktober, openlijk een anti-Israël narratief. Ik kan me soms niet aan de indruk onttrekken dat enkele medewerkers vooral om hun anti-Israël standpunten aangemonsterd zijn en nu ingezet worden om dagelijks de lezer te voorzien van anti-Israël ‘agitprop’. Want dit heeft niets meer van doen met gebalanceerde en gedegen journalistiek, zoals we ons dat herinneren van de NRC van weleer.

Zomaar een selectie van koppen:


Ziekenhuis

Neem dat zogenaamde Israëlische bombardement op dat ziekenhuis op 17 oktober, dat bij nader inzien de inslag op het parkeerterrein van dat ziekenhuis van een afgezwaaide raket uit Gaza zelf betrof.


“Zeker vijfhonderd doden onder het puin”, …”situatie ter plekke werkelijk catastrofaal”, bazuinde Al Jazeera. BNN/VARA roeptoeterde meteen: “Een oorlogsmisdaad.”

Ook de NRC meende het zeker te weten: “Zeker vijfhonderd doden bij Israëlische aanval op Gazaans ziekenhuis” kopte de krant aanvankelijk. Je kon er bijna een zeker triomfalisme in lezen: zie je wel, dat die Israëli’s niet deugen? Dat ze de berichten kort daarna met waarneembare weerzin naar de feitelijkheid moesten aanpassen, wisten ze voor de kritische lezer nauwelijks verborgen te houden.


Artsen zonder Grenzen stuurde, kort na de eerste berichten, nog diezelfde avond op hoge toon een verontwaardigd persbericht uit: “We zijn geschokt door het recente Israëlische bombardement op het Ahli Arab ziekenhuis in Gaza stad, waar patiënten werden behandeld en ontheemden uit Gaza werden opgevangen. Er zijn naar verluidt honderden mensen om het leven gekomen. Dit is een bloedbad. Het is absoluut onaanvaardbaar.” Ik heb Artsen zonder Grenzen het boetekleed voor deze veel te voorbarige, en naar nader bleek, volstrekt foute en infame beschuldiging niet zien aantrekken. Niettemin geldt de vertegenwoordigster van AzG in Jeruzalem voor de media nog steeds als een betrouwbare bron…

Aantallen slachtoffers

We weten inmiddels beter. Maar vindt u het gek dat ik de media en die ngo’s sinds die tijd niet meer serieus neem? Ook niet voor wat het aantal slachtoffers betreft? Want bij dat ziekenhuis ging het zeker niet om die meer dan ‘vijfhonderd doden die onder het puin vandaan gehaald moesten worden”, zoals dat door – volgens de NRC zo betrouwbare – ministerie van Volksgezondheid (= Hamas) was vastgesteld.



Ambtenaren Buitenlandse Zaken

Ook de wijze waarop de krant nu al wekenlang een ’opkontje’ geeft aan een twintigtal (?) dissidente anonieme ambtenaren van Buitenlandse Zaken – en daarmee ook de rechtsgang bij de aanklacht van enkele ngo’s tegen de levering aan Israël van F-35 vliegtuigonderdelen wil beïnvloeden – door publicatie van (delen van) vertrouwelijke en niet te verifiëren informatie uit ambtsberichten en interne ambtelijke adviezen, doet het toch al zwaar aangetaste imago van degelijke informatievoorziening van dit eens zo respectabele dagblad geen goed.


De beschuldiging dat Rutte zich hoogstpersoonlijk op ongebruikelijke wijze zou hebben bemoeid met dit dossier, bleek uit de lucht gegrepen: met waarneembare spijt moest de NRC-redacteur vaststellen dat dat niet in de stukken terug te vinden is…


Ook wordt steevast verzwegen dat veel van de door de media geraadpleegde ‘experts’ gelieerd zijn aan Israël-kritische en soms zelfs vijandige organisaties als The Rights Forum en andere pro-Palestijnse organisaties en gremia. Het valt gelukkig meer commentatoren op, zoals onlangs Elma Drayer in een vlijmscherpe column in … (ja dus toch): De Volkskrant.

 

Journalisten

De berichtgeving uit Gaza wordt in onze media als waarheid en als zoete koek geslikt, maar wie zijn die zogenaamde (burger-)journalisten, die al dan niet voor Al Jazeera (Qatar) en de BBC berichten en hoe betrouwbaar is hun informatie eigenlijk? Zeker, hun beelden zijn vaak hartverscheurend, maar waarom worden ze niet kritisch bevraagd? Hoe onafhankelijk zijn deze journalisten?


Waarom heb ik dan van hen nog nooit berichtgeving gezien over de bouw van die tunnels, heb ik hen nooit vragen horen stellen waar die kostbare ondergrondse infrastructuur dan wel voor moet dienen en waarom de toegang tot dat ondergrondse netwerk in of nabij woningen, scholen, moskeeën en ziekenhuizen gesitueerd moest worden? En waarom kon de bevolking daar niet schuilen?


Is ‘kritisch tegels lichten’ niet bij uitstek een taak van journalisten? Waarom menen de media als NOS (het onthullende ‘draadje’ op X: “een blik op de NOS”) en de kranten als de NRC dat de door hen geraadpleegde bronnen in Gaza vrijelijk aan nieuwsgaring kunnen doen?

Zie ook dit stuitende voorbeeld:


Waar blijven hun kritische berichten over de verdeling van het met honderden trucks naar binnen gebrachte voedsel? Waar blijven hun interviews met critici van Hamas, want die heb je heus wel in Gaza, al worden die uit de media hier geweerd (zie bijvoorbeeld The Free Press, Voices from Gaza).

 

Vergaarbak van meningen

Bij betrouwbare nieuwsvoorziening zouden feiten en analyses voorop moeten staan. De media zijn verworden tot een vergaarbak van meningen. In ooit respectabele dagbladen voert activisme de boventoon. De media, enkele uitgezonderd, ik noemde ze al in het begin, hebben duidelijk de kant tegen Israël.


Eind jaren zestig noemde de destijds veel beluisterde en gelezen politiek commentator mr. dr. G.B.J. Hiltermann in één van zijn columns De Volkskrant: “rondweg antisemitisch, althans anti-Israël.” Wat zou hij over de zelfbenoemde ‘kwaliteitskranten’ van tegenwoordig zeggen?


Vond je dit artikel goed? Steun Freek van Beetz via pinchas.backme.org.

































593 weergaven0 opmerkingen
bottom of page