- Bas Belder
Voor de Joodse staat geen academische standaarden in de USA

Screenshot YouTube
Een universiteit die vijf miljoen dollar terugstort voor een leerstoel “Israël studies”? De Universiteit van Washington deed het. En met reden. De beoogde hoogleraar was immers geenszins van plan een evenwichtige invulling aan haar academische opdracht te geven.
Moedig en terecht zag de Universiteit van Washington van deze leerstoel af. Het ging immers om de benoeming van een fervent supporter van de pro-Palestijnse beweging. Tussen twee haakjes: een navolgenswaardig voorbeeld van academische screening door Nederlandse universiteiten.
De rechte rug van de Universiteit van Washington in deze zaak ontlenen we aan een bijdrage van Scott A. Shay onder de titel “Universiteiten verbergen anti-Israël faculteit achter het schild van ‘academische vrijheid’” in Real Clear Religion.
Scott A. Shay, oprichter en voorzitter van de Signature Bank in New York, informeert dat veel Amerikaanse faculteiten waar Israël studies worden gedoceerd in feite zijn verworden tot instituten die studenten leren de Joodse staat te haten. Buitenlandse geldschieters als Qatar, dat miljarden dollars academisch doneert, hoeven zich natuurlijk geen zorgen te maken over wat uiterst linkse professoren in de VS over Israël debiteren. De laatsten zitten immers op Doha’s lijn.
In zijn stuk voert Shay een pleidooi voor academische integriteit. Die verdient namelijk evengoed bescherming als academische vrijheid. Hij verwijst naar de kwestie rond de leerstoel voor Israël studies aan de Universiteit van Washington. Die zou bezet worden door professor Liora Halperin. En deze mevrouw Halperin zei openlijk dat de naam Israël studies haar niet beviel. “Velen van ons prefereren Midden-Oosten studies.”
Scott Shay serveert overigens Halperin niet af als een simpele Palestijnse propagandist. Hij noemt haar zelfs mild een serieuze historica die echter, zoals veel geleerden in de VS en over de hele wereld, afwijkende inzichten van collega’s gewoonweg buiten haar studieprogramma laat.
En zo slaat academische vorming door ideologische vooroordelen om in puur politiek activisme. Zo veranderen faculteiten voor Joodse of Israël studies onder invloed van Palestijnse en Arabische nationalistische academici essentieel in Palestijnse studies, stelt Shay. Met als werkelijke verliezers, de studenten. Want hen worden de gezichtspunten van werkelijk excellente geleerden onthouden. Een pervertering van de academische vrijheid, vonnist Shay.
Intussen zetten betrokken academici het wapen van de academische vrijheid in als schild tegen de (aan)klacht van politisering van hun vakgebied. Een wel heel doorzichtige verdediging van ontoelaatbare eenzijdigheid die haaks staat op werkelijke academische waarden van een open, onbevooroordeelde uitwisseling van feiten, analyses en gezichtspunten.
Niet alle academische eenzijdigheid ten koste van de Joodse staat vloeit voort uit anti-Israël attitudes, tekent Shay aan. Welhaast verontrustender acht hij de factor vrees. Er zijn immers gevallen waarin academische uitgevers toegaven uitstekende studies niet te hebben gepubliceerd omdat die geen “sinister licht” wierpen op de Joodse staat. Ze waren bevreesd voor ‘de reacties’…
De conclusie die Scott Shay trekt voor Amerikaanse universiteiten stemt ronduit droevig. Bijkans sarcastisch luidt zijn slotsom: “De meeste Israël studies programma’s onderscheiden zich niet van de door Qatar gefinancierde Palestijnse studies programma’s. Qatar, de grootste financiële geldgever van Hamas, door de VS als terroristische organisatie geduid, zou het zelfs nuttig kunnen vinden om ook aan Israël studies te doneren, zeker zoals die zich nu in academisch Amerika vormen.”
De lectuur van Shay werpt qua academische delegitimering en demonisering van Israël tegelijkertijd de cruciale vraag op naar de situatie in wetenschappelijk Europa, ja dichterbij nog, academisch Nederland.
Een objectief onderzoek op vaderlandse bodem hiernaar is bepaald geen overbodigheid, sterker nog een ‘must’. Diverse interviews in Israël Nieuws geven dat zonneklaar aan.
Dat is weliswaar een primaire taak voor de universiteiten zelf, maar ontslaat evenmin regering en parlement van politieke verantwoordelijkheid. Zij pretenderen toch voor in het gelid staan in de strijd tegen Jodenhaat, ook al poogt die heel modieus ‘kritiek op Israël’ voor te wenden.
De ‘apartheidsbehandeling’, die Israël grosso modo in de Nederlandse pers ten deel valt, maakt zo’n zelfreinigende academische en politieke blik naar binnen alleen maar urgenter.
Bas Belder, historicus