Anna Staroselski. Foto via Twitter
“In moeilijke tijden sta je elkaar in het bijzonder bij”, zegt studente Anna Staroselski (Berlijn). Ze reageert daarmee op een rondvraag van het weekblad Jüdische Allgemeine naar de gevoelens van Joden en Jodinnen in Duitsland over de laatste Palestijnse raketaanvallen op Israël. Een selectie uit de respondenten.
Staroselski windt er meteen al geen doekjes om. Bij elke escalatie van het Israëlisch-Palestijns conflict prepareren Joden in Duitsland zich op vijandige uitingen en antisemitische aanvallen. “Dat leidt noodgedwongen tot bijzonder omzichtig alledaags gedrag.”
Van direct belang is echter of familie en vrienden in Israël zich in veiligheid bevinden. Vele Duitse Joden volgden de recente krachtmeting tussen de IDF en Palestijnse Islamitische Jihad doorlopend via de Red Alert App.
De Joodse Unie van Studenten in Duitsland weet zich vanuit de statuten verplicht tot solidariteit met Israël, informeert presidente Anna Staroselski. “Dit thema laat ons echter ook persoonlijk niet koud. Belangrijk voor ons is het onderscheid tussen Joden en Israëli’s duidelijk te maken, maar ons gelijktijdig aan de zijde van Israël op te stellen.”
Dat levert zowel steunbetuigingen als beledigingen en bedreigingen op. “Daar zijn we aangewend”, constateert Staroselski, om vervolgens eerlijk aan te geven dat het conflict en zijn effecten “voor velen van ons een emotionele belasting” betekent.
Ook uit Berlijn reageert Sarah Cohen-Fantl. Mei 2021 zat ze, zwanger en wel met een kindje op de arm, in een schuilkelder in Israël tegen de rakettenregen uit Gaza. Vorige week, tijdens de Operatie Dageraad, verbleef ze met haar gezin in Berlijn. “Maar ook ver weg maakt het voortdurend oplichtende waarschuwingssignaal voor raketten mij onrustig en treurig. Ik denk aan de families, voor wie elke gang naar het toilet, elke douche een wedloop is tegen de tijd. En aan de kinderen, die getraumatiseerd worden.”
Sarah Cohen-Fantl is vooral woedend over de dubbele moraal waarmee Israël in de (sociale) media wordt bejegend. Neem bijvoorbeeld de kop in de Duitse krant TAZ: “Israël start verkiezingsstrijd”. Haar snijdende kritiek: “Waarom ondersteunt het gros van de mensen liever een islamitische terreurorganisatie, die de vernietiging van Joden nastreeft en na acht minuten van wapenrust direct weer overgaat tot raketaanvallen, in plaats van de enige Joodse staat op deze wereld, die louter zijn existentie verdedigt?”
Over terreuraanslagen, Jodenvernietiging en leuzen als “From the River to the Sea!” zijn geen twee meningen mogelijk, stelt Cohen-Fantl. “Daar dient consensus over te bestaan. Al het andere is een dubbele moraal- en antisemitisch.”
Een derde Joodse stem uit Berlijn komt van Rafi Heumann. Ook hij leefde intens mee met familie en vrienden in Israël tijdens de raketdreiging vanuit Gaza. Om het uur stond Heuman ’s nachts op om te zien waar raketten waren neergekomen op Israëlisch grondgebied.
“Maar vooral één zaak beweegt me”, vertelt Heumann, “Israël telt zoveel kinderen die lijden aan posttrauma. De dochter van familie in Ashdod heeft angst, ook als de sirenes niet loeien. Ze is zelfs bang om alleen in bad te gaan. Voor haar eindigt de oorlog niet met een wapenstilstand. Daarover lees ik nergens. In Israël is het een reusachtig thema. Ik heb bijzonder aan de kinderen in Israël en aan hun ouders gedacht. Hoe kan een tweejarige begrijpen dat hij 15 seconden heeft om naar een bunker te rennen?”
Bas Belder, historicus
Comments