Screenshot YouTube
“De Biden-regering en Europa zijn op de beste weg in de omgang met Iran dezelfde fout te maken die Duitsland met Rusland heeft begaan.” Die heldere (vergeefse?) waarschuwing komt van analist Thomas M. Eppinger, drijvende kracht achter de onafhankelijke denktank voor het Midden-Oosten, Mena-Watch.
Eppinger noemt slechts drie lessen van de vele die uit Poetins agressie tegen Oekraïne zijn te trekken:
toenadering en handel leiden niet automatisch tot maatschappelijke opening en democratisering;
verdragen met autoritaire regimes wegen slechts zo zwaar als de macht om die verdragen ook te effectueren;
hoe later men expanderende dictaturen stopt, des te hoger is de prijs die men daarvoor moet betalen.
De publicist stelt vervolgende de actuele kardinale vraag: Zal het Westen echter deze lessen trekken? Binnenkort zullen we het antwoord weten, vervolgt hij. En dat moet uit Wenen komen, waar de internationale gemeenschap met de Islamitische Republiek Iran onderhandelt over een nieuwe atoomovereenkomst.
Realistisch genoeg, op grond van doorgesijpelde berichten, verwacht Eppinger bepaald geen goed nieuws uit Wenen: een eventueel nieuw nucleair akkoord zal Irans atomaire bewapening niet verhinderen. “De onderhandelingsleider van de Amerikaanse delegatie, Rob Mally, doet de ene na de andere concessie aan Iran.”
Welke dan? De opheffing van sancties tegen Iraanse prominente personen, de vrijgave van bevroren Iraanse financiën/vermogens, terminering van de beperking van wapenleveranties aan Teheran tegen… “een beetje tijd”. Tijd die het Iraanse regime, aldus Eppinger, zal benutten om zich te bewapenen en zijn militaire presentie in het Midden-Oosten via sjiitische strijdgroepen uit te bouwen. Exact het beeld dat schrijver dezes ook krijgt via directe gesprekken met Europese hulpverleners en andere zegslieden uit de regio.
En passant balanceert Iran op de rand van een staatsbankroet en komt een, in vergelijking met Rusland, brede en goed opgeleide middenklasse sinds jaren telkens opnieuw in verzet tegen “de religieus fascistische dictatuur”, tekent Thomas Eppinger aan.
In Wenen zit het Westen (VS, EU, Frankrijk, Duitsland en Groot-Britannië) samen met Poetins Rusland en Xi’s China aan de onderhandelingstafel met een regime dat er geen twijfel over laat bestaan om naar het adagium van diens stichter ayatollah Khomeini een universele heilige oorlog te voeren tegen de niet-islamitische wereld en dat er ook geen enkele twijfel over laat bestaan de Joodse staat Israël van de politieke landkaart te willen wissen.
Tijdens dit tijdrovende Weense overleg presteerde de Islamitische Republiek het om met trots een nieuwe raket te presenteren. Voor wie die bedoeld is, houden de moordzuchtige mollahs in Teheran allesbehalve voor zich. De naam van het nieuwe wapen luidt immers “Khaybar-vernietiger”. Khaybar was de naam van een Joodse landbouwoase die in 629 door het leger van de profeet Mohammed werd veroverd. Daarbij vonden de mannelijke inwoners van Khaybar de dood en werden hun vrouwen onder de moslims verdeeld, althans volgens de officiële moslimse bronnen, “want andere zijn er niet over deze gebeurtenis”, informeert de befaamde islamkenner, wijlen prof. dr. Hans Jansen.
En historicus/politiek wetenschapper Florian Markl tekent aan: “De leus “Khaybar, Khaybar, ya yahud, jaish Muhammad sayud” (Joden, herinner je Khaybar, het leger van Mohammed keert weer!) is een geliefde slogan bij anti-Israëldemonstraties in heel de wereld.”
Terug naar het betoog van Eppinger. Hij trekt de parallel tussen de westerse benadering van de Russische president en de Iraanse ayatollahs: “Het Westen heeft zich over Poetins natuur zo lang overgegeven aan zelfbedrog tot het te zwak was om de overval op Oekraïne te verhinderen. En het Westen is er juist nu weer bij zichzelf iets voor te liegen versus Iran, tot ook dan het Westen niets meer tegen de mollahdictatuur kan inbrengen. ‘Wij leren uit de geschiedenis’ is de grootste illusie van alle.”
De uitgever van Mena-Watch komt tot de sombere, zij het eerlijke slotsom dat Israël en de Arabische wereld in deze dagen zien dat Oekraïne militair de facto alleen staat. “Zij weten dat ze tegen Iran ook alleen zullen komen te staan.”
Overigens roept niet alleen Thomas Eppinger dringend op tot een laatste westerse “realiteitscheck” richting Iran. Een identiek alarmsignaal geeft expert Emanuele Ottolenghi af in een essay in Tablet Magazine (3 maart 2022) onder de veelzeggende titel “Accommodating Iran Will Be No More Succesful Than Accomodating Russia” ofwel vrij vertaald “pappen en nathouden van Iran zal niet meer succesvol zijn dan in het geval van Rusland”.
Ottolenghi haalt westerse leiders meteen bij de les van de actualiteit van vandaag: “De schokkende en vreselijke beelden waarvan we getuige zijn op onze televisieschermen –en ons onvermogen om daar iets aan te doen- zouden de gedachten moeten bepalen van westerse leiders wanneer zij blindelings een nieuwe nucleaire deal omhelzen met Teheran.”
Vanwaar deze wekroep aan westers adres? Evenals Poetins Rusland is de Islamitische Republiek een macht die zich niet wenst te neer te leggen bij de bestaande wereldorde. Vroeg of laat, zo poneert Ottolenghi, exporteert een revolutionaire macht haar ideologie, dat wil dus concreet zeggen: de Islamitische Republiek haar “Islamitische Revolutie”. En dat in tweeledige zin: als instrument van radicale verandering én vestiging van eigen heerschappij.
Met deze export zijn de ayatollahs al jaar en dag druk bezig. Ten koste van het welzijn en de welvaart van de eigen bevolking. Ottolenghi formuleert dit proces heel treffend: “Het huidige Iran is een revolutionaire macht waarvan de leiders feitelijk ongevoelig zijn voor enige pressie. Dat moet nu toch wel duidelijk zijn. 43 jaar na de val van de shah en de stichting van de Islamitische Republiek gaat Teheran onverminderd door met het investeren van aanzienlijke sommen om haar revolutie naar elk hoek van de wereld te exporteren. Om slechts de meest nieuwswaardige, kostbare en dichtbije voorbeelden te noemen van hoe Iran de export van de islamitische revolutie laat prevaleren boven het publieke welzijn aan het thuisfront: de financiële en militaire lasten om het regime van Bashar Assad in Syrië te redden van de ondergang; de versterking van de heerschappij van Hezbollah in Libanon; de creatie en ondersteuning van tal van pro-Iraanse milities die het geweld aanwakkeren van Jemen tot Irak.”
En dan spreken we nog maar niet van het vele geld dat het ayatollahregime wereldwijd investeert in netwerken van bepaald niet publiciteitsschuwe volgelingen. Iraanse politieke ballingen in het Westen weten deze lakeien exact aan te wijzen. Wat overigens niet belet dat zij tot in het Europees Parlement heel subtiel als de spreekbuis van het wrede regime in Teheran mogen acteren!
Trek de parallel maar met wat in goed Duits de “Russlandversteher” heet, kortom in dit geval de “Iranversteher”. Tot dit dubieuze gezelschap rekent Ottolenghi eveneens Europese bondgenoten van Iran onder lieden van extreem-links én extreem-rechts.
Intussen is het zeer wel aannemelijk dat het voorbeeld van Poetins Rusland –met militair geweld je wil opleggen aan een buurland dankzij het bezit van kernwapens- de machthebbers in Iran extra zal aanmoedigen vaart te zetten achter eigen atomaire ambities.
Wat dit zal inhouden, allereerst voor de regio en in het bijzonder voor Israël (genocidaal doelwit van het ayatollahbewind) laat zich eenvoudig raden. Maar daarbij zal het dan nauwelijks blijven, voorziet Ottolenghi terecht. De macht van de VS, de macht van het Westen op het wereldtoneel zal koste wat koste moeten worden gebroken. “De gevolgen zullen ernstig zijn en het conflictpotentieel veel dodelijker dan wat we nu in Oekraïne zien.”
Rusland en China, zo schat de Iranexpert in, zullen meer dan blij zijn om de Islamitische Republiek te kunnen gebruiken als “hamer” tegen westerse belangen en veiligheidsmaatregelen, die de ambities van Peking en Moskou doorkruisen.
Terwijl we aanschouwen hoe Poetins Rusland Zelensky’s Oekraïne verwoest, zo concludeert Ottolenghi, zouden we ons moeten realiseren dat we bezig zijn dezelfde drempel over te gaan met Iran. Te vrezen valt dat dit schrikbeeld –een roepende in de westerse woestijn- zich echt gaat voltrekken.
Bas Belder, historicus
Comments