top of page
  • Bas Belder

“Wij konden nergens heen, maar nu is Israël er”: onvergetelijke woorden van een Joodse moeder


Foto via Wix


“Ik ben ervan overtuigd dat Europa over een aantal jaren onleefbaar wordt voor Joden. Israël is voor mij een verzekering”, zegt de Nederlandse Jood Frederik (pseudoniem). Een gesprek over zijn persoonlijke verleden en heden.


Uw ouders overleefden de Holocaust dankzij de onderduik. Hebben ze u als kind daarover ook verteld?


Frederik: Mijn vader heeft me al erg jong verteld dat bijna zijn gehele familie door de Duitsers is vergast. Toen we een keer in de buurt van de Duitse grens reden –ik was nog een klein kind- werd ik panisch. Ik herinner me ook dat een tante eens aankwam met een album vol familiefoto’s, van verwanten die er niet meer waren. Ik was een jaar of vier! Mijn vader heeft altijd haat gekoesterd jegens de politie. Zij had zijn familie opgehaald!


Brachten uw ouders ook hun onderduik ter sprake?


Frederik: Mijn ouders waren voor de oorlog verloofd. De onderduik gevende –hij was orthodox gereformeerd- wilde mijn ouders alleen onderduik verlenen als ze getrouwd waren. Zo huwden mijn ouders en vertrokken meteen na de huwelijksceremonie op de fiets naar hun onderduikadres. Hun huwelijksreis bleek 2,5 jaar te duren. Overigens raakte na drie weken hun geld op. Mijn ouders wilden weer vertrekken. Daar wilde hun gastheer echter niets van weten. Hij zal het als zijn religieuze plicht.


Mijn vader heeft zijn hele leven geleden onder nachtmerries. Er was een waarschuwingssysteem in de straat opgezet. Zodra de Duitsers in aantocht waren, ging er van huis tot huis een waarschuwing totdat het alarm de boerderij bereikte, waar mijn ouders verbleven.


Van mijn ouders hoorde ik ook dat zij zich dagenlang onder een hondenkennel op het erf moesten verstoppen voor de Duitsers. Uit angst voor de hond staakten de Duitsers toen hun zoektocht.


Als kind groeide u zichtbaar Joods op. Hoe reageerde de omgeving, uw klasgenootjes?


Frederik: Mijn vader was rabbi in een middelgrote stad. We woonden in een huis pal naast de synagoge. Ik herinner me dat we in de tuin voetbalden en er een bal tegen het raam van de buren vloog. De buren, vroegere NSB’ers, stoven naar buiten en richtten zich tot mij zonder zich te bekommeren om wie die bal had geschoten: “Ze hadden jullie allemaal moeten vergassen.” Ik was toen tien jaar.


Omdat ik de zoon van de rabbi was, wist iedereen in de buurt dat ik Joods was. Jongetjes fluisterden in het voorbijgaan vaker “Jood, Jood, Jood…” als zij mij tegenkwamen.


Later heb ik op mijn werk eveneens wel antisemitisme meegemaakt. Zo viel een keer in de koffiekamer het woord “Israël”. Een collega die als een van de weinigen niet wist dat ik Joods ben, reageerde: “Ik moet die Joden, dat volk niet.” Ik liet het gaan. Hierna zocht hij evenwel ineens contact met me en deed aardiger. Waarschijnlijk is hij door andere collega’s, die mijn pijnpunten kenden, aangesproken. Ik geef mijn Joodse achtergrond trouwens niet gauw prijs, alleen als ik mensen beter ken en denk ze te kunnen vertrouwen.


Bij een andere werkervaring stond tijdens een huisbezoek de tv-zender Al Jazeera aan. Er waren flitsen te zien van het neerhalen van het beeld van Saddam Hoessein door Amerikanen. De heer des huizes zei: “Kijk, wat de Joden weer doen.”


Wat maakte uw eigen zoon mee in het licht van zijn Joodse identiteit?


Frederik: Op de basisschool hoorde hij van een vriendje dat diens ouders hem verboden nog langer met dat Joodse joch te spelen. Joden zouden een slechte invloed hebben op de wereld. Vervolgens meldde zich de onderwijzer bij ons met de vraag waarom onze zoon niet meer met dat jongetje mocht spelen, alsof het onze schuld was…


Toen mijn zoon zeven jaar was, vertelde een nichtje hem over de gaskamers en concentratiekampen. Daar kwamen we achter tijdens een vakantie. We reden door Duitsland en hij wilde zo snel mogelijk dit land uit. In diezelfde vakantie wilde hij op de camping niet douchen… Heel lang nog moesten we het nieuws op de tv afzetten.


U bent heel actief op Twitter en verdedigt op dat sociale medium met verve de Joodse staat tegen allerlei beschimpingen en belasteringen. Tot welke reacties leidt dat?


Frederik: Ik heb me terdege verdiept in de geschiedenis van Israël. Van daaruit ben ik serieus en inhoudelijk op aantijgingen ingegaan. Dat werd en wordt mij niet in dank afgenomen. Ik heb al vele scheldkanonnades, bedreigingen en bloks over me heen gekregen. Ik zie ontkenningen van de Holocaust langskomen en lastertaal als “Joden zijn tuig, het schuim van de aarde”, “Joden zijn het slechtste dat de wereld heeft voortgebracht”.

Dit was voor mij ook de reden dat ik anoniem twitter. Ik wil mezelf beschermen. Echter, ik voel het als een opdracht tegenover mijn familie, die er niet meer is, om het bestaansrecht van Israël te verdedigen. Ik zal nooit vergeten dat mijn moeder me zei: “Wij konden nergens heen, maar nu is Israël er.” Dat opkomen voor Israël, ook op verjaardagen of feestjes, kostte mijn vrouw en ik al vriendschappen.


In de Nederlandse journalistiek kan de Joodse staat grosso modo weinig goeds doen…


Frederik: Ik stoor me in het bijzonder aan de NOS en de NPO die bijna op ieder onderwerp over de regio een negatieve frame over Israël leggen. Hetzelfde geldt voor bijna alle linkse partijen. Voor mij dé reden om niet links te stemmen. Ik twitter hier dan over en merk dat de kritiek op de media steeds meer herkend wordt. De negatieve reacties die ik op twitter krijg, komen vooral uit de (extreem) linkse hoek en van islamisten.


Wat me opvalt, is dat de overheid weinig aandacht besteedt aan de strijd tegen antisemitisme. Ook bij rechtszaken vallen er weinig veroordelingen wegens antisemitisme. Het lijkt erop dat rechters dit niet erkennen/onderkennen!


Welke persoonlijke betekenis heeft de staat Israël voor u en voor uw verdere familie?


Frederik: Israël is voor mij een verzekering. Ik ben ervan overtuigd dat Europa over een aantal jaren onleefbaar wordt voor Joden. Ik sprak Fransen die naar Israël waren gevlucht. Ze vertelden dat het in Frankrijk voor de Joden onleefbaar is geworden. Ik vrees dat dit Nederland ook staat te wachten.


De naam van Frederik is bij de redactie bekend.


Bas Belder, historicus






























































197 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page