De Israëlische IAF overweegt grote revisie van F-16's, gebruikt voor aanvallen op Iran, om te voldoen aan toekomstige gevechtsbehoeften

IAF F-16D

De Israëlische luchtmacht, IAF, overweegt miljarden shekels te investeren in de modernisering van haar F-16 -vliegtuig "Barak", zo meldde Walla, zondag.

"Barak" is de Hebreeuwse vertaling van het woord "bliksem".

Ondanks dat het toestel al tientallen jaren oud was, werd het ingezet tijdens IAF-aanvallen op Iran tijdens Operatie Rising Lion in juni .

De IAF beschikte over drie squadrons met F-16 C- en D-modellen, naast ongeveer 100 nieuwere F-16I Sufa-vliegtuigen. Deze vliegtuigen zijn uitgerust met aan de romp bevestigde brandstoftanks, waardoor hun vliegbereik aanzienlijk werd vergroot.

F-16D. Foto IAF

De oudere F-16's slaagden erin Iran te bereiken zonder bij te tanken, waardoor de tankervloot van de IAF zich kon richten op andere gevechtsvliegtuigen, meldde Army Radio.

De vliegtuigen waren bedoeld voor aanvallen op dichterbij gelegen oorlogsgebieden zoals Libanon en Gaza in geval van een oorlog met Iran, maar een aanpassing op de luchtmachtbasis Ramat David, waar ze gestationeerd zijn, maakte een groter bereik mogelijk.

In het verleden vergrootte de IAF het bereik van de eerste F-16's die zij in 1981 ontvingen door over te stappen op grotere externe afwerptanks dan de originele toestellen. Hierdoor konden zij in 1981 de kernreactor Osirak in Irak aanvallen en vernietigen. Het is mogelijk dat ook in dit geval een soortgelijke aanpassing is doorgevoerd.

In de loop der jaren zijn er upgrades aan de vliegtuigen uitgevoerd om ze geschikt te houden voor gebruik met geavanceerde munitie, zoals het Barak 2020-project. De vlieguren die oorspronkelijk door de fabrikant Lockheed Martin waren vastgelegd, zijn echter bijna voorbij.

Walla vernam dat de IAF de omvang van haar gevechtsvliegtuigenvloot niet verder wil verkleinen, maar dat het vanwege financiële beperkingen niet in staat is om meer gevechtsvliegtuigen aan te schaffen dan wat al gepland is.

Sommige exploitanten van vergelijkbare F-16's zijn om dezelfde reden al met upgradeprojecten bij Lockheed begonnen.

Polen tekende bijvoorbeeld een upgradeprogramma van de fabrikant ter waarde van 3,8 miljard dollar voor 48 vliegtuigen, naar de F-16V "Viper"-standaard. Dit omvat een geavanceerde radar en nieuwe systemen voor elektronische oorlogsvoering en communicatie, naast het vervangen van versleten structurele onderdelen door nieuwe. Hiermee worden ongeveer 3.000 vlieguren aan de operationele levensduur toegevoegd.

Een dergelijke upgrade zou ook de mogelijkheid kunnen inhouden om aangepaste brandstoftanks mee te nemen, die deze vliegtuigen oorspronkelijk niet hadden.

Polen, dat bedreigd wordt door buurland Rusland, probeert ook zijn vloot te behouden en ondertussen nieuwe F-35-vliegtuigen aan te schaffen. Deze upgrade is bedoeld om gezamenlijke operaties tussen de twee platforms mogelijk te maken.

Dankzij de radarsignalen die nauwelijks waarneembaar zijn, kan de F-35 als eerste het vijandelijke luchtruim binnendringen zonder opgemerkt te worden. Ondertussen lokaliseren de sensoren doelen en geven deze informatie door aan het oudere vliegtuig.

De IAF onderzoekt momenteel de omvang van de upgrade voor Israëlische vliegtuigen, rekening houdend met de operationele behoeften en het budget dat voor het project zal worden vrijgemaakt. Net als in Polen, waar Lockheed de upgrade via een lokale fabriek uitvoert, is het in Israël de bedoeling dat Israel Aerospace Industries het project uitvoert en de upgradekits uit de VS installeert.