Door de bosbranden rond Jeruzalem zijn vele jakhalzen, stekelvarkens en reptielen omgekomen

Twee valken op een verbrande boom. Foto Ynet

De enorme bosbrand die deze week door de heuvels van Jeruzalem raasde, heeft zo'n 20.000 dunam (bijna 5.000 hectare) bos en open land in de as gelegd. Hoewel de milieuschade zichtbaar is, worden de gevolgen voor de natuur pas van dichtbij zichtbaar, schrijft Ynet.

Terwijl de brand zich verspreidde, wisten grote zoogdieren en vogels te ontkomen aan de vlammen, evenals vee zoals koeien die in het gebied graasden. Maar veel reptielen, evenals kleinere zoogdieren zoals vossen, jakhalzen, egels en stekelvarkens, ontsnapten niet. De impact werd nog groter doordat de brand uitbrak tijdens het hoogseizoen van de wespendieven en andere vogels, waardoor het waarschijnlijk was dat veel nesten werden verwoest.

Foto Ynet

Vrijdag hebben vrijwilligers van de non-profitorganisatie Safe Passage for Wildlife de verbrande gebieden geïnspecteerd en de omvang van de schade vastgelegd. De organisatie promoot oplossingen om verkeersslachtoffers te voorkomen en de leefomgeving van dieren te beschermen.

Maya Sigal, de directeur van de organisatie, zei dat het team gebieden rond Neve Ilan en Latrun afzocht naar gewonde dieren of overlevende jongen. "We vonden niets anders dan karkassen – jakhalzen, stekelvarkens en talloze kameleons en reptielen," zei ze. "Het laat zien hoe intens de brand was, dat zelfs zoogdieren niet konden ontsnappen."

Sigal merkte op dat obstakels zoals prikkeldraad het voor wilde dieren waarschijnlijk nog moeilijker maakten om te ontsnappen.

Ook Bonnie Scheinman, natuurfotograaf bij het Joods Nationaal Fonds, documenteerde de schade. Op een van haar foto's zijn twee jonge torenvalken te zien die net zijn uitgevlogen.

Een andere foto toont een volwassen mannetjestorenvalk die op de verschroeide grond staat, waarschijnlijk op jacht naar insecten die door het vuur zijn verdreven, maar die somber over het zwartgeblakerde landschap lijkt te staren.

Foto 'Veilige doorgang voor wilde dieren'. org.

Yaron Charka, hoofdornitholoog van JNF, legde uit dat vogels normaal gesproken aan branden kunnen ontsnappen door weg te vliegen, maar dat de timing van deze brand een ernstige bedreiging vormt. "We zitten midden in het broedseizoen", zei hij. "Veel soorten nestelen in de bossen van Jeruzalem, vooral wespendieven. Ze overwinteren in Afrika en beginnen hier begin maart te nestelen. Eind april, begin mei zitten er eieren in hun nesten."

"Er zijn veel nesten in het Estaol-bosgebied," zei Charka. "We hebben daar uitgebreid nestonderzoek gedaan en ik heb de afgelopen weken talloze broedparen gezien. Ik twijfel er niet aan dat veel van die nesten zijn vernield." Hij voegde eraan toe dat hoewel een tweede nestcyclus technisch gezien mogelijk is, het moeilijker is om kuikens groot te brengen in de warmere maanden die eraan komen. "Ik hoop dat het sommigen lukt," zei hij.

Andere soorten die in het gebied broeden, zijn onder andere zangvogels zoals de Europese tortelduif – een vogelsoort die al sterk in aantal afneemt – evenals de Sardijnse zanger en nachtroofvogels zoals dwergooruilen en kerkuilen. "Uiteindelijk is habitatvernietiging de belangrijkste oorzaak van biodiversiteitsverlies", waarschuwde Charka. "In een klein, dichtbevolkt land als Israël, waar natuurlijke habitats en open ruimtes al krimpen, kan de schade enorm zijn."

"Zowel reptielen als kleine zoogdieren worden getroffen", zei hij. "Deze gebieden zijn ongelooflijk waardevol, en elk verloren dunam is een enorme klap voor de biodiversiteit. Als 20.000 dunam in vlammen opgaat, is dat een verwoestend verlies. Het is hartverscheurend."