top of page

EU geeft ruime financiering aan niet gedefinieerde organisaties en Ursula mag haar sms'jes houden

  • Auke Zijlstra
  • 1 dag geleden
  • 6 minuten om te lezen

Auke Zijlstra met bericht uit Brussel.


Als het niet over oorlog gaat, gaat het tegenwoordig meestal over geld. Deze week publiceerde de Europese Rekenkamer een verpletterende publicatie, getiteld “The Recovery and Resilience Facility: Performance, Accountability, and Transparency Issues”, over de besteding van de coronagelden.


Het fonds van 672,5 miljard euro was bedoeld om de economie aan te zwengelen na de achteruitgang door de zelf ingestelde coronamaatregelen. Het rapport constateert dat de RRF kampt met zwakke punten in prestaties, verantwoording en transparantie, met onduidelijke resultaten en gebrek aan kosteninzicht. Terecht dat dit de kranten haalde.


Je zou immers verwachten dat de Europese Commissie uiterst zorgvuldig met deze enorme zak geld zou omgaan. Zeker omdat dit fonds (RRF) voor iedereen de opmaat was naar gezamenlijke schulden als de standaard, de zogenaamde eurobonds, want het geld werd gezamenlijk geleend. Dit wordt in Brussel gezien als de volgende stap in de Europese integratie.


Een half jaar geleden publiceerde de Europese Rekenkamer ook al een uiterst negatief rapport over de hulp aan Afrika, getiteld “Het EU‑trustfonds voor Afrika – Ondanks nieuwe benaderingen bleef de steun ongericht”. Dit rapport wees op gebrekkig toezicht en ineffectieve projecten, wat de verspilling van EU-gelden in ontwikkelingshulp blootlegde. Ook konden de controleurs van de Europese Rekenkamer niet overal fysiek controleren: te gevaarlijk.


Maar ik wil even kijken naar de ongezonde relatie tussen de Europese Commissie en politiek gerichte ngo’s. Er werd de afgelopen tijd al bericht dat ngo’s in ruil voor geld best bereid waren hun steun aan de beleidsdoelen van de Europese Commissie extra uit te venten. Dit wijst op beïnvloeding, ook richting het Europees Parlement, dat geacht wordt onafhankelijk een mening te vormen als medewetgever. De problemen beperken zich niet tot deze verstrengeling. De financiering zelf is ook niet in de haak.


EU kent deel van de ‘eigen’ ngo’s niet eens

De beoordeling van deze financiering kent een lange geschiedenis. In 2018 schreef de Europese Rekenkamer “Speciaal verslag nr. 35/2018: Transparantie van door ngo’s uitgevoerde EU-middelen: meer inspanningen nodig”. Ngo’s hebben recht op financiering als zij tenminste voldoen aan een paar eisen: ze moeten onafhankelijk opereren, maatschappelijke doelen dienen, en zowel de organisatie als haar leden mogen geen winstoogmerk hebben. Maar wat betekent dat precies? Het is wel handig als er een uniforme definitie gehanteerd wordt in lidstaten en bij de Europese Commissie. Dat bleek niet zo. En het zou ook handig zijn, zelfs noodzakelijk, om iedereen die zijn vinger opsteekt voor financiering dan ook het officiële stempeltje van ngo te geven na controle op de vereisten. Dat was ook al niet zo.


Verder was het onduidelijk wie wat kreeg, en wat daarmee gedaan werd. En zonder centraal register bleek het voor de Europese Rekenkamer moeilijk om subsidies te traceren.


Vorige maand publiceerde de Europese Rekenkamer een kritisch vervolgrapport, getiteld “Transparantie van aan ngo’s toegekende EU-financiering – Ondanks vooruitgang nog steeds geen betrouwbaar overzicht” (Special Report 11/2025). En alles blijkt hetzelfde. De toekenning van subsidies aan ngo’s wordt geplaagd door onduidelijkheid en gebrek aan controle, met risico’s op misbruik, zoals witwassen en terrorismefinanciering. Er ontbreekt nog steeds een uniforme definitie van wat een ngo überhaupt is, een gemeenschappelijk registratiesysteem voor subsidieaanvragers als ook een toegankelijk overzicht van toegekende subsidies.


Slechts 10% van de ngo’s bleek überhaupt door de Europese Commissie getoetst.


Wat gezien wordt als een ngo verschilt per EU-land en maar vijf lidstaten hebben dat in de wet vastgelegd. Pas in 2024 definieerde de EU een ngo als een van de overheid onafhankelijke organisatie zonder winstoogmerk. Die definitie is veel te mager om ngo’s correct te classificeren in het financiële transparantiesysteem van de EU. Ook omdat entiteiten zichzelf gewoon als ngo verklaren en de Commissie belangrijke aspecten van hun status niet controleert.


Denk hierbij aan de vraag of een regering niet toch aanzienlijke invloed uitoefent op de ngo, of dat een ngo weliswaar zelf non-profit is maar wel de commerciële belangen van haar leden nastreeft. “Zo werd een groot onderzoeksinstituut gecategoriseerd als een ngo, terwijl het bestuursorgaan uitsluitend bestond uit regeringsvertegenwoordigers”, vertelde de Rekenkamer. Maar als ngo’s bereid zijn de beleidsagenda van de Europese Commissie uit te venten in ruil voor geld, betekent dat dan niet automatisch dat de betreffende ngo’s helemaal niet onafhankelijk zijn en dus helemaal niets hadden mogen krijgen?


Hongaarse controleert ngo’s wél. EU boos

Maar er is dus al jaren niets veranderd. Waar komt dit door? Belangrijk ijkpunt is dat Hongarije in 2017 een wet heeft ingevoerd die ngo’s verplichtte zich te registreren als “door het buitenland gesteunde organisaties” wanneer zij meer dan ongeveer 24.000 euro per jaar aan buitenlandse financiering ontvingen. Deze wet vereist ook openbaarmaking van donoren en bedragen. De Europese Commissie begon een rechtszaak. Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelde op 18 juni 2020 dat Hongaarse transparantie-eisen voor ngo’s in strijd waren met zowel artikel 63 VWEU (vrij verkeer van kapitaal) als bepalingen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het Hof oordeelde daarmee dat in dit geval beperkingen op kapitaalverkeer, bijvoorbeeld voor witwasbestrijding, niet gebruikt mogen worden om transparantie van ngo’s te eisen.


Dit staat haaks op waarschuwingen van de Europese Rekenkamer en rapporten van internationale organisaties, die ngo’s aanmerken als kwetsbaar voor misbruik. Zo beschrijft de Financial Action Task Force on Money Laundering (FATF) van de G7 in het rapport “Risk of Terrorist Abuse in Non-Profit Organisations” (2014) hoe ngo’s, zoals bepaalde islamitische liefdadigheidsorganisaties, worden misbruikt voor terrorismefinanciering door fondsen te kanaliseren naar extremistische groeperingen.


Europol’s “EU Terrorism Situation and Trend Report” (2020) en Eurojust’s “Report on Money Laundering” (2019) wijzen op vergelijkbare risico’s, evenals Moneyval’s “Typologies Report on Money Laundering through Non-Profit Organisations” (2017). Nationale autoriteiten, zoals de Nederlandse Financiële Inlichtingen Eenheid (FIU) in haar “Jaaroverzicht 2020”, melden gevallen waarin ngo’s (zoals moskeeverenigingen of non-profits achter Extinction Rebellion) worden gebruikt als dekmantel voor verdachte financiële stromen. Tegelijkertijd beoordeelde de Commissie de risico’s van witwassen en terrorismefinanciering bij ngo’s als “minder significant” in haar Supranationale Risicobeoordelingen (SNRA) in 2017 en 2019. Dat lijkt dus naïef.


De Europese wetgever (Europese Commissie en Europees Parlement) blijft ondanks deze rapporten echter terughoudend in het verbeteren van de transparantie van ngo-financiering. In 2022 steunde het Parlement wel een resolutie die strengere transparantie eiste, maar alleen voor grensoverschrijdende ngo’s, en dat is maar 10% van de in Europa actieve ngo’s. Het advies van de Commissie voor Binnenlandse Zaken van het Europees Parlement (LIBE) stelde, verwijzend naar de eerdere uitspraak van het Europees Hof van Justitie, opnieuw dat transparantie de activiteiten van ngo’s kan hinderen en donateurs kan afschrikken. Terwijl burgers steeds minder contant mogen betalen en transacties moeten verantwoorden, geldt voor ngo’s een andere maatstaf.


Maar om hoeveel geld gaat het eigenlijk?

Een impactstudie van de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement, getiteld “Impact Assessment on Funding of Litigation by NGOs” (2021), stelde ondanks alle risicoanalyses zelfs voor om gewoon alle ngo’s onder iedere omstandigheid volledig vrij te stellen van transparantie-eisen omdat er onvoldoende gegevens zijn om misbruik aan te tonen. Dit creëert een vicieuze cirkel: de Europese Rekenkamer vraagt om wetgeving vanwege gebrek aan informatie, maar het Parlement en de Commissie stellen dat ze geen actie kunnen ondernemen zonder voldoende gegevens.


Hoe nu verder? Om te beginnen eist de Europese Rekenkamer voor 2026 een werkbare definitie van wat een ngo eigenlijk is. Maar na 7 jaar dringt zich de gedachte op dat ngo’s ondanks de risico’s door de uitvoerende macht gewoon als een prettig verlengstuk gezien worden. Dan zal het nog lang duren voor hier iets verandert en kan de Europese Rekenkamer wel blijven roepen.


En als u nu denkt: gaat dit echt ergens over? Tussen 2021 en 2023 ontvingen ngo’s 7,4 miljard euro voor de belangrijkste interne beleidsterreinen van de EU, zoals cohesie, onderzoek, migratie en milieu. Daarvan werd 4,8 miljard euro door de Commissie en 2,6 miljard euro door de lidstaten gefinancierd. Een kleine groep van 30 ngo’s ontving meer dan 40% van deze middelen, vooral voor milieu en klimaat. Het totale aantal gefinancierde organisaties was vele malen groter: tussen 2021 en 2023 ontvingen meer dan 12.000 ngo’s EU-subsidies.


Maar we weten dus niet of dat conform de regels was.


De structuur van gefinancierde ngo’s met hun eigen en al dan niet gestuurde agenda heeft ontegenzeggelijk invloed op onze democratische besluitvorming. Dat alleen lijkt me al voldoende reden voor controle en een kritische blik. Want zoveel invloed hebt u niet. En was democratie niet bedoeld om juist u invloed te geven?


Auke Zijlstra is Europarlementariër namens de PVV. Voor NN schrijft hij over het wel en vooral wee in Brussel. Op X is hij te vinden als @EconoomZijlstra. Zijn eerdere Berichten uit Brussel zijn te vinden op deze pagina.


















































































 
 
 

Comments


Met PayPal doneren
bottom of page