Gazaanse verslaggevers 'geïntimideerd, bedreigd en aangevallen door Hamas'

Palestijnen nemen deel aan een anti-Hamasprotest en roepen op tot een einde aan de oorlog met Israël. Dit protest vindt plaats in Beit Lahiya in het noorden van de Gazastrook. Foto Times of Israel

Journalisten uit Gaza worden door Hamas mishandeld en bedreigd wanneer ze verslag doen van de anti-Hamasprotesten en afwijkende meningen in de Gazastrook. Ze worden gedwongen zichzelf te censureren om hun veiligheid te garanderen, zo meldde het Committee to Protect Journalists donderdag, schrijft Michal Horovitz in de Times of Israel.

In een rapport met de kop "Gaza-journalisten spreken zich uit over intimidatie, bedreigingen en aanvallen van Hamas", betreurde de mediawaakhond dat het fenomeen "veel te weinig is gerapporteerd". Het rapport merkte op dat het Palestijnse Journalistensyndicaat, de vakbond van Palestijnse journalisten, de getuigenissen die het verzamelt over Hamas-aanvallen op journalisten niet openbaar maakt uit angst voor represailles.

Gazan Tawfiq Abu Jarad vertelde CPJ, een NGO uit New York , dat hij gehoor had gegeven aan de waarschuwing van een Hamas-veiligheidsagent om geen verslag te doen van een anti-oorlogsprotest van vrouwen op 27 april in Beit Lahiya. Hij voegde eraan toe dat de agent hem had verteld dat hij "verantwoordelijk" zou zijn als zijn vrouw aan de demonstratie zou deelnemen.

in het noorden van de Gazastrook op 9 oktober 2024. (Omar Al-Qattaa / AFP)

Journalisten uit Gaza worden door Hamas mishandeld en bedreigd wanneer ze verslag doen van de anti-Hamasprotesten en afwijkende meningen in de Gazastrook. Ze worden gedwongen zichzelf te censureren om hun veiligheid te garanderen, zo meldde het Committee to Protect Journalists donderdag.

In een rapport met de kop "Gaza-journalisten spreken zich uit over intimidatie, bedreigingen en aanvallen van Hamas", betreurde de mediawaakhond dat het fenomeen "veel te weinig is gerapporteerd". Het rapport merkte op dat het Palestijnse Journalistensyndicaat, de vakbond van Palestijnse journalisten, de getuigenissen die het verzamelt over Hamas-aanvallen op journalisten niet openbaar maakt uit angst voor represailles.

Gazan Tawfiq Abu Jarad vertelde CPJ, een NGO uit New York , dat hij gehoor had gegeven aan de waarschuwing van een Hamas-veiligheidsagent om geen verslag te doen van een anti-oorlogsprotest van vrouwen op 27 april in Beit Lahiya. Hij voegde eraan toe dat de agent hem had verteld dat hij "verantwoordelijk" zou zijn als zijn vrouw aan de demonstratie zou deelnemen.

Jarad vertelde dat hij in november 2023 in Rafah werd geslagen en ondervraagd door Hamas-agenten. Zij beweerden dat hij "verslag deed van de gebeurtenissen in de Gazastrook die opriepen tot een staatsgreep."

"Ik heb geen enkele recente demonstratie verslagen", aldus Abu Jarad, die voor het radiostation Sawt al-Hurriya in Ramallah werkt.

De verslaggever diende een klacht in bij PJS over de intimidatie, waarin kritiek werd geuit op de inbreuk op de persvrijheid door Hamas.

Journalisten filmen terwijl ze voor verwoeste gebouwen staan ​​in het Jabalia-kamp voor Palestijnse vluchtelingen in het noorden van de Gazastrook voordat ze door Hamas worden opgepakt. Foto ToI

Sinds eind maart vinden er sporadisch protesten plaats in de Gazastrook tegen de terreurgroep, die al bijna twintig jaar de facto de regering van Gaza vormt, ondanks berichten dat Hamas probeert demonstranten te arresteren en te verwonden, en ondanks de beweringen van de terreurgroep dat de protesten slechts anti-oorlog zijn. Veel van de protesten vonden plaats in Beit Lahiya.

Vóór de oorlog vonden er ook relatief weinig protesten tegen Hamas plaats, die bovendien vaak met geweld door de terreurgroep werden onderdrukt.

Volgens CPJ publiceerde de journalistenvakbond, die beperkt werd door de terughoudendheid van journalisten uit Gaza om zich publiekelijk uit te spreken, alleen de getuigenis van één andere journalist uit Gaza, Ibrahim Muhareb, die vorig jaar bruut werd aangevallen door mannen die zich voordeden als politieagenten van Hamas in burger.

Muhareb, een freelance fotograaf die vanuit een tent buiten het Nasser-ziekenhuis in Khan Younis aan het werk was, zei dat hij door agenten werd aangevallen en dat hij bij de aanval diepe hoofdwonden opliep.

"Toen ik probeerde contact op te nemen met een politieagent die verantwoordelijk was voor journalistieke zaken, probeerden ze mijn tent af te breken. Toen ik me verzette, begonnen ze me aan te vallen door me te schoppen," zei hij.

"Ik probeerde rustig met ze te praten, maar ze begonnen me nog harder te slaan. Ze sloegen me plotseling met een voorwerp, waardoor ik bewusteloos raakte en er bloed uit mijn hoofd stroomde", voegde hij eraan toe. "Sommige collega's probeerden in te grijpen, maar ze hielden hen tegen door letterlijk te zeggen dat 'de spion en de journalist één en dezelfde zijn'."

Muharab zei dat andere journalisten er uiteindelijk in slaagden hem weg te trekken en hem naar een dokter te brengen.

Mohammed Abu Aoun, correspondent voor Awda TV, een televisiezender die banden heeft met Fatah, vertelde CPJ dat hij in 2024 werd aangevallen door Hamas-veiligheidsagenten toen hij een vrouw in Deir al-Balah interviewde die de leiders van Hamas begon te beledigen.

Leden van de veiligheidsdiensten die loyaal zijn aan Hamas houden de wacht voor een verwoest politiecomplex in Gaza-Stad, op 22 januari 2025, op de vierde dag van een staakt-het-vuren in de oorlog tussen Israël en Hamas. Foto ToI

"De agenten namen mij onmiddellijk mee naar een onbekende locatie en sloegen mij", vertelde hij aan de waakhond.

CPJ noemde nog een aantal andere journalisten die bepaalde gebeurtenissen niet mochten verslaan, maar die geen toestemming gaven voor de openbaarmaking van hun verhalen.

Gedurende de oorlog heeft de CPJ het Israëlische leger voornamelijk veroordeeld voor aanvallen die journalisten in Gaza in gevaar brachten. In februari verklaarde de CPJ dat 2024 het dodelijkste jaar voor journalisten in de recente geschiedenis was, met minstens 124 doden onder journalisten, waarvan Israël naar verluidt verantwoordelijk zou zijn voor bijna 70 procent.

Kort nadat het rapport was gepubliceerd, reageerde het Israëlische leger door te benadrukken dat journalisten in de Gazastrook niet opzettelijk worden aangevallen. Wel werd benadrukt dat veel van de personen op de lijst lid zijn van terreurorganisaties.

Ismail Al-Thawabta, de directeur-generaal van het door Hamas gerunde overheidsmediakantoor in Gaza, beweerde geen klachten te hebben ontvangen over intimidatie met betrekking tot de berichtgeving in de media over de demonstraties, of enige andere soortgelijke maatregel van veiligheidsagenten, als reactie op vragen van CPJ.

Thawabta beweerde ook dat Hamas “het veld volledig heeft geopend” en ervoor heeft gezorgd dat journalisten veilig en vrij verslag kunnen doen van de gebeurtenissen in Gaza.

PJS-hoofd Nasser Abu Bakr vertelde de commissie dat het regime van Hamas "grote schendingen" van de persvrijheid begaat, waaronder "dagvaardingen, ondervragingen, telefoontjes, bedreigingen, soms mishandelingen en arrestaties, intimidatie, publicatieverboden, inmenging in de inhoud en surveillance."

Tahseen al-Astal, adjunct-hoofd van de PJS, zei dat journalisten hun problemen niet openbaar willen maken, omdat hij vindt dat zulke verhalen “de aandacht zouden afleiden van de oorlog in Gaza.”

"De meeste journalisten zijn zelfcensuur gaan toepassen in hun teksten om problemen met de veiligheid te voorkomen", voegde hij toe.

Sara Qudah, regionaal directeur van CPJ, uitte haar bezorgdheid over de “bedreigingen, aanvallen en intimidatie” die journalisten uit Gaza ervaren.

Hamas moet een einde maken aan de onderdrukking van de pers en ter verantwoording worden geroepen voor deze schendingen. Journalisten moeten vrij kunnen berichten zonder angst voor geweld, intimidatie of vergelding.

De oorlog brak uit op 7 oktober 2023, toen Hamas Zuid-Israël binnenviel en 1200 mensen, voornamelijk burgers, doodde. Terwijl ze moorddadig door de regio trokken, ontvoerden de terroristen 251 mensen, voornamelijk burgers, als gijzelaars naar de Gazastrook.