Duits-Joodse acteur en auteur Michael Degen. Foto via WikipediaCommons
“Ik heb Hitler overleefd. Intussen ben ik een zeer oude man. Mij zal men niets meer aandoen. Maar ik vrees voor de jonge Joden in Europa en in Duitsland. Zij worden steeds meer blootgesteld aan een bruut en openlijk antisemitisme.” Aan het woord is de gevierde Duits-Joodse acteur en auteur Michael Degen (1932).
In de aanloop naar zijn 90e verjaardag, vandaag 31 januari, trok Michael Degen dezer dagen prominent de aandacht van de (Duitse) media. Zijn bewogen levensgeschiedenis en realistische kijk op de actualiteit verdienen de aandacht over landsgrenzen in Europa heen.
In Chemnitz geboren groeide Degen vanaf zijn eerste levensjaar in Berlijn op. Tijdens de naziterreur dook hij met zijn moeder in de eigen woonplaats onder. Zijn vader bezweek in 1940 aan de zware mishandelingen (letterlijk doodgetrapt) door nazi’s.
Als onderduikkind kende Degen op twee situaties na geen angst. Hij zag het als een avontuur. “Mijn moeder beloofde me: ik breng er ons ongedeerd doorheen. Als kind vertrouwde ik haar blind. Toen ik me echter in 1998 aan het schrijven zette, zag ik plotseling alles door de ogen van mijn moeder. Dat heeft mij geschokt en alles veranderd. Zij moet in deze twee jaar permanent ontzettende angst hebben gehad. Maar ze heeft me dat niet een keer laten merken. Ze was de moedigste mens die ik heb gekend.”
Na de intens spannende jaren van onderduik wachtte Michael een nieuwe beproeving. Een Sovjetofficier verdacht hem ervan een spion te zijn. Michael en zijn moeder moesten in zijn ogen wel bedriegers zijn. Hoe konden Joden immers overleven in Berlijn onder het naziregime?
De Rus had zijn hele familie bij Duitse massamoorden verloren en toonde zich bijzonder getergd. Michael wist zijn verdenking te ontzenuwen door in het Hebreeuws het Joodse dodengebed (Kaddish) en het stervensgebed (Shema Jisrael) op te zeggen. “Toen ik eindigde, weende hij. Van die dag af stonden wij, moeder en ik, onder zijn persoonlijke bescherming.”
Hoewel hij met liegen wist te overleven, leerde Michael Degen ook “dat er mensen waren aan wie hij zijn leven kon toevertrouwen”. Groot is derhalve nog altijd zijn dankbaarheid jegens alle Duitsers die hun leven riskeerden voor moeder en zoon. “Zonder hun ongelooflijke moed zat ik hier vandaag niet. Ik wilde niet dat zij in vergetelheid zouden geraken en ook daarom heb ik “Niet allen waren moordenaars” geschreven.
Na de oorlog vertrok Michael naar de pas gestichte staat Israël. Zijn broer was daar al sinds jaren. Echter, na twee jaar keerde hij terug: “Ik verlangde naar mijn moeder die in Berlijn was achtergebleven én naar mijn moedertaal. Bovendien wilde mijn broer ook weer naar huis.”
Die terugkeer naar Duitsland viel overigens bepaald niet mee. “In het begin kon ik niemand die ouder was dan ik de hand geven”, licht Degen toe. “Want de waarschijnlijkheid dat hij of een meeloper of een dader was geweest, schatte ik heel hoog in.”
Toch sloeg Degen zich erdoorheen. Zijn vakmanschap, zijn meesterschap als veelzijdig acteur en later auteur, was daarbij van essentieel belang. “Maar op het toneel kon ik iedere avond een ander dan mijzelf zijn. Dat heeft geholpen. Ofschoon ik juist op het toneel steeds weer tegenover mijn verleden kwam te staan, overigens zonder dat het publiek daarvan weet had. Joodse regisseurs waren natuurlijk wel op de hoogte. Zij spoorden mij onbarmhartig aan. Mensen, die mij bijzonder nastaan, beweren dat mijn beroep mij lange, dure jaren bij therapeuten heeft bespaard. Daarin kan zeker iets waars zitten.”
Een bijzonder belevenis maakte Michael Degen mee in Israël. Hij was daar uitgenodigd voor een filmrol als oude man met een donker geheim. Zijn vrouw ontdekte evenwel dat bij de Israëli’s grote scepsis heerste. “Een Duitser van mijn leeftijd gold in Israël als een potentiële ex-nazi.” Degels echtgenote vertelde de grimeuze en de collega die Degens zoon zou spelen over zijn levensgeschiedenis. “Dat moet gelijk zijn doorverteld, want vanaf dat moment sloeg de scepsis om in bijna liefdevolle zorg.”
Bij het naderen van zijn 90e verjaardag verheelt Michael Degen zijn grote zorgen niet. Angst bevangt hem om de toekomst van jonge Joden in Europa en Duitsland. “Dat ik dat, 77 jaar na het einde van de meest barbaarse oorlog in de geschiedenis van de mensheid weer moet zeggen, had ik mij in mijn ergste nachtmerries niet kunnen voorstellen.”
Zelfs zijn strijd tegen Jodenhaat beschouwt hij als mislukt. Een inzet die rechtstreeks voortvloeide uit Degens prangende vraag: Waarom heb ik juist overleefd? De herinnering aan de Shoa diende levend te blijven, verplichtte hij zichzelf.
Hebben dan al Degens inspanningen om de mensen bewust te maken van levensgevaarlijke Jodenhaat uiteindelijk niet gebaat? Komt er een “Schlussstrich” onder zijn “deprimerende balans na negentig jaar leven”? Urgente vragen die vandaag als een ware wekroep klinken, overal in Europa, Duitsland en niet te vergeten Nederland! Zij werven voor een volhardende, onverzettelijke strijd tegen het aloude kwaad dat Jodenhaat heet.
Bronnen voor dit artikel:
Frankfurter Allgemeine Zeitung
Jüdische Allgemeine Wochenzeitung
Bas Belder, historicus
Comments