Israëlische archeologen ontdekken resten van een indrukwekkend koninklijk paleis op een bergtop

De dramatische bergtop die 650 meter boven de Jordaanvallei uitsteekt. Foto TPS-IL

Een team van Israëlische archeologen heeft een nieuw puzzelstukje ontdekt bij het oude fort van Alexandrië, de indrukwekkende bergtop die 650 meter boven de Jordaanvallei uitsteekt, schrijft The Jerusalem Post.

Maanden na de hervatting van de opgravingen aan de oostkant van de vindplaats hebben onderzoekers nu de overblijfselen gevonden van een recent geïdentificeerd koninklijk paleis op de noordwestelijke helling. De vondst suggereert dat het bolwerk deel uitmaakte van een veel uitgebreider koninklijk complex dan voorheen bekend was.

"Het werpt licht op de architectonische stijl en de functie van de locatie, die niet wordt genoemd door Josephus, onze enige historische bron voor die periode", vertelde Dr. Dvir Raviv van de Bar-Ilan Universiteit, directeur van de opgraving, aan The Press Service of Israel. "Dus elke archeologische vondst is van belang."

Onder de vondsten in het fort, dat boven op de berg Sartaba ligt, bevinden zich twee zuilentrommels met een diameter van 40 centimeter en een hoogte van 60 centimeter.

Volgens Raviv passen de zuilen bij de monumentale Herodiaanse stijl uit de eerste eeuw na Christus, die bekend is van Masada en andere woestijnforten. Deze stijl benadrukt het koninklijke karakter van de tot nu toe blootgelegde bouwwerken.

De ontdekking vergroot de kennis over Alexandrium, het paleisfort dat gebouwd werd door de Hasmonese koning Alexander Jannai en later gerenoveerd werd door Herodes de Grote.

Alexandrium werd door Josephus beschreven als "een fort gebouwd in grote pracht op een hoge berg". De locatie speelde een centrale rol in de gewelddadige strijd binnen de Hasmoneese dynastie en later in de machtsovername van Herodes. Het diende onder andere als gevangenis, herberg en zelfs koninklijke begrafenis.

De dramatische bergtop die 650 meter boven de Jordaanvallei uitsteekt. Foto: TPS-IL

Historische bronnen vermelden dat de plek in 57 v.Chr. door de Romeinen werd verwoest, enkele jaren nadat de Romeinse generaal Pompeius Judea had veroverd (63 v.Chr.). Joodse rebellen hebben de plek mogelijk gebruikt tijdens de Grote Opstand tegen Rome (66-73 n.Chr.), voegde Raviv eraan toe.

De laatste opgravingen vonden plaats in de jaren 80, maar er werd nooit een eindrapport gepubliceerd. Raviv en zijn team begonnen daarom vrijwel vanaf nul en baseerden zich alleen op ostraka, inscripties op aardewerkscherven, met Joodse namen, aantekeningen en foto's die door eerdere onderzoekers waren achtergelaten.

Een bekend overblijfsel van de eerdere opgraving is een witte mozaïekvloer die ooit het paleis op de oostelijke helling bedekte.

Met steun van het Ministerie van Erfgoed werd in maart begonnen met de hernieuwde opgraving. Het is de eerste systematische werkzaamheden op deze locatie in veertig jaar.

Het project heeft als doel om resterende vragen over het fort, de architectonische ontwikkeling ervan en de rol ervan tijdens de Hasmonese en Herodiaanse periodes te beantwoorden.

Het recent ontdekte paleis op de noordwestelijke helling verduidelijkt zowel de omvang als de pracht van het complex op de heuveltop. Gezien Josephus' korte verwijzingen naar Alexandrium is fysiek bewijs essentieel om te begrijpen hoe de Hasmoneeën en Herodes het fort bouwden en gebruikten.

Volgens Raviv stellen de tot nu toe ontdekte architectonische fragmenten archeologen in staat om delen van de indeling van het paleis te reconstrueren en zo de functie ervan beter te begrijpen.

De opgraving wordt uitgevoerd door de Bar-Ilan Universiteit, in samenwerking met de stafofficier van archeologie van het Civiel Bestuur in Judea en Samaria. De vindplaats ligt namelijk in Gebied C van Judea en Samaria, dat onder Israëlische administratieve en veiligheidsjurisdictie valt.

Raviv zegt dat de ontdekkingen van dit seizoen waarschijnlijk nog maar het begin zijn. "We hopen meer te ontdekken", vertelde hij aan TPS-IL.

Zoals TPS-IL in april meldde, staan ​​Israëlische archeologen feitelijk op een zwarte lijst van de internationale academische gemeenschap. Ze kunnen hun bevindingen uit Judea en Samaria niet publiceren.

Het politiek gedreven beleid van de academische archeologische wereld leidt tot het uitwissen van de Bijbelse geschiedenis. Ondertussen streeft de Palestijnse Autoriteit er doelbewust naar om bewijs van de Joodse band met het land uit te wissen en brengt ze locaties van enorme historische waarde in gevaar, vertelden archeologische experts aan TPS-IL.

In een poging om hier verandering in te brengen, heeft de Israëlische overheid een ongekend budget van 33 miljoen dollar vrijgemaakt voor het behoud van archeologische vindplaatsen in Gebied C.

Medio november begon het Civiel Bestuur met de onteigening van land nabij de oude Bijbelse hoofdstad Sebastia, ten behoeve van het ‘behoud en de ontwikkeling’ van de archeologische vindplaats aldaar.

Als onderdeel van dit streven organiseerde de Israel Antiquities Authority in februari samen met vooraanstaande universiteiten de eerste internationale conferentie over archeologie en het behoud van vindplaatsen in Judea en Samaria. Hieraan namen tientallen onderzoekers uit vele landen deel.

Om het Joodse erfgoed beter te beschermen, zijn er oproepen geweest om de jurisdictie van de Israel Antiquities Authority uit te breiden naar Judea en Samaria. Daarmee zou de stafofficier Archeologie van de Civiele Administratie worden vervangen.

Voorstanders stellen dat het Civiel Bestuur niet is toegerust om de uitdagingen van het behoud en de opgraving van vindplaatsen aan te gaan. Critici waarschuwen dat deze stap ertoe kan leiden dat alle Israëlische archeologie uit de internationale samenwerking wordt geweerd.