top of page

Poging tot een verhaal - Rabbi Schmuel en de computer, een column van Rob Fransman

  • Rob Fransman
  • 3 dagen geleden
  • 4 minuten om te lezen
ree

Rabbi Schmuel


Rabbi Schmuel was ook ver buiten zijn gemeente beroemd om zijn wijsheid en geleerdheid. Als kind reeds kende hij de Tora uit zijn hoofd, onderwees Talmoed, Misjna en Gemara aan zijn medeleerlingen en was zijn leraren altijd minsten een stap vooruit.


Het was niet meer dan logisch dat hij al op jonge leeftijd leider van de kehilla werd. Zoals in zijn kringen gebruikelijk trouwde hij op jonge leeftijd met Rivka. Bij zijn lieve rebbitzin verwekte hij maar liefst 8 kinderen. Vijf zonen en drie dochters. De sjatgen (huwelijksmakelaar) in zijn dorp zorgde ervoor dat alle kinderen vroeg en met een nette partij trouwden.


Dat waren natuurlijk jongens en meisjes uit goede en net zo vrome families als die van Schmuel zelf. Inmiddels had het echtpaar 25 kleinkinderen en ook al heel veel achterkleinkinderen.


De rabbi kende al zijn kleinkinderen maar van de nieuwste generatie wist hij de namen niet meer. Toch kwamen ze regelmatig op bezoek. Voor wijze raad van Rav Schmuel. Maar net zo goed voor de gezelligheid die de rebbitzin altijd in haar huis had en voor haar sjabbes-sjolent en rijkgevulde kippensoep. De kookkunst van rebbitzin Rivka was net zo beroemd als de geleerdheid van haar man. “Ben jij er eentje van Dvora,” vroeg de rabbi als hij een achterkleinkind niet meteen herkende. “Nee opa, van je kleindochter Dapna, dat weet je toch nog wel?’ Het duizelde de rabbijn en zijn vrouw wel eens.


Onnodig te vertellen dat de kille de moderne buitenwereld zoveel als mogelijk buiten sloot. Geen enkele familie had een Tv, mobiele telefoons waren wel toegestaan. Maar die waren van de ouderwetse soort, zonder internetverbinding. Zo was het sinds generaties en zo zou het blijven gaan. Dacht Schmuel althans. Maar heel langzaam veranderde er bij de kleinkinderen, en zeker bij de achterkleinkinderen toch iets. Sommigen hadden wel een televisie, vaak verborgen in het dressoir. En, oh gruwel in de ogen van de rabbijn, sommige achterkleinkinderen bezaten zelfs een iPhone!


De dag naderde dat de rabbijn 100 jaar zou worden. In de kille werd vergaderd over een passend cadeau. Tot nu toe had de kille gespaard om hun rabbijn bij ieder kroonjaar een nieuwe streimel te schenken. Omdat Rav Schmuel die alleen tijdens de Hoge Feestdagen droeg waren die bepaald niet versleten. De rabbijn had wel vier van die peperdure bonthoeden! Weer een streimel was dus geen goed idee. Maar wat dan wel? Er werd met verve en veel argumenten vergaderd. De jongste generatie kwam aan het woord. Op zichzelf was dat ongewoon, jongeren zwegen wanneer ouderen praatten. Maar de situatie was ongewoon want na vele uren was men er nog niet uit. Zonder een cadeau voor de zo vereerde rav Schmuel kwam er schande over de kille.


De jongsten aan de Tisch (wekelijkse vergadertafel) namen het initiatief. “Laat het aan ons over, wij zorgen voor een passend geschenk.” Ze weigerden te zeggen wat ze hadden bedacht. “Jullie zien het wel op het feest.” Wat ze hadden bedacht was dat de rabbijn toch voor hij de wereld zou verlaten, éénmaal kennis moest maken met de hedendaagse techniek. Eén keer moest hij toch zien hoe Hasjem de wereld vooruit had geholpen. Ze kochten een laptopcomputer. Met een smoesje over slechte leidingen lieten ze in het geheim een internetverbinding in het huis van de rebbe aanleggen.


Het feest kwam. Schmuel’s huis was overvol met gemeenteleden. Er was heerlijk eten en een klezmerorkestje maakte vrolijke muziek. Er werd zelfs gedanst! Uiteraard de mannen in de ene kamer en de vrouwen in de andere. Het werd laat en toen het feest eindelijk was afgelopen gingen de rebbe en zijn vrouw doodmoe naar bed. De cadeaus werden morgen wel uitgepakt.


De volgende morgen zag de rabbijn de berg aan cadeaus. Tussen de gebruikelijke pakjes stond een opvallende witte doos. Apple stond erop en een plaatje van een appel met een hap eruit. Voorzichtig pakte Schmuel het cadeau uit. Hij wist wat het was. Toch zo’n vermaledijde computer. Maar hij was nieuwsgierig, nu het ding er toch was kon ie hem net zo goed eens proberen. De gevers hadden de laptop zorgvuldig geprepareerd. Allereerst hadden ze ervoor gezorgd dat alle sites waar de rabbijn schaars geklede vrouwen kon zien, automatisch werden geblokkeerd. En bovendien was er zo geknutseld dat bij opening van de laptop ChatGPT meteen met spraakbediening aan het werk ging.


De rabbijn klapte de laptop open. “Boker tov rav Schmuel,” zei een aangename mannenstem, goedemorgen. Schmuel was verbijsterd. Dat doosje praatte tegen hem? In het Hebreeuws nog wel? “Wie ben je,” vroeg hij. “Ik ben ChatGpt,” was het antwoord, “maar ik luister naar iedere naam, men noemt me ook wel Siri.” De rabbijn herkende iets. Hij schrok van zijn eigen gedachten. Hij bedacht dat Joden nooit de naam van G*d noemen, mogen noemen.


Daarvoor in de plaats zijn er tal van alternatieven, waarvan Hasjem, de naam, er slechts een is. “Waar ben je?” vroeg hij. Automatisch werd zijn toon eerbiedig. Het antwoord verraste Schmuel nauwelijks. “Ik ben overal, hier en daar, maar voornamelijk in de cloud.” Schmuel kon maar een conclusie trekken: Cloud, wolk, hemel. Hij ging zitten. Stamelend vroeg hij: “bent jij HaKadosh Baroech Hoe, de Heilige, gezegend zijt gij?


Er kwam geen antwoord. Wel kwamen er kreunende geluiden uit de laptop. Er verscheen een balletje dat draaide en draaide. Uiteindelijk werd het scherm zwart. De rabbijn drukte op alle toetsen. Eerst een voor een, daarna driftig, op alle toetsen tegelijk. Er gebeurde niets. Schmuel wist niet of hij dat jammer moet vinden of opgelucht. Hij klapte het ding dicht en gooide het in de vuilnisbak. Hij was blij en opgelucht tegelijk. Hij had het honderd jaar zonder computer gedaan. Hasjem zou wel toestaan dat hij de rest van zijn leven ook zonder deed.


Naschrift: Rob had geen zin vandaag. Dit verhaal is geschreven door SchatGPT. Foto gecreëerd door ChatGpt.

 
 
 

Opmerkingen


Met PayPal doneren
bottom of page