Foto Amos Ben-Gershom / GPO
Woensdag kreeg president Isaac Herzog een rondleiding langs de Nitzana Crossing, gelegen aan de grens tussen Israël en Egypte, vanwaar dagelijks ongeveer 200 vrachtwagens met hulgoederen naar Gaza vertrekken.
De president kreeg eerst een overzicht van het hoofd van de civiele afdeling van COGAT, kolonel Elad Goren, samen met kolonel (res.) Shay Karmona, en directeur van de Nitzana Crossing, David Hazut. Ze presenteerden de president een overzicht van de civiele activiteiten en humanitaire hulp die Israël faciliteert via Egypte en de internationale hulporganisaties die in de Gazastrook opereren, als onderdeel van de overeenkomst om gijzelaars vrij te laten.
Vervolgens bezocht de president het veiligheidsinspectiegebied bij de Nitzana Crossing, vanwaar dagelijks ongeveer 200 vrachtwagens voor humanitaire hulp via de Rafah Crossing naar de Gazastrook worden vervoerd, met daarin water, voedsel, onderdakmateriaal en medische benodigdheden.
President Herzog merkte op: “We zijn hier op de Nitzana Crossing, precies aan de Israëlisch-Egyptische grens. Er stromen enorme hoeveelheden vrachtwagens Gaza binnen met humanitaire hulp. De hoeveelheid stijgt en stijgt in verschillende vormen en de inspanningen die zowel op internationaal niveau als op Israëlisch-Egyptisch niveau richting Gaza zijn geleverd, zijn enorm. Ik wil alle partners bedanken die zich bezighouden met de humanitaire hulp die Gaza binnenstroomt. Israël is vastbesloten om het aanbod van humanitaire hulp aan de burgers van Gaza, degenen die niet betrokken zijn bij de strijd, oorlog en terreur, te vergroten en in stand te houden. Ik moet er echter op wijzen dat, in tegenstelling tot de verdraaide informatie die in de internationale media blijft verschijnen, deze situatie in Gaza op dit moment inderdaad volledig onder controle is: wat betekent dat er in de Gazastrook ongeveer duizend schuilplaatsen worden geëxploiteerd onder leiding van verschillende internationale organisaties. – waar de internationale gemeenschap en het Israëlische leger het volledig mee eens zijn – en de instroom van vrachtwagens, goederen en diensten is zo substantieel dat het humanitaire hulp mogelijk maakt om naar binnen te stromen en te leveren wat nodig is volgens het internationaal humanitair recht.”
