top of page
  • Foto van schrijverJoop Soesan

Rabiate Israëlhaat aan Universiteit Leiden bedreiging voor Joodse studenten


Universiteit van Leiden. Foto via Wikipedia


De Universiteit van Leiden doet vandaag de dag de nagedachtenis van haar icoon van academische vrijheid, professor Cleveringa, allesbehalve eer aan. BDS-activisten, met universitaire docenten in een volstrekt dubieuze hoofdrol, scheppen een vijandig onderwijsklimaat voor Joodse studenten. Dit laat de diversiteitsfunctionaris van de universiteit intussen volkomen koud. De Joodse student J. (volledige naam bij redactie bekend) geeft in een openhartig gesprek met Bas Belder, tekst en uitleg bij de kwalijke gevolgen van het bieden van een academisch podium aan notoire antisemieten.

Hoe is het om Joods student te zijn in Leiden?


J.: Ik ben er trots op om een student van de Universiteit Leiden te zijn, en als je van iets houdt, dan wil je ook dat het verbetert. Voordat ik begon met studeren heb ik nooit antisemitisme meegemaakt, terwijl ik altijd open ben over mijn identiteit. Ik heb zelf altijd een afkeer gehad van "slachtofferschap" en dat geldt denk ik voor velen. Ik houd niet van het woord “antisemitisme” en heb niet de indruk dat klassiek-antisemitische ideeën of anti-Joodse samenzweringstheorieën op basis van ras of godsdienst worden geaccepteerd. Helaas is het ontkennen van het bestaansrecht van de enige Joodse staat en het delegitimeren van die staat - langs maatstaven die voor geen enkele staat worden gehanteerd - wél meer geaccepteerd. Dat noemen we ook wel “het nieuwe antisemitisme”.

Welke ervaringen heb je met antisemitisme aan de Universiteit Leiden?


J.: Wat dat betreft is de situatie op de Universiteit Leiden niet ideaal. Afgelopen jaar stuurde een docent aan de universiteit al haar studenten via het universitaire systeem een e-mail. Het doel: hen aansporen om deel te nemen aan een pro-Palestina-demonstratie tegen “apartheid”, Israël en de zogenaamde “genocide”. Dit zonder hen enige kennis of context mee te geven over de uiterst gecompliceerde geschiedenis van het gebied en het conflict. En dat met een voorbeeldfunctie. Terwijl het hoofd van de Palestijnse Al-Quds-Universiteit nota bene opriep tot samenwerking met Israëlische universiteiten, omdat dit het vredesproces stimuleert, kiest een docent aan de Universiteit Leiden ervoor een “us vs. them”-discours aan te moedigen dat verdeeldheid creëert. De Universiteit Leiden zou niet moeten toestaan dat een docent het interne e-mailnetwerk gebruikt om op ongenuanceerde wijze politieke overtuigingen te verspreiden over uiterst controversiële thema’s.

Als dat kan gebeuren, volgde er waarschijnlijk meer…


J.: Inderdaad. Een ander voorbeeld is het incident waarbij een docent gespecialiseerd in het Midden-Oosten enthousiast “Oh Qassam, Oh friend, strike, strike Tel Aviv” zingt. Deze docent geeft colleges over Israël en roept tegelijkertijd op tot het bombarderen van Tel Aviv met Qassam raketten. Een oproep tot het bombarderen van een stad met honderdduizenden burgers - een daad die volgens het internationaal recht illegaal is. Deze docent sluit zich bovendien aan bij panels die oproepen tot het boycotten, desinvesteren en invoeren van sancties (BDS) tegen Israël. Dit druist volledig in tegen de neutraliteit en objectiviteit waarmee de Universiteit Leiden zich als academische instelling profileert.


Zou moeten profileren, want het tegenovergestelde blijkt uit de realiteit.


J.: Beslist! Neem ook de docent aan de Leidse Universiteit die het initiatief van een academische boycot startte. Als toonaangevende instelling speelt de universiteit een essentiële rol bij het vormen van individuen en dient zij bij te dragen aan een onpartijdige en niet-bevooroordeelde kijk op het Midden-Oostenconflict. De universiteit zou neutraliteit moeten betrachten en geen subjectief standpunt moeten innemen. Erkend moet worden dat de neutraliteit van de universiteit is geschonden en dat de honderden docenten die deze petitie hebben ondertekend niet meer neutraal zijn, wat de objectieve en academische reputatie van de universiteit schaadt. Docenten die deze petitie hebben ondertekend, beletten ons als studenten in feite op een academische manier het Israëlisch-Palestijns conflict te bespreken of te beschrijven, omdat we niet negatief beoordeeld willen worden. Bovendien heeft de petitie studenten geleerd dat een boycot en een eenzijdige houding acceptabel zijn - tenslotte zijn studenten gevoelig voor de lessen die zij van hun docenten leren.

Is er door Joodse studenten gezamenlijk ook protest aangetekend tegen deze politieke aantasting van de academische vrijheid?

J.: Ja, na een brief te hebben gestuurd namens de Joodse studenten aan de Universiteit Leiden, werden we gekoppeld aan een diversiteitsfunctionaris die ons duidelijk niet op haar agenda heeft gezet omdat ze het probleem niet ziet. We hebben nooit meer iets van haar of haar acties vernomen. Sinds afgelopen mei hebben we een groep chat met Joodse studenten aan de Universiteit Leiden: aangezien de universiteit ons niet erkent, moeten we elkaar maar vinden in geval van nood. Ik vind het goed en vooral fijn dat ik hierover kan praten met mijn Joodse vrienden en dat er begrip en solidariteit is, al is dit natuurlijk in de eerste plaats een interne bubbel en lost dit het echte probleem niet op.

In hoeverre maskeert de Jodenhaat aan de Universiteit Leiden zich als ‘Israëlkritiek’?

J.: Helaas staat de anti-Israëlische houding van universiteitsfunctionarissen niet op zichzelf. Er is sprake van een overloopeffect naar veel andere studentenaangelegenheden. Tijdens college durven wij onze identiteit niet te uiten en in uitgaansgelegenheden willen studenten ons soms niet spreken vanwege onze Joodse identiteit. Ook ontvangen Joodse studenten geen aanbevelingsbrief wanneer ze zich aanmelden voor een universiteit in Israël, of worden ze geblokkeerd en sociaal uitgesloten vanwege hun stories en berichten op de sociale media waarin zij hun kant van het verhaal doen - een kant die niet altijd binnen het dominante pro-Palestina-narratief past. Dit leidt ertoe dat Joodse studenten zich over het algemeen niet willen specialiseren in Midden-Oostenstudies aan de Universiteit Leiden: daar worden ze geconfronteerd met een continue stroom aan bevooroordeelde, dogmatisch anti-Israëlische opvattingen.

Ik hoorde in een eerder gesprek met je dat er zelfs sprake is van een doodsbedreiging.

J.: Dat klopt. Eén Joodse student kreeg een telefoontje van een (thans voormalig) student aan de Universiteit Leiden. De boodschap luidde: “Als ik je op de campus zie, steek ik je neer.” Een directe doodsbedreiging, waarvan meteen aangifte is gedaan. Extreem serieus genomen door de politie en de veiligheidsdiensten. Maar de Universiteit Leiden treft geen nieuwe maatregelen om de veiligheid van Joodse studenten te garanderen. Gelukkig leven we in een rechtsstaat en doet de politie wél onderzoek.

Kun je in zo’n sfeer van openlijke Joden- en Israëlhaat nog wel veilig en vrij aan het universitaire leven deelnemen?

J.: Laat ik dat concreet illustreren: vorige week vond een “Academic Panel on Palestine” plaats. Het college werd gegeven door MENA (de Midden-Oosten studentenorganisatie) die door de universiteit wordt gefinancierd en door een activistische organisatie voor studenten die aanmoedigt BDS te promoten - een streven dat door verschillende EU-lidstaten als antisemitisch wordt beschouwd. In het panel spraken onder andere docenten die aan de Universiteit Leiden Midden-Oostenstudies doceren. Via een livestream van het panel konden wij veilig meekijken. Ter illustratie enkele citaten uit dit panel: “Nederland is pro-Israël omdat ze nog steeds koloniale trots hebben”, “We moeten Israël dekoloniseren” en “Palestina moet vrij zijn van de rivier tot de zee”. De universiteit geeft hieraan een podium en financiert dit. Dus luidt de treurige conclusie dat er op de Universiteit Leiden openlijk wordt gesproken over de vernietiging van de enige Joodse staat - mét financiële ondersteuning van die universiteit. Dit is geen opbouwende kritiek of academische nuance, maar antisemitisch activisme dat tot een bedreigende sfeer voor Joodse studenten leidt.

Vaak beargumenteren tegenstanders van Israël dat hun kritiek niet gericht is op Joden, maar op de Israëlische staat - en dus niet op de inwoners. Genoemde voorbeelden zijn echter zo schrijnend dat de grens van ‘’kritische’’ anti-Israël-argumenten allang is gepasseerd.

Hoe verhoud jij je tot de staat Israël?

J.: Israël is zeker geen paradijs. Het land ontwikkelt zich nog elke dag en is gebaat bij kritiek, die soms zeer terecht is. De grens ligt daar waar niet langer sprake is van kritiek op beleid, maar waarbij het bestaan van de staat wordt gedelegitimeerd. Wanneer docenten aan de Universiteit Leiden suggereren Israël te boycotten of te bombarderen, draagt dit op geen enkele wijze bij aan een constructief academisch debat - laat staan aan het vredesproces. Als het doel is om de enige Joodse staat ter wereld te elimineren door die te delegitimeren, worden Joden gestigmatiseerd en geïsoleerd.

Als je de lijst met sancties op de petitie van BDS doorneemt, zul je merken dat al deze dingen een impact hebben op Israël, en niets heeft rechtstreeks invloed op de Palestijnen of helpt hen met ''vrijheid, gerechtigheid en gelijkheid''. Het boycotten van Israëlische universiteiten waar veel Palestijnse studenten studeren is contraproductief en werkt ook tegen de Palestijnen die dagelijks in Israël werken. Als BDS de Palestijnen had gesteund door vredesonderhandelingen en dialoog te stimuleren om een democratische staat op te bouwen, dan zou ik er graag zelf aan bijdragen aangezien vrede de enige oplossing is. Echter, het is niet bedoeld om een ​​vooruitstrevend land op te bouwen en de Palestijnen te steunen, maar eerder om een ​​ontwikkelde beschaving te vernietigen en Israël te boycotten.

Wat moet er gebeuren in Leiden om het antisemitische getij te keren?

J.: Antisemitisme stopt echter nooit met alleen retoriek. De geschiedenis leert ons dat vroeg of laat retoriek ook in daden zal worden omgezet. Neem de hiervoor genoemde doodsbedreiging als voorbeeld: een daad die het directe gevolg is van het bieden van een podium aan antisemieten. En een daad die niet is gesanctioneerd door de Universiteit Leiden. Wij hebben de indruk dat de universiteit wel had ingegrepen als het hier om een andere minderheid was gegaan. Dit is het moment om maatregelen te treffen. Wellicht kan de IHRA-definitie van antisemitisme - die onlangs ook door de Nederlandse overheid is aangenomen - de universiteit hierbij handvatten bieden.

Afgelopen week woonde ik de Cleveringa-oratie bij, waar ik aanhoorde hoe meerdere Leidse hoogleraren protestcolleges organiseerden naar aanleiding van het ontslag van twee Joodse collega’s tijdens de Duitse bezetting. Het enige waaraan ik kon denken, was dat er vandaag de dag docenten aan de Universiteit Leiden zijn die oproepen tot het boycotten of zelfs bombarderen van Israël. Dat er tal van docenten zijn die zo’n oproep tot het boycotten van de enige Joodse staat publiekelijk steunen én dat er doodsbedreigingen tegen Joodse studenten plaatsvinden. De filosoof George Santayana zei: “Zij die zich de geschiedenis niet herinneren, zullen veroordeeld zijn om die te herhalen.” Het enige dat me troost: omdat Israël bestaat, kan er geen Holocaust meer plaatsvinden.

Bas Belder, historicus




















7.379 weergaven0 opmerkingen
bottom of page