Foto via Wikipedia
De Israëlisch-Russische miljardair Roman Abramovich, de eigenaar van de voetbalclub Chelsea uit de Engelse Premier League, werd Portugees staatsburger nadat hij wist te bewijzen dat hij een afstammeling was van uit Spanje gedeporteerde joden.
Abramovich, die in mei 2018 als Israëlisch staatsburger was geregistreerd onder de Wet op de Terugkeer, heeft het afgelopen jaar de Joodse gemeenschap in Porto ondersteund en dit heeft hem in haar gelederen geregistreerd als onderdeel van zijn naturalisatieproces.
Volgens de Engelse en Portugese versie van Abramovich's Wikipedia-pagina zijn zijn grootouders van moederskant - Vasily Mikhailenko en Faina Borisovna Grotman, geboren in Oekraïne. Faina vond in het begin van de Tweede Wereldoorlog onderdak in de Russische stad Saratov met haar dochter Irina, de moeder van Roman, die toen drie jaar oud was.
Zijn grootouders van vaderskant, Nachman Leibowitz en Tatiana Stepanovna Abramovich, waren aan de andere kant Wit-Russische joden "met familienamen van Spaanse afkomst". Na de communistische revolutie en de oprichting van de Sovjet-Unie verhuisden de twee naar Litouwen. Met de annexatie van dit land door het Moskouse regime in 1940, werd het gezin gescheiden en naar Russisch Siberië gestuurd naar werkkampen. Nachman Leibowitz stierf daar in 1942.
Advocaat Itai Moore, voorzitter van de Beyond the Rainbow Association, die actief is in Portugal, zei dat "Roman Abramovich een ander voorbeeld is van een man wiens burgerlijke staat is veranderd dankzij zijn Spaanse afkomst, wat op het eerste gezicht misschien moeilijk was toe te schrijven aan hem. Keer op keer zijn we getuige van de geografische verspreiding en het nomadische leven van het Joodse volk over de hele wereld, zodat zelfs degenen die op het eerste gezicht niet in aanmerking lijken te komen, erin slagen het familieverhaal en de wortels te traceren die het rechten geeft in de EU, en eindelijk weer van zijn Portugese status kan genieten.
