VN voegt 68 bedrijven, o.a. uit Nederland, toe aan zwarte lijst vanwege zakelijke banden met Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever

Screenshot

De Verenigde Naties hebben bijna 68 bedrijven toegevoegd aan een zwarte lijst van bedrijven uit 11 landen die volgens hen medeplichtig zijn aan het schenden van de Palestijnse mensenrechten via hun zakelijke banden met Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, melden de kranten.

De nieuwe lijst belicht bedrijven die zakendoen en die de nederzettingen steunen, die door velen als illegaal worden beschouwd volgens het internationaal recht. Het omvat een scala aan bedrijven, zoals leveranciers van bouwmaterialen en grondverzetmachines, maar ook aanbieders van beveiligings-, reis- en financiële diensten.

De lijst, formeel bekend als een "database van bedrijven", bevat nu 158 bedrijven – de overgrote meerderheid Israëlisch. De overige bedrijven komen uit de Verenigde Staten, Canada, China, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Portugal, Nederland en Luxemburg.

Nieuwkomers op de lijst zijn onder meer het Duitse bouwmaterialenbedrijf Heidelberg Materials, de Portugese spoorwegleverancier Steconfer en het Spaanse transporttechnologisch bedrijf Ineco. Ook de Amerikaanse reisbedrijven Expedia Group, Booking Holdings Inc. en Airbnb, Inc. staan ​​nog op de lijst.

Terwijl er vrijdag 68 nieuwe bedrijven werden toegevoegd, zijn er zeven afgevallen. In totaal werden in deze ronde 215 bedrijven beoordeeld, maar in de toekomst kunnen er nog honderden bijkomen.

"Bedrijven die in conflictsituaties werken, hebben de plicht om zich te houden aan de due diligence-wetgeving om ervoor te zorgen dat hun activiteiten niet bijdragen aan mensenrechtenschendingen", aldus Ravina Shamdasani, woordvoerder van het VN-bureau voor de mensenrechten. "We roepen bedrijven op passende maatregelen te nemen om de negatieve gevolgen van hun activiteiten voor de mensenrechten aan te pakken."

Volgens haar hebben landen ook de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat bedrijven die in dergelijke gebieden actief zijn, niet bijdragen aan mensenrechtenschendingen.

De bedrijven op de bijgewerkte lijst zijn voornamelijk actief in sectoren zoals de bouw, vastgoed, mijnbouw en steengroeven. Het VN-bureau voor de mensenrechten, dat de lijst heeft samengesteld, heeft de bedrijven op de hoogte gesteld van hun plaatsing op de lijst en hen het recht gegeven om te reageren.

Onder de zeven bedrijven die van de lijst zijn verwijderd, bevinden zich het Franse transportbedrijf Alstom en de Spaanse reisaanbieders eDreams en het Britse Opodo.

Dit is de eerste herziening van de lijst sinds 2023, toen er 97 bedrijven op de lijst stonden - een daling ten opzichte van de 112 op de oorspronkelijke lijst uit 2020. Onder de 15 die de vorige keer van de lijst werden gehaald, bevond zich de Amerikaanse voedingsmiddelen- en graangigant General Mills.