top of page
  • Foto van schrijverJoop Soesan

Wasseem, Wasseem - een nieuwe column van Simon Soesan



Toen wij ons in 1982 in Haifa vestigden wisten mijn levenspartner en ik precies waarom: we wilden onze kinderen laten opgroeien met kinderen van andere achtergronden, die zeker een ding gemeen hebben: ze zijn allemaal Israëli’s.


Onze kinderen gingen naar openbare scholen en zaten in de klas met Christenen, Druzen, Moslims, Bahai en Joden. En niemand die daar wat van vond. Het was gewoon “gewoon”.

Wasseem was een van de jongens met wie onze zoon optrok: een Moslim. Maar tegelijkertijd ook een super-Israeli met idealen en trots op zijn land.


Toen ze allemaal zeventien werden, veranderde dat opeens. Alle Joodse leerlingen kregen namelijk hun eerste oproep naar het leger, om getest te worden. De Moslimkinderen niet. Die hoeven niet in dienst, want de Staat gaat er van uit dat ze dat misschien niet willen: als Moslim in een Joods leger dienen met de kans dat je tegen andere Moslims vechten moet. Dus worden ze overgeslagen.


Wat heel wat van deze kinderen zwaar teleurgesteld heeft: ze voelen zich Israëli, ze willen deel uitmaken van alles wat met Israël te maken heeft en dan, net nadat ze zeker zijn Israëli’s te zijn, horen ze dat ze eigenlijk niet helemaal Israëli zijn, niet echt.


Wasseem, een beer van een vent, besloot te gaan studeren in Tel Aviv. Waar niemand hem een kamer wilde verhuren, want hij is Arabier. Een realiteit die hij niet kenden in ons Haifa. Wasseem mocht in “het Arabische huis” wonen. Een gebouw met flatjes alleen voor Arabieren. Uitgaan in Tel Aviv werd een probleem: in Haifa kon hij met iedereen overal naar toe. In het zo liberale Tel Aviv werd hij de meeste bars en clubs geweigerd en soms uitgesmeten: geen Arabieren hier.


Het was daarom niet verbazingwekkend toen hij les begon te nemen bij de Imam. Dat was de enige persoon in Tel Aviv die hem serieus nam en hem dingen leerde. Over Palestina, landroof, moordende Joden etcetera. Wasseem slokte het allemaal op, want niemand anders praatte met hem.


Hij bleef nog lang bij ons langskomen en hield ervan een discussie aan te gaan. Altijd met lege frases die hij van de Imam had gehoord en ook ik, sprekend als Brugman, kon hem van niets anders overtuigen. “Jullie zijn de enige joden die ik niet zou vermoorden.”, zei hij vaak. Als geintje.


Op de bruiloft van onze dochter in 2013, die plaatsvond op onze nationale Onafhankelijkheidsdag, was ook hij uitgenodigd, alleen had hij eerst nog een Nakba-demonstratie. Daarvan teruggekomen, had hij nog steeds zijn Free Palestine T-shirt aan, maar die ruilde hij snel om voor een gewoon overhemd. Dat was Wasseem, zo kenden we hem en hij is nog altijd een gewenste gast bij ons thuis, hoewel zijn ideeën ver van de onze staan. Alleen zien we hem niet meer.


Hij schijnt super-extremist geworden te zijn en ook zijn ouders maken zich ongerust.

Wasseem, de lachende reus die ons zo vaak aan het lachen maakte, behoort nu toe aan de extreme splitsgroep die Palestina met geweld wil creëren. Niemand weet wat ze van plan zijn, maar we maken ons zorgen. Een jongetje dat, net als onze zoon en nog vele anderen, opgroeide in het naïeve Haifa, waar niemand let op je achtergrond en waar we allemaal samen uitkijken naar de toekomst.


Ik schrijf graag hoe mooi het leven in ons land – en zeker in onze stad Haifa – is. Maar ook hebben we moeilijke momenten. Twijfels of we het echt allemaal goed gedaan hebben. We kunnen met heimwee terugkijken op de jaren toen ze allemaal samen opgroeiden. Maar ook kijken we met lede ogen naar de toekomst, die voor Wasseem niet veel goeds voorspelt.


295 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page