Foto Assaf Peretz , Israel Antiquities Authority
Archeologen van de Israel Antiquities Authority, ingeschakeld om de inspanningen van het Israëlische leger te helpen bij het identificeren van de overblijfselen in verbrande huizen in de Israëlische nederzettingen rond Gaza, hebben tot nu toe de overblijfselen van ten minste tien overleden personen blootgelegd.
Van de verwoesting van de Tempel van Jeruzalem 2000 jaar geleden tot de verbrande huizen in de Israëlische nederzettingen rond de Gazastrook: archeologen van de Israel Antiquities Authority hebben zich aangesloten bij de inspanningen om te zoeken naar vermiste personen in de huizen en auto's die werden verbrand tijdens het bloedbad van 7 oktober .
De archeologen werden voor deze uitdagende taak geroepen door kolonel Yossi Cohen van de Gaza-divisie van de IDF, onder leiding van majoor Rav Shlomo Hazut, rabbijn van de Gaza-divisie van de IDF. Ze hebben de technieken en de kennis gebruikt die ze hebben verworven bij archeologische opgravingen van verbrande en verwoeste locaties uit de oudheid, en hebben veel tekenen van menselijke resten ontdekt, in de hoop dat ze de families zeker bewijs zullen leveren over het lot van hun dierbaren.
Twee weken lang kamden en zeven de archeologen de as uit de verbrande huizen waarin families uit kibboets Beeri, Kfar Aza en Nir Oz werden vermoord, evenals de inhoud van de auto's van het gezelschap in kibboets Reim.
In eerste instantie zochten de archeologen, die in verschillende teams waren verdeeld, naar bewijs van vermiste personen, van wie bekend was dat ze zich in hun huis bevonden op het moment van de moorddadige aanval. Toen duidelijk werd dat de archeologische methoden konden bijdragen aan het identificeren van extra, voorheen niet blootgelegde, overblijfselen, werd besloten dat de Israel Antiquities Authority de inhoud van alle verbrande huizen en auto's zou onderzoeken.
Volgens de archeologen: “De archeologische methoden die op oude locaties worden gebruikt, zijn vergelijkbaar met de methoden die hier worden toegepast, maar het is één ding om 2000 jaar oude vernietigingsresten bloot te leggen, en iets heel anders – hartverscheurend en ondoorgrondelijk – om naar bewijs van onze zusters en broeders in de nederzettingen te zoeken.”
Sinds het begin van de taak zijn de archeologen erin geslaagd bepaald bewijsmateriaal te vinden van ten minste tien overleden personen, die eerder als vermist werden beschouwd.
Sommigen zijn sindsdien begraven, ander bewijsmateriaal is voor onderzoek naar de Shura-basis gebracht.
“Rekening houdend met alle problemen en emotionele uitdagingen die daarmee gepaard gaan, hopen we dat we kunnen bijdragen aan de zekere identificatie van zoveel mogelijk gezinnen.
over het lot van hun dierbaren”, zegt Eli Escusido, directeur van de Israel Antiquities Authority. “Ik feliciteer onze archeologen voor hun onmiddellijke instemming – en dat is zeker niet vanzelfsprekend – om deel te nemen aan deze moeilijke taak. Het is een eer en een grote verantwoordelijkheid die zij met groot respect uitvoeren.”
De Israel Antiquities Authority wil ook bijdragen aan de oorlogsinspanningen, door uitgebreide educatieve programma's en respijtactiviteiten uit te voeren in veel hotels in het hele land, waar gezinnen uit de oorlogsgebieden zijn geëvacueerd.
