Hongaarse Joden vieren de opening van een nieuwe synagoge in Boedapest op 27 augustus 2021. Foto Cnaan Liphshiz
Onderstaand artikel geschreven door Cnaan Liphshiz werd eerder geplaatst in Jewish Telegraphic Agency (JTA) en is met toestemming van schrijver integraal vertaald.
In een opiniepeiling over antisemitisme in 16 landen van de Europese Unie, vertoonden respondenten uit Polen, Hongarije en Griekenland de hoogste prevalentie van vijandige houdingen jegens Joden. Maar ondanks een hoog niveau van antisemitische attitudes, zien die landen zelden gewelddadige aanvallen op joden, terwijl landen die vaker worden aangevallen op joden vaak de landen zijn met de laagste percentages antisemitische sentimenten.
Het onderzoek, dinsdag gepubliceerd door Ipsos, een opiniepeilingsbureau, samen met de Europe Action and Protection League, een waakhond groep gevestigd in Hongarije, vond weinig correlatie tussen antisemitische houdingen en gewelddadige aanvallen op Joden in de 16 onderzochte Europese landen.
De bewering dat het "het beste zou zijn als Joden dit land zouden verlaten" kreeg bevestiging van respectievelijk 24%, 23% en 21% van de deelnemers in Polen, Griekenland en Hongarije. Het werd afgewezen door 15%, 26% en 33% in die landen, waar jaarlijks slechts enkele tientallen antisemitische incidenten worden geregistreerd. Een hoge prevalentie van antisemitische sentimenten werd ook waargenomen in andere landen met weinig antisemitische incidenten, waaronder Letland, Kroatië en Roemenië.
In landen waar meer antisemitische incidenten werden geregistreerd, werd de bewering dat joden ongewenst waren overweldigend verworpen en kreeg ze weinig steun.
In Duitsland, waar vorig jaar een recordaantal van 2.351 incidenten werd geregistreerd, verwierp 62% van de respondenten die bewering en was slechts 7% het daarmee eens. Vergelijkbare trends werden waargenomen in Frankrijk, waar 687 incidenten van antisemitische aanvallen werden geregistreerd in 2019. In het Verenigd Koninkrijk, waar vorig jaar 1.668 incidenten werden gedocumenteerd, was 9,2% het ermee eens en 72% oneens.
Andere landen met een lage prevalentie van antisemitisch sentiment maar een relatief hoog aantal geregistreerde aanslagen waren Nederland, Zweden en Italië.
Sommige van de landen met een laag aantal antisemitische aanvallen hebben een relatief klein aantal Joden, zoals het geval is in Letland en Griekenland. Maar anderen – waaronder Hongarije, waar ongeveer 100.000 Joden wonen – hebben Joodse gemeenschappen die vergelijkbaar zijn met die in landen met een groot aantal aanslagen.
Auteurs van de studie, getiteld "Antisemitische vooroordelen in Europa", zeiden dat de gegevens het idee betwistten dat het tegengaan van antisemitische sentimenten, lang een doel van Joodse gemeenschapsleiders en politici in Europa, het probleem van antisemitisch geweld zou oplossen. "Het aantal gewelddadige acties en de mate van anti-Joodse sentimenten staan in wezen los van elkaar", stelt de studie.
Slomo Koves, een Hongaarse rabbijn en oprichter van de Action and Protection League, zei dat de resultaten suggereren dat focussen op slechts één aspect van de inspanningen om antisemitisme te bestrijden, zoals het opleiden van jongeren om antisemitische stereotypen te verwerpen, niet de juiste weg is. "Het is een ingewikkeld rapport, dat vraagt om een genuanceerde houding," zei hij, pleitend voor een holistische benadering.
"Onderwijs en wetgevende maatregelen, evenals rechtshandhavingspraktijken, zijn absoluut een sleutel tot onze strijd om te overleven", zei Koves.
Maar de COVID-19-pandemie bemoeilijkt die missie, volgens Rabbi Menachem Margolin, de voorzitter van de European Jewish Association.
“Terwijl Europa zich terecht concentreerde op het uitroeien van de Covid-pandemie, bleef een ander virus zich vermenigvuldigen. Antisemitisme is diepgeworteld in Europa en moeilijk te behandelen”, zei Margolin.
Andere bevindingen uit het onderzoek zijn onder meer:
Bijna een derde van de respondenten in Oostenrijk, Hongarije en Polen zei dat joden nooit volledig in de samenleving zullen kunnen integreren.
In Spanje zei 35% dat Israëli's zich tegenover de Palestijnen als nazi's gedragen; 29% zei hetzelfde in Nederland; en 26% was het eens met de stelling in Zweden.
Een kwart van alle ondervraagden was het eens met de stelling dat het beleid van Israël hen doet begrijpen waarom sommige mensen Joden haten.
De enquête, die werd ingevuld door een gewogen steekproef van 1.000 volwassenen in elk van de onderzochte landen, komt overeen met de resultaten van eerdere grote enquêtes over antisemitisme in Europa, waaronder de ADL Index-enquêtes. Die onderzoeken gingen echter niet in op het ontbreken van een correlatie tussen opvattingen en aanvallen.
Joel Mergui, de voorzitter van de Consistoire, een grote Frans-Joodse gemeenschapsorganisatie, die heeft geholpen bij de publicatie van het rapport, zei dat “terwijl de Europese instellingen en politici aanzienlijke middelen besteden en geen moeite sparen in de strijd tegen antisemitisme, de situatie in Europa verbetert niet. Erger nog, het verslechtert.”
