Termieten vormen 40% van de massa van ondergrondse geleedpotigen. Foto door Jimmy Chan op Pexels.com
Meer dan een miljoen soorten geleedpotigen - koudbloedige griezelige beestjes inclusief alle insecten - kruipen en zoemen buiten en binnen om ons heen, bovengronds en ondergronds, in onze leidingen, in ons voedsel en op ons lichaam.
Of je ze nu leuk vindt of niet, ze voeren essentiële taken uit, zoals het bestuiven van onze gewassen, het beluchten van landbouwgrond en het in stand houden van een enorme diversiteit aan roofdieren, van grasmussen tot veelvraat.
Maar ondanks het cruciale belang van geleedpotigen voor het milieu en de mensheid, en ondanks de bezorgdheid dat sommige van deze populaties afnemen, wisten wetenschappers niet hoeveel er werkelijk zijn en hoeveel ze gezamenlijk wegen.
Onderzoekers van het Israëlische Weizmann Institute of Science bieden nu antwoorden op deze fundamentele vragen in een studie gepubliceerd in Science Advances.
Een team onder leiding van prof. Ron Milo berekende dat het totale aantal terrestrische geleedpotigen ongeveer 1 × 10 19 (10 triljoen of 10 miljard miljard) individuen is en dat hun totale biomassa, of collectief gewicht, ongeveer 1 miljard ton is.
Dat is ongeveer hetzelfde als het gewicht van alle mensen (ongeveer 400 miljoen ton) en alle landbouwhuisdieren (ongeveer 600 miljoen ton) samen.
“Geleedpotigen zijn beschreven als 'de kleine dingen die de wereld besturen' vanwege hun centrale rol in meerdere ecologische processen. We moeten er rekening mee houden als we de impact van de mensheid op de planeet en de mogelijke gevolgen van klimaatverandering volledig willen begrijpen”, zegt Yuval Rosenberg, die samen met Yinon Bar- On de studie leidde in Milo's laboratorium voor planten- en milieuwetenschappen.
Dr. Yuval Rosenberg, links, en prof. Ron Milo. Foto met dank aan het Weizmann Institute of Science via ISRAEL21C
"Het kwantificeren van geleedpotigenpopulaties vormt een basislijn waartegen we toekomstige veranderingen in de geleedpotige gemeenschappen kunnen meten en hoe deze veranderingen op hun beurt wereldwijde processen kunnen beïnvloeden", legt Rosenberg uit.
Ondergrondse wezens heersen
De onderzoekers verzamelden gegevens van duizenden waarnemingen die in de loop der jaren op zo'n 500 onderzoekslocaties over de hele wereld zijn uitgevoerd. Deze sites vertegenwoordigen verschillende biomen, variërend van regenwouden tot woestijnen, en ook landbouwgebieden.
De wetenschappers onderzochten gegevens over de biomassa van geleedpotigen zowel onder als boven de grond, bijvoorbeeld op planten.
De studie toont aan dat het grootste deel van de biomassa van terrestrische geleedpotigen behoort tot wezens die ondergronds leven, waaronder springstaarten en mijten.
Sociale insecten die in kolonies leven, zijn goed voor de helft van de massa ondergrondse geleedpotigen: termieten en mieren vormen respectievelijk 40 en 10 procent van die categorie.
Termieten zijn goed voor meer massa dan welke andere ondergrondse geleedpotige dan ook. Infographic ter beschikking gesteld door het Weizmann Institute via ISRAEL21C
Wat betreft bovengrondse geleedpotigen zoals vlinders, mieren, kevers, sprinkhanen en spinnen, is het grootste deel van hun biomassa waarschijnlijk te vinden in tropische bossen.
"Dit onderzoek biedt het grote publiek een aantal inzichten", zegt Milo, wiens laboratorium de afgelopen jaren verschillende onderzoeken heeft geleid die de wereldwijde biomassa's van verschillende soortengroepen in kaart brengen.
“De figuur corrigeert de indruk dat we te maken hebben met oneindige, onuitputtelijke geleedpotigenpopulaties. Ondanks hun brede verspreiding is dat niet het geval. Geleedpotigen worden sterk beïnvloed door menselijke en klimatologische invloeden, wat op zijn beurt onze ecologische systemen kwetsbaar maakt, "zei Milo.
“Daarom vraagt de achteruitgang van geleedpotigenpopulaties over de hele wereld om het nauwlettend volgen van hun situatie. Een brede, kwantitatieve kijk kan ons helpen beoordelen hoe onze ecologische systemen kunnen veranderen, en hoe dit onze gezondheid, economie, landbouw en levenskwaliteit kan beïnvloeden.”
