De Israel Antiquities Authority werkt aan het vinden van overblijfselen van Hamas-slachtoffers in kibboets Be'eri. Foto Israel Antiquities Authority
Kibboets Be'eri kondigde donderdag aan dat ze zullen beginnen met het opruimen van de ruïnes van de Ashlim-buurt, een wijk die verwoestend werd getroffen door de Hamas-aanval die op 7 oktober plaatsvond, zo meldt The Jerusalem Post.
Dit besluit zal een van de vele initiatieven zijn die zullen plaatsvinden in het alomvattende plan dat voor de kibboets is opgesteld na de verwoestingen veroorzaakt door de aanval.
Het initiatief van de kibboets om de ruïnes op te ruimen zal worden uitgevoerd in samenwerking met de Tekuma Autoriteit en het Ministerie van Defensie.
De Tekuma Autoriteit werd aan het begin van de Israël-Hamas-oorlog opgericht door de Israëlische regering op initiatief van premier Benjamin Netanyahu.
"We bouwen aan en investeren in onze gemeenschappen. In het gebied grenzend aan de Gazastrook hebben we aan het begin van de oorlog de 'Tekuma Authority' opgericht. We hebben een enorm budget beschikbaar gesteld om de gemeenschappen weer op te bouwen en ervoor te zorgen dat niemand achterblijft', zei Netanyahu in een verklaring van het kabinet van de premier.
“We zijn niet alleen bezig met de wederopbouw van de steden, de plattelandsgemeenschappen en de lokale en regionale raden, maar zorgen er ook voor dat ze generaties lang zullen bloeien en bloeien en zullen overtreffen wat was”, voegde Netanyahu eraan toe.
Na de aanval van 7 oktober in Kibbutz Be'eri werden de bewoners voornamelijk geëvacueerd naar het gebied van de Dode Zee. Het doel is om hen zo snel mogelijk terug te laten keren naar veilige huisvesting in de kibboets.
Dit is niet het eerste initiatief in de poging om de kibboets weer op te bouwen. Na de aanval hebben teams van experts en vrijwilligers dagelijks aan de restauratie gewerkt . Er wordt geschat dat minstens de helft van de gebouwen van de kibboets tot de grond toe is afgebrand.
Volgens Amit Solvy, de economische voorzitter van kibboets Be'eri, zouden de geschatte reparatiekosten oplopen tot NIS 600 miljoen (€ 150 miljoen).
