Minister van Defensie Benny Gantz op de Cyber Week-conferentie in Tel Aviv op 29 juni 2022. Foto Ariel Hermoni / ministerie van Defensie
"Iran voert cyberaanvallen uit die gericht zijn op het stelen van materiaal van UNIFIL over hun inzet in het gebied voor gebruik door Hezbollah", zei de Israëlische minister van Defensie Benny Gantz woensdag op de Internationale Cyberconferentie van de Universiteit van Tel Aviv.
“De leider van het mondiale, conventionele terrorisme is Iran. Dit geldt ook voor cyberterrorisme”, zei Gantz.
Iran probeert UNIFIL in Libanon te verstoren in samenwerking met Hezbollah door "een cyberoperatie uit te voeren gericht op het stelen van materiaal over de inzet van UNIFIL in het gebied voor gebruik door Hezbollah", zei Gantz. "Dit moet worden gezien als weer een aanval van Iran en Hezbollah op Libanese burgers en op de stabiliteit van Libanon."
Volgens de minister van Defensie is Iran niet alleen de “leider van het wereldwijde conventionele terrorisme”, maar gebruikt het ook hackergroepen om aanvallen uit te voeren tegen Israël en andere landen in de regio en de wereld.
Gantz zei dat Israël "de cybersystemen en operatiemethoden van zijn tegenstanders" kent en had de afgelopen jaren een trend geïdentificeerd van Iraanse hackergroepen die opereerden tegen Israël, andere landen in het Midden-Oosten en de wereld.
Iran, zei hij, "dreigt de wereldwijde infrastructuur te beschadigen, het heeft tot doel angst te zaaien en het probeert zelfs democratische processen en regeringen te beïnvloeden" en probeerde de Amerikaanse presidentsverkiezingen te beïnvloeden. Het heeft ook geprobeerd cyberoperaties uit te voeren tegen internationale doelen zoals liefdadigheidsinstellingen en overheidsnetwerken in de VS.
Gantz bevestigde dat de "Shahid Kaveh"-eenheid van de Iraanse Islamitische Revolutionaire Garde onderzoek deed naar schade aan schepen, benzinestations en industriële installaties in verschillende westerse landen, waaronder Groot-Brittannië, de VS, Frankrijk en Israël.
“Je kan hier spraken van 'terroristen met toetsenborden', maar ze zijn hetzelfde als elke andere terrorist. We weten wie ze zijn, we richten ons op hen en degenen die hen regisseren. Ze zijn op dit moment in ons vizier, en niet alleen in cyberspace”, zei hij.
“Geen enkele aanval op de burgers van Israël zal met stilte worden beantwoord. De verantwoordelijkheid voor dergelijke aanslagen ligt bij de landen en terreurgroepen die ze financieren en begeleiden. Er is een verscheidenheid aan mogelijke reacties op cyberaanvallen – binnen en buiten het cyberdomein”, voegde Gantz toe.
Om dergelijke aanvallen te verijdelen, werkt Israël “nauw samen met onze partners in de regio. Dezelfde samenwerkingskaders die we in de regio opbouwen met betrekking tot Iran, breiden zich ook uit naar de cyberdimensie', zei Gantz. "Samen kunnen we aanzienlijke schade aan de burgers van de regio en de wereld voorkomen."
Cyberaanvallers weten hoe ze kwetsbaarheden kunnen misbruiken.
Ze weten hoe ze individuen, bedrijven en organisaties moeten aanvallen, evenals de staatsinfrastructuur. Tien jaar geleden kreeg Israël te maken met verschillende belangrijke cyberaanvallen.
Vandaag worden we geconfronteerd met meer dan duizend aanvallen per jaar.
In de afgelopen jaren hebben we veel pogingen om in te breken in particuliere en openbare bedrijven, evenals Israëlische bedrijven die over de hele wereld zijn gevestigd, gestopt.
Tegenwoordig moet elk bedrijf, elk individu, de verantwoordelijkheid nemen om zijn klanten, zijn eigen activa en de veiligheid van de staat Israël te beschermen.
Bij deze wil ik van deze gelegenheid en van dit platform gebruik maken om alle bedrijven en organisaties op te roepen de richtlijnen van de Nationale Cyberdirectie te volgen.
Ik roep het Israëlische publiek ook op om "cybernetische verantwoordelijkheid" te eisen en van bedrijven en entiteiten te verwachten dat ze in overeenstemming met genoemde richtlijnen handelen.
Voordat ik afsluit, wil ik ingaan op drie aspecten van onze bedrijfsvoering.
De eerste is investeren in onze mensen – zij die ons operationeel succes verzekeren.
Onze belangrijkste missie in de defensie-inrichting is om deze gemeenschap te koesteren, ons personeel op te leiden en hen bij ons te houden.
De IDF-chef van de Generale Staf en ik hebben deze kwestie als een van onze hoofdprioriteiten in de relevante eenheden gesteld. We evalueren voortdurend de opbouw van de strijdkrachten – in termen van human resources, training en missies. De komende jaren moeten we ook kijken naar de organisatie, aansturing en werking van het cyberdomein.
We werken ook aan het creëren van service-opties waarmee steeds meer individuen hun rol kunnen behouden.
De IDF, Mossad, Shabak en alle veiligheidsinstellingen in Israël zullen nooit kunnen concurreren met het geld dat wordt aangeboden door particuliere bedrijven - maar de particuliere bedrijven zullen nooit concurreren met de uitdagingen en het gevoel van missie dat wij bieden.
Het tweede aspect is onze technologische superioriteit.
Israël moet zijn cybercapaciteiten behouden en ontwikkelen. Het is essentieel voor onze veiligheid en kwalitatieve, militaire en technologische voorsprong (QMTE) in de regio.
Ik behandel dit persoonlijk, en de staat Israël moet deze capaciteiten blijven behouden, die ook van grote waarde zijn voor onze partners.
Dit brengt me bij het derde aspect: onze samenwerking met partners in het gebied en over de hele wereld.
Ik kan niet genoeg benadrukken – Iran is eerst een mondiale uitdaging, dan een regionale uitdaging, en pas ten slotte is het een bedreiging voor de staat Israël. Hetzelfde geldt voor de cyberdimensie. Wij werken nauw samen met onze partners. Dezelfde samenwerkingskaders die we in de regio opbouwen met Iran - breiden zich ook uit naar de cyberdimensie.
Samen kunnen we aanzienlijke schade aan de burgers van de regio en de wereld voorkomen.
Cyber zal een steeds centralere rol gaan spelen in de veiligheid van Israël.
Ik heb één verzoek aan de academici, leden van de industrie en experts van over de hele wereld: blijf onderzoeken, blijf nieuwe en creatieve generaties voeden en blijf de kwestie van ethiek en het belang van de bescherming van mensenrechten ter sprake brengen, zelfs in het licht van het onzichtbare.
