Kantoor van Palestijnse ngo UAWC. Screenshot YouTube
Nadat afgelopen woensdag de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Ben Knapen, en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Tom de Bruijn in een brief aan de leden van de Tweede Kamer bekendmaakten dat "financiering van Palestijnse ngo UAWC wordt stopgezet", blijkt nu dat beide ministers cruciale informatie achterhouden en die niet publiekelijk bekend willen maken.
Net nadat iedereen dacht dat beide ministers openheid van zaken hadden gegeven door per brief bekend te maken dat de financiering van UAWC wordt stopgezet 'wegens banden van een groot aantal medewerkers van deze ngo met de terreurorganisatie PFLP (Front voor de Bevrijding van Palestina), blijkt er toch nog 'een addertje onder het gras te zitten'.
Via NGO Monitor kwamen wij in het bezit van een verklaring van het onderzoeksbureau Proximities die het onderzoek heeft uitgevoerd naar banden tussen Palestijnse ngo's die door Nederland met miljoenen euro's worden gefinancierd en de PFLP.
In deze verklaring valt één zin op: "Wel plaatst het kabinet vraagtekens bij de keuze van Proximities om ook diverse maatschappelijke organisaties te beschouwen als onderdeel van de PFLP, waarbij volgens het kabinet “onvoldoende duidelijk is gemaakt in hoeverre deze organisaties daadwerkelijk worden aangestuurd of onder controle staan van de PFLP.” Omdat openbaarmaking volgens het kabinet onevenredige schade zou kunnen toebrengen aan deze organisaties ziet het kabinet geen mogelijkheid om het rapport van Proximities openbaar te maken."
Met andere woorden, er ligt een onderzoeksrapport, gemaakt in opdracht van de Nederlandse regering, dat niet geheel publiekelijk wordt gemaakt omdat dan mogelijk schade wordt toegebracht aan het beleid van de Nederlandse regering.
De vraag rijst nu welke andere Palestijnse organisaties die door Nederland worden gefinancierd worden hier mee bedoeld en welke banden hebben zij met de PFLP of andere terreurorganisaties.
Het lijkt erop dat de Nederlandse regering banden met andere Palestijnse ngo's niet wil verbreken uit angst voor 'diplomatieke reacties' van de kant van de Palestijnen.
Keerzijde van de medaille is dat doorgaan met financiering van Palestijnse ngo's die banden met terreurorganisaties hebben, de betrekkingen met Israël zullen schaden.
Benieuwd waar de Nederlandse regering de voorkeur aangeeft, maar dat hier een taak voor de leden van de Tweede Kamer ligt om de onderste steen boven te krijgen, mag duidelijk zijn.
Duidelijk. Een WOB verzoek indienen en dit openbaar maken