Screenshot YouTube
Een nieuw onderzoek onder leiding van Prof. Omry Koren en doctoraalstudent Atara Uzan-Yuzari van de Azrieli Faculteit Geneeskunde aan de Bar-Ilan Universiteit heeft significant bewijs onthuld dat het darmmicrobioom in verband staat met agressief gedrag bij muizen.
Het onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Brain, Behavior, and Immunity en onderzoekt hoe verstoringen in het microbioom, met name door antibioticagebruik in de vroege levensfase, kunnen leiden tot verhoogde agressie.
Dit onderzoek bouwt voort op eerdere bevindingen die een correlatie aantoonden tussen blootstelling aan antibiotica en verhoogde agressie bij fruitvliegjes. Door gebruik te maken van een muizenmodel hebben de onderzoekers dit onderzoek verder uitgebreid door gedragsmatige, biochemische en neurologische veranderingen te onderzoeken als reactie op veranderingen in het microbioom.
Het team transplanteerde ook een microbioom van baby’s die kort na de geboorte antibiotica hadden gekregen in muizen, en observeerde een opmerkelijke toename van agressie in vergelijking met muizen die een microbioom ontvingen van baby’s die niet aan antibiotica waren blootgesteld.
"Onze bevindingen zijn revolutionair", aldus prof. Koren. "Ze suggereren dat een verstoord microbioom tijdens kritieke ontwikkelingsperiodes kan leiden tot aanhoudend agressief gedrag later in het leven."
Om agressie te beoordelen, gebruikte het onderzoeksteam het resident-intruder-paradigma, waarbij een vreemde muis wordt geïntroduceerd in de thuiskooi van een residente muis. De resultaten toonden een duidelijk verband aan tussen verminderde diversiteit van darmbacteriën - veroorzaakt door antibiotica - en toegenomen agressie. Daarnaast werden er significante veranderingen waargenomen in metabolieten en genexpressie gerelateerd aan agressie in de hersenen van de muizen.
De studie is bijzonder opmerkelijk vanwege het gebruik van "gehumaniseerde" muizen, die waren geïmplanteerd met menselijke darmbacteriën. Deze aanpak vergroot de relevantie van de bevindingen voor de menselijke gezondheid en gedrag, en biedt inzicht in hoe blootstelling aan antibiotica in de vroege levensfase het toekomstige sociale gedrag kan beïnvloeden.
Het onderzoek verkende ook de biochemische mechanismen die aan deze gedragsveranderingen ten grondslag liggen, door neurotransmitterniveaus zoals serotonine en tryptofaan te meten in de hersenen van de muizen. Het team identificeerde sleutelpatronen van genexpressie in verschillende hersengebieden, waarbij het septum als een cruciaal gebied werd benadrukt in de regulatie van agressie.
De bevindingen van deze studie suggereren dat de darm-hersenas een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van agressie, vooral wanneer het microbioom verstoord is tijdens belangrijke ontwikkelingsperiodes, zoals in de kindertijd. Dit opent nieuwe wegen om te begrijpen hoe interventies in de vroege levensfase gedragsresultaten op de lange termijn kunnen beïnvloeden, en hoe strategieën kunnen worden ontwikkeld om deze effecten te verzachten en sociaal gedrag te verbeteren.
Deze studie werd gefinancierd door een Consolidator Grant van de European Research Council (ERC).
Comentários