Premier Naftali Bennett. Foto GPO
Bij de aanvang van de wekelijkse kabinetsvergadering ging premier Naftali Bennett vanzelfsprekend in op zijn bliksembezoek aan de Russische president Poetin om te proberen via bemiddeling een einde aan de oorlog in Oekraïne te maken.
Hieronder volgen de opmerkingen van premier Naftali Bennett aan het begin van de wekelijkse kabinetsvergadering:
"Ik ben een paar uur geleden teruggekeerd uit Moskou en Berlijn. Ik ben daarheen gegaan om de dialoog tussen alle partijen bij te staan, natuurlijk met de zegen en aanmoediging van alle spelers.
Zoals jullie allemaal weten, is de situatie ter plaatse niet goed. Het menselijk lijden is groot en kan nog veel groter zijn. Er zijn ook Israëli's die naar huis moeten en Joodse gemeenschappen in nood die hulp nodig hebben.
Ik kan daar natuurlijk niet dieper op ingaan.
We blijven waar nodig helpen.
Ook al is de kans niet groot - zodra er ook maar een kleine opening is en we toegang hebben tot alle kanten en de capaciteiten - zie ik dit als onze morele plicht om alles in het werk te stellen.
Zolang de kaars brandt, moeten we ons inspannen en misschien is het dan nog mogelijk om te handelen.
We zijn voorbereid op een aanzienlijke immigratiegolf als gevolg van de situatie. Het systeem werkt momenteel aan scenario's om wisselende aantallen immigranten op te vangen, die deze week aan het Veiligheidskabinet worden aangeboden. Dit is een uitdaging voor de staat Israël, maar het is een uitdaging die we in het verleden keer op keer zijn aangegaan.
Op zulke momenten, wanneer de wereld met onrust wordt geconfronteerd en Joden niet langer veilig zijn waar ze zijn, wordt iedereen eraan herinnerd hoe belangrijk het is dat er een thuis voor Joden is, waar ze ook zijn; hoe belangrijk het is dat we de staat Israël hebben.
Wat betreft de besprekingen in Wenen over een terugkeer naar het nucleaire akkoord:
Tijdens het weekend gebeurde er iets belangrijks en positiefs: IAEA-directeur-generaal Rafael Grossi bezocht Teheran en besloot onder politieke druk niet in te gaan op de Iraanse eis om de openstaande dossiers te sluiten. Dit is een belangrijke professionele beslissing van het IAEA en Grossi, die niet reageerden op Iraanse druk.
Ons standpunt ten aanzien van de overeenkomst is bekend. De nadelen van de overeenkomst wegen ruimschoots op tegen de voordelen. In ieder geval verplicht de overeenkomst de staat Israël op geen enkele manier."
