President Rivlin te midden van zijn gasten. Foto Mark Neyman (GPO)
Zoals ieder jaar gebruikelijk, organiseerde president Rivlin ook dit jaar weer in de tuinen van Beit HaNasi een Iftar-maaltijd om de dagelijkse Ramadan-vast te doorbreken. Leiders en publieke figuren uit de Arabische samenleving van Israël namen hier aandeel.
Sheiks, imams, burgemeesters en hoofden van lokale autoriteiten en sociale activisten, waaronder de voorzitter van de Vereniging van Imams Sheikh Nader Haeb; hoofd van de Sha'aria-rechtbanken Dr. Iyad Zakhalka; en voorzitter van het Comité van Arabische hoofden van lokale autoriteiten en de burgemeester van Arara, Mudeir Yunes.
De ambassadeurs van Jordanië, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten, en de charges d’affaires van de ambassades van Turkije en Marokko waren ook aanwezig.
De president die zijn gasten in het Arabisch verwelkomende zei: 'Geachte gasten, welkom. Wat goed om jullie hier in Beit HaNasi te ontvangen. Dit huis, het huis van de president van de Staat Israël, is het huis van de Israëlische samenleving. Mijn huis is uw huis. Ik ben blij dat we dit jaar de kring van vrienden met ons hier hebben kunnen vergroten, en nieuwe vrienden uit de hele moslimwereld bij ons hebben, broeders en zusters bij elkaar”, aldus de president.
“In mijn zeven jaar als president van de staat Israël, in mijn 40 jaar als ambtenaar en in mijn 80 jaar als echte Jeruzalemiet, heb ik geleerd dat de weg naar het vestigen van vertrouwdheid, geloof en partnerschap tussen ons een lange weg kan zijn , maar of we het nu leuk vinden of niet, we moeten die weg bewandelen. Omdat we niet gedoemd waren om samen te leven, maar eerder voorbestemd om dat te doen", aldus Rivlin.
Verder sprak de president zijn waardering en vertrouwen in een mooie toekomst tussen Joden en moslims uit, waarbij vanzelfsprekend de Abraham Akkoorden memoreerde, waardoor de ambassadeur van de Verenigde Arabische Emiraten en de diplomatieke vertegenwoordiger van Marokko voor het eerst aan deze iftar maaltijd deelnamen.
President Rivlin besloot zijn toespraak met "geachte gasten, voor de laatste keer als president, is het mij een eer om u uit de grond van mijn hart te bedanken voor uw komst en u te zeggen Ramadan Karim, shukran, dank u".
