top of page
  • Foto van schrijverJoop Soesan

'Thora' - een nieuwe column van Simon Soesan



Het was een klein dorp waar ik was. De dame die ik ontmoette wilde een Israe -informatieavond organiseren en mijn hulp werd gevraagd. Een typisch oud-Duits gehucht: oude huizen met houtwerk aan de buitenkant, smalle straatjes. Kleurrijk en bijzonder goed onderhouden. Geen peukje op de stoepen.


De Dame die ik ontmoette is in de zestig, net als ik. Haar huis was simpel en schoon. Binnen was het aardig koel tegenover de 32 graden buiten. Onder het genot van ijskoud water bespraken we wat ze op die avond wilde doen en hoe ik haar kon helpen.


Ze vertelde dat, in dit dorp, weinig bekend was over de wandaden van de Duitsers in de zwarte jaren. “In een dorp zoals het onze waren geruchten, maar als je weinig hoort denk je dat de wereld prima is.”, legde ze uit. Ze had bij de Post gewerkt en, een dertig jaar geleden gingen ze op reis van het werk en bezochten het concentratiekamp Dachau. “Dat veranderde alles voor mij. Ik had wat dingen gehoord, maar nooit geloofd dat Christenen zoiets konden doen en wuifde de verhalen weg als fabeltjes. Totdat bezoek, daar gingen haar ogen open.

Ze ging zich verdiepen in Jodendom en de Holocaust en leerde meer en meer. Ze besloot meer te gaan doen, voornamelijk uit schuldgevoel en daarom ook deze avond. We bespraken het programma, de videoclips die ik wilde laten zien en de gastenlijst.


Toen we alles besproken hadden zag ik dat ze nog wat had, maar niet wist hoe ze erover kon beginnen. “Ik heb een vriendin…en die heeft een vriendin die kleermaakster is…”, begon ze. “Die kleermaakster heeft dat atelier geërfd van haar vader, en die kreeg het van zijn vader…”.


Ze aarzelde.


“Nou heeft ze daar een soort sjabloon gevonden. Een bovenarm en daar staat iets op geschreven. Kunt u me misschien vertellen of dat Hebreeuws of Arabisch is? Ze vond het zo apart dat ze het in een frame heeft gedaan en het hangt bij haar aan de muur, maar ik heb het hier laten komen, opdat u misschien het raadsel kan oplossen.”

Ik antwoordde dat ik dat graag zou doen. Ze aarzelde even, ging naar een ander kamer en kwam terug met dit:



Mijn hart stond stil. Ik heb gehoord dat de Nazi’s Tora rollen kapotgesneden hadden, verbrand hadden etc. Nooit had ik er een bewijs van gezien: de ontheiliging van onze Tora, hier, voor mij.


Ik moest even wat water drinken en ze zag dat ik overstuur was. Ik legde haar uit wat ik zag en ook zij moest even zitten. Ze had al een gevoel gehad dat er iets niet klopte, maar dit wist ze niet.


80 jaar na de Holocaust en hier zit ik met een stuk Tora rol, gesneden als sjabloon voor een kleermaker. Ik vroeg verder niets meer, ik wilde niet weten of er nog meer was, van wie dat kwam – ik wilde niets meer weten.


Ik stelde voor om het naar Yad VaShem, ons nationaal Holocaust Museum, te sturen. Maar mijn gastvrouw dacht na en opperde wat anders: in een dorp nabij werd een synagoge gerestaureerd en het zou een klein Holocaust museum worden. Ze zal het daar laten ophangen als bewijs en herinnering aan wat er zoal gedaan was in die zwarte jaren.


Opdat we het nooit zullen vergeten.



431 weergaven3 opmerkingen
bottom of page